okt
22
2002

Stammheim, de RAF-top gevangen maar niet uitgespeeld (9)

De ‘Duitse Herfst’

Moord of zelfmoord?

Stammheim_ grafOp 5 september 1977 werd werkgeversvoorzitter Hanns Martin Schleyer ontvoerd door de RAF. In de schietpartij die volgde vielen vier doden. De ontvoerders eisten vrijlating van de gevangenen in Stammheim, in ruil voor het leven van Schleyer. Toen was het afgelopen met de privileges van de Stammheim-gevangenen. Sterker nog, de regering besloot tot de zwaarste inperking van de rechten van de gevangenen tot dan toe: de ‘Kontaktsperre’. Zolang de ontvoerde niet was gevonden mochten de gevangenen met niemand meer contact hebben. Niet met elkaar, niet met familie en zelfs niet met hun advocaten.

Op 13 oktober kaapten Palestijnse extremisten, die samenwerkten met de RAF, een passagiersvliegtuig. Ook zij eisten de vrijlating van de RAF-top. Enkele dagen later, op 17 oktober, werd er ingegrepen. De Duitse anti-terreureenheid GSG9 bestormde het vliegtuig en bevrijdde de gijzelaars. Wonderbaarlijk genoeg overleefden alle passagiers de actie (drie van de vier gijzelnemers werden doodgeschoten). De volgende ochtend werden de Stammheim-gevangenen in hun cel gevonden: Gudrun Ensslin had zich opgehangen aan een electriciteitskabel, Andreas Baader had zich in de nek geschoten, Jan Carl Raspe in het hoofd, en Irmgard Möller had zich in de borst gestoken. Zij was de enige die het overleefde. Een dag later werd het lijk van de vermoorde Schleyer gevonden in de kofferbak van een gestolen Audi.

Collectieve zelfmoord, zei de BRD. Moord, zei heel links Duitsland. Artsen, die de lijken onderzochten bevestigden de zelfmoordthese, maar er bleven veel vragen die nog altijd niet zijn opgelost. Aangenomen wordt dat de wapens zijn binnengesmokkeld door advocaten, maar dat is nooit honderd procent bewezen. Toch zijn de meeste historici het er inmiddels over eens, dat zelfmoord de meest waarschijnlijke optie is. De gevangenen waren net tot levenslang veroordeeld en ze wisten, via een geheime radioconstructie die later werd ontdekt, dat de vliegtuigkaping was mislukt dus dat er geen enkel zicht was op bevrijding. Het enige wat hen overbleef, was het ensceneren van een viervoudige moord, als laatste en meest vernietigende aanklacht tegen de staat.

Augustin gelooft er niets van. ‘Het waren mensen die nooit met zelfmoord bezig zijn geweest. We hebben dat afgewezen, in politiek opzicht, er waren veel te veel plannen nog om ons zo klein te laten krijgen en ook vanuit mijn persoonlijke ervaring met die mensen, sluit ik dat totaal uit. Daar ken ik ze gewoon te goed voor.’ Bakker Schut is het met hem eens: ‘Ik ben er nog steeds van overtuigd, en eigenlijk steeds meer in de loop der jaren, dat het geen zelfmoord is geweest. We moeten sowieso niet vergeten dat er zeven weken Kontaktsperre was, niemand had toegang tot ze. En tegelijkertijd werd van hogerhand gezegd dat de ontvoering van Schleyer, de reden voor die Kontaktsperre, een negatieve uitwerking had op de gevangenen. Negatiever dan wat ze hadden, is dat ze afgemaakt werden, laten we wel wezen. Dan zijn er alle tegenstrijdigheden die naderhand naar boven zijn gekomen, waardoor die zelfmoordversie gewoon niet kon kloppen. En tenslotte is er Irmgard Möller, een van de vier, die het overleefd heeft en van meet af aan gezegd heeft: geen sprake van, ik heb mezelf geen steekwonden toegebracht en daar heeft ze hele precieze verklaringen over afgelegd. Die zijn alleen maar als ongeloofwaardig afgedaan.’

Alfred Klaus hecht weinig waarde aan die uitspraken van Möller en de anderen die nog steeds van moord spreken. ‘Ach, ze houden vast aan hun levenslijn. (…) Hun levensleugen bestaat daarin te volharden, omdat anders hun hele gedachtewereld, hun houding ten opzichte van de Duitse staat, politie, justitie, in elkaar zou storten. Dan zouden ze voor iets volledig verkeerds hebben gestreden.’ Voor hemzelf is er geen enkele twijfel: ‘Waarom zou de staat in het uur van zijn triomf, vlak na de bevrijding van het Lufthansa-toestel, de gevangenen vermoorden? Ze waren al veroordeeld.’

De RAF heeft zichzelf een paar jaar geleden opgeheven en Augustin zelf is al twintig jaar niet meer ‘politiek actief’, zoals hij dat noemt. Toch is het niet allemaal voor niets geweest, vindt hij achteraf. ‘Zeven jaar van mijn leven in de gevangenis, dat zijn geen zeven verloren jaren geweest. Ik heb daar veel geleerd, strijd gevoerd, me verder ontwikkeld. Daarom denk ik dat dat nog een relatief lage prijs is vergeleken met de dood van mensen waarmee ik verbonden was. Maar dat is wat we van het begin af aan wisten, dat was de inzet van de strijd.’

Als hij gevraagd wordt of hij het nu weer zou doen, is Augustin heel even stil. Dan antwoordt hij zonder twijfel: ‘In dezelfde politieke omstandigheden denk ik dat ik het nu precies weer zo zou doen, en dan misschien beter. Ik zou me misschien niet zo snel laten pakken.’

GEÏNTERVIEWDEN

Ronald Augustin, voormalig lid van de RAF
Pieter Herman Bakker Schut, voormalig advocaat Ronald Augustin en Andreas Baader
Alfred Klaus, hoofd terrorismebestrijding Bundeskriminalamt 1971-1979

Literatuur

Stefan Aust, Der Baader Meinhof Komplex (Hamburg, 1985).

Pieter H. Bakker Schut, Politische verteidigung in Strafsachen: Eine Fallstudie des von 1972-1977 in der Bundesrepublik Deutschland geführten Strafverfahrens gegen Andreas Baader, Gudrun Ennslin, Ulrike Meinhof, Holger Meins, Jan Carl Raspe (Kiel, 1986).

Alfred Klaus, Verhalten und Aktivitaten inhaftierter links- und rechtsextremistischer Terroristen. Zur Kampagne gegen die Justiz (Bonn, 1983).

Geen reacties »

Abonneren op de RSS-feed van deze topic. TrackBack URL


Plaats een reactie

(wegens opgewonden standjes moet uw reactie eerst goedgekeurd worden)

*

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl