De voormalige RAF-terroriste Brigitte Mohnhaupt komt vervroegd vrij. Dat heeft de Duitse justitie besloten. 

Mohnhaupt is één van de laatste leden van de radicaal linkse Rote Armee Fraktion die nog in de gevangenis zitten. Ze was één van de acht leiders van de ’tweede generatie’ van de RAF.

Ze komt op 27 maart vrij. Dan wordt haar straf omgezet in een voorwaardelijke celstraf van vijf jaar.

Verzoek
De 57-jarige Mohnhaupt had eind maart 2006 een verzoek ingediend tot vrijlating na 24 jaar te hebben uitgezeten van haar levenslange straf. Eerder werd een gratieverzoek verworpen, omdat ze minstens 24 jaar van haar straf moest uitzitten.

De vrouw werd in 1985 veroordeeld tot een straf van vijf keer levenslang voor negen moorden op onder anderen procureur-generaal Siegfried Buback, Jürgen Ponto van de Dresdner Bank en werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer in 1977.

In dat jaar liet de RAF een spoor van dood en verderf achter in Duitsland in het gevecht tegen de ‘kapitalistische staat’ die volgens hen weinig meer was dan een reïncarnatie van nazi-Duitsland.

Aanslagen
Mohnhaupt was sinds 1971 actief in de guerillagroep. In 1972 werd ze veroordeeld voor het steunen van de RAF. In 1977 kwam ze weer vrij, waarna ze een aantal aanslagen pleegde. In 1982 werd ze gearresteerd. 

De vrijlating van Mohnhaupt ligt gevoelig in Duitsland omdat ze nooit spijt heeft betuigd en nooit duidelijkheid heeft gegeven over de vraag wie nu werkelijk de trekker heeft overgehaald bij de moorden.

Naast Mohnhaupt zitten nog drie tot levenslang veroordeelde RAF-leden vast: Eva Haule, Birgit Hogefeld en Christian Klar. Ook de laatste heeft een gratieverzoek ingediend.

RAF
De RAF, ook bekend als Baader-Meinhof Groep, genoemd naar de twee sleutelfiguren Andreas Baader en Ulrike Meinhof, is verantwoordelijk voor ruim dertig moorden. De gewelddadige acties begonnen in 1968 met een aantal bommen in warenhuizen.

Na een bezoek aan Jordanië waar een aantal leden van de groep leerde schieten in een kamp van de PLO, ging het geweld door, met bankovervallen en bomaanslagen.

In 1972 werden Baader, Meinhof en drie handlangers opgepakt. Daarna nam een tweede generatie strijdbaren, onder wie dus Mohnhaupt, het bloedige stokje over.

Deze groep probeerde met man en macht de gevangen leden vrij te krijgen en bezette onder andere de Duitse ambassade in Zweden, waarbij twee gegijzelden werden omgebracht, en kaapte een vliegtuig, met fatale afloop voor de piloot.

Uiteindelijk pleegden vier gevangen RAF-leden zelfmoord, onder wie Baader en Meinhof.