mrt
22
2008
0

De korte 20e eeuw

Bundeling beschouwingen van negentien Nederlandse historici. Uitgegeven ter gelegenheid van het afscheid van Maarten van Rossem als hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. 

Wie De korte 20e eeuw in handen krijgt, ziet een hip boek. Het blijkt een hip boek met inhoud. De historici die hun medewerking verleenden aan dit boek, volgens de inleiding absoluut géén obligaat liber amoricum, hebben allen een opstel geschreven voor Maarten van Rossem. De korte 20e eeuw is dan ook geen boek óver de man die in 2008 afscheid nam als hoogleraar geschiedenis, maar een boek met inhoudelijke opstellen die ook Van Rossem moeten kunnen boeien. 

Van Rossem staat bekend om zijn brede kennis en interesse. De 65-jarige historicus weet bijvoorbeeld ‘alles’ over Amerika, maar ook over de twee wereldoorlogen , Hitler en het nationaal-socialisme, volksopvoeding en de Nederlandse minister-presidenten. Op veel vragen over stripboeken en postzegels weet hij daarnaast ook het antwoord. In het boek dan ook opstellen over zeer uiteenlopende onderwerpen. Geheel in Van Rossem’s stijl bondig geschreven. De opstellen zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken: De twintigste eeuw, intellectuelen en liberalisme, de Verenigde Staten, en Nederland. 

De opstellen zijn dus geschreven voor Maarten van Rossem en bevatten dan ook geen lichte kost. Emeritus hoogleraar contemporaine en cultuurgeschiedenis Hermann von der Dunk behandelt bijvoorbeeld het fenomeen periodisering. Wie dit ‘opstel’ leest kan mogelijk iets of nog meer begrip opbrengen voor het grote relativeringsvermogen van historici als bijvoorbeeld Van Rossem. Von der Dunk staat stil bij de vraag op grond waarvan, voor wie en volgens welke criteria een bepaalde periode eindigt en een nieuwe begint. Hij stelt terecht dat er in de periode tussen 476 en 600 na Christus geen mens was die bij zichzelf dacht ‘nu beginnen de Middeleeuwen’. Of Maarten van Rossem historicus was in de zogenaamde ‘korte twintigste eeuw’ is dan ook aan historici van later generaties om te beoordelen. 

Maarten van Rossen schreef zelf verschillende boeken over de Verenigde Staten en in dit boek zijn dan ook een viertal artikelen over het onderwerp van deze passie van hem opgenomen. Jos van der Linden schrijft bijvoorbeeld over de Verenigde Staten als wereldmogendheid en de amerikanist Rob Kroes vertelt over de fototentoonstelling ‘The Family of Man’ van Edward Steichen.

‘Prof. dr. M. van Rossem is geïnteresseerd in alle aspecten van de contemporaine geschiedenis,’ vermeldde de Utrechtse studiegids geschiedenis jaar in jaar uit. Het was zijn eigen tekst. Maarten van Rossem lijkt inderdaad alles te weten, zeker van de twintigste eeuw; van de wederopbouw en de Nederlandse verzorgingsstaat, van de twee wereldoorlogen en de Koude Oorlog, van Hitler en het nationaal–socialisme, maar ook van het academisch onderwijs, de tank, ’s lands ministers–presidenten en stripboeken. En zoals dat een goed historicus betaamt, wordt die kennis gemobiliseerd ter bestrijding van de waan van de dag; van complottheorie"n, van heils– en onheilsverwachtingen, en van onverstandige verlangens naar een groots en meeslepend leven.

 

19 historici over de 20e eeuw

De thema’s die Maarten van Rossem in al die jaren als historisch geschoold intellectueel vooral heeft bespeeld zijn de grote vraagstukken uit de geschiedenis van de 20e eeuw. Waar begint eigenlijk die eeuw? In 1890, in 1914, of zelfs pas in 1940–1945? Waar eindigt de 20e eeuw: in 1989, in 2001 of is het nog te vroeg om van een einde te spreken? Wat kenmerkt de 20e eeuw: groei van technologie, demografische explosies, economische ontwikkeling? Of ligt het bijzondere eerder in politieke systemen en ideologie"n? Gaat het vooral om totalitaire ellende of om de welwillende verzorgingsstaat?

De korte 20e eeuw is een samenhangende, thematische bundeling van beschouwingen van negentien vooraanstaande Nederlandse historici, letterkundigen en journalisten. Dit boek verschijnt ter gelegenheid van het afscheid van Maarten van Rossem als hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Utrecht.

De korte 20e eeuw
Opstellen voor Maarten van Rossem
ISBN: 9789046804605
Uitgeverij: Nieuw Amsterdam
Paperback, 240 pagina’s

Bevat bijdragen van: Jan Bank, Hans Bertens, Leen Dorsman, Hermann von der Dunk, Hendrik Henrichs, Ed Jonker, Els Kloek, Jeroen Koch, Rob Kroes, Jos van der Linden, Ileen Montijn, Ieme van der Poel, Willem Otterspeer, Maarten Prak, Joes Segal, Willem Velema, Jaap Verheul, Hans Wansink, Jan Luiten van Zanden.

mrt
21
2008
1

Die Welle (2008)

Menigeen zal hem in de lessen maatschappijleer ooit hebben gezien, al was het maar om het uur te vullen: de Amerikaanse televisiefilm The Wave (1981). Deze Emmy Award-winnaar was gebaseerd op een experiment van geschiedenisleraar Ron Jones uit 1967. Hij wilde zijn leerlingen laten zien dat het fascisme niet is voorbehouden aan nazi-Duitsland.

die_welle

In de Duitse remake Die Welle heeft de populaire docent Rainer Wenger (Jürgen Vogel) hetzelfde uitgangspunt. Als anarchist en ex-kraker wil de in punk T-shirts gehulde Rainer tijdens een studieproject zijn leerlingen graag leren wat anarchie is, maar dat onderwerp is door zijn brave collega gekaapt. Dan maar autocratie. „Niet weer het fascisme”, roepen de scholieren verveeld.

Hun desinteresse prikkelt Rainer tot een experiment. Hij verdeelt de klas in groepen en drilt ze in discipline: zo moeten ze hem aanspreken met ‘Herr Wenger’ en opstaan als ze tegen hem spreken. Hij laat ze een uniform kiezen en sluit andersdenkenden uit. In een paar dagen overspoelt deze beweging de hele school. Ook Rainer zelf wordt meegesleurd door zijn didactische experiment: de vrijbuiter geniet eigenlijk wel van de discipline en de orde in zijn klas.

Er zijn veel verschillen met de oude Amerikaanse tv-film. Regisseur Gansel maakt bijvoorbeeld ruimte voor frustratie van zijn uit Oost-Duitsland afkomstige leerlingen. En anders dan het veertig jaar oude experiment van Ron Jones loopt het gierend uit de hand. Het toch al didactische gegeven wordt er zo wel erg ingehamerd.

In 1967 begon de Amerikaanse leraar Ron Jones een schokkend experiment; binnen een week wist hij zijn klas om te vormen tot een gedisciplineerde eenheid met eigen regels en een afkeer jegens andersdenkenden. Daarmee liet hij hen ervaren dat ook zíj onder invloed van manipulatie een dictatoriale gemeenschap zouden kunnen omarmen. Met Die Welle tilt regisseur Dennis Gansel het verhaal naar het heden, waarin het ‘erbij horen’ en een eigen subcultuur steeds belangrijker worden.

De leider en zijn volgelingen

Ondanks zijn voorkeur voor het keuzevak Anarchie moet leraar Rainer Wenger (Jürgen Vogel) het tijdens de projectweek doen met een lessencyclus Autocratie (‘onbeperkte heerschappij’ – volgens Van Dale). Net als de hippe Ramones-fan zijn ook zijn leerlingen weinig enthousiast; deze zijn er immers van overtuigd dat, na de ervaringen met de Nazi’s en de Oostduitse SED, een dictatoriaal regime geen schijn van kans meer heeft in het moderne Duitsland. Rainer krijgt de inval om de leerlingen op harde wijze te laten ontdekken dat zij het bij het foute eind hebben. 

welle
Via listig manipuleren en door de nadruk te leggen op gelijkheid en eenheid weet hij nagenoeg iedereen enthousiast te maken voor een nieuwe beweging, genaamd ‘die Welle’. Vol overgave storten de jongeren zich op het ontwerpen van een eigen website, logo, groet en zelfs een uniforme dresscode. Maar al snel raakt de inmiddels aanbeden leraar de controle kwijt en slaat de beweging totaal op hol. Als de onthutste Wenger het experiment wil beëindigen blijkt het zelf gecreëerde monster niet meer te stoppen…


Stof tot nadenken

Hoewel het experiment van Ron Jones al eerder het celluloid haalde (in 1981) blijkt de verfilming van regisseur Dennis Gansel geen overbodige herhalingsoefening. Door het onderwerp naar de huidige maatschappij te transporteren houdt Gansel de huidige scholieren bewust een spiegel voor. Tegenwoordig lijkt de jongere generatie zich steeds minder aangetrokken te voelen tot maatschappelijke dogma’s en zijn het benadrukken van de eigen identiteit en de eigen subcultuur hiervoor in de plaats gekomen. 

Met deze invalshoek wijkt de film enigszins af van het originele experiment. Rainer gebruikt voor zijn experiment geen enkel ideologisch, politiek of religieus doel. Centraal staat de drang om tot een groep te behoren, met eigen regels en omgangsvormen. Om er bij te horen kan men daarbij tot over de grenzen gaan; daar is het befaamde comazuipen een actueel voorbeeld van. Buiten de boot vallen kan ernstige gevolgen hebben voor individu en omgeving; ook daarmee is Duitsland de laatste maanden geconfronteerd. Vandaar dat ook in Nederland Die Welle al op vele scholen vertoond is en er zelfs lesmateriaal bij is ontwikkeld. 

Verpakking mooier dan de inhoud

De 35-jarige regisseur Dennis Gansel regisseert al 12 jaar en beleefde zijn doorbraak in 2004 met NaPolA – Before the Fall. Hij heeft er duidelijk voor gekozen de film aantrekkelijk te maken voor zijn jonge doelgroep. Dit komt tot uiting in flitsend en snel camerawerk bij de actiescènes (denk aan Lola Rennt gelardeerd met hiphop en rockmuziek. Toch is het uiteindelijk de inhoud waarop een regisseur beoordeeld wordt en daarop scoort Gansel een magere voldoende. 

Waar een soortgelijke film als Das Experiment een zeer beklemmende sfeer weet op te roepen, blijft deze in Die Welle afwezig. Daarvoor is het allemaal net wat te ongeloofwaardig hoe eenvoudig de leerlingen zich laten manipuleren. Binnen twee dagen is de mondige groep veranderd in een gehoorzame kudde, die alle absurde regels en etiquette van ‘Herr’ Wenger zonder protest accepteert. Ook hèn zou de parallel tussen hun eigen beweging en een Autocratie moeten opvallen; het ligt er namelijk wel heel erg bovenop. Zelfs een kleuterklasje is op zo’n simpele wijze niet zo volgzaam te krijgen als in de film. Gansel had meer aandacht moeten schenken aan de wijze waarop Herr Wenger de groep langzaam aan in zijn greep krijgt. Dit gaat in de film allemaal veel te snel en daardoor boet de kracht van de film duidelijk in.

Via Sesamstraat naar Sundance

Hoofdrolspeler Jürgen Vogel heeft inmiddels een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd. Dat de acteur van alle markten thuis is blijkt wel uit zijn uiteenlopende rollen, van collega van Bert en Ernie in Sesamstrasse tot aan Goodbye Lenin. Het is niet overdreven om te stellen dat Vogel dé steunpilaar is waarop de film drijft. Vol overtuiging vertolkt hij de populaire leraar die zich steeds meer verliest in zijn eigen experimenten en aan wanhoop ten onder gaat. Volkomen terecht verdiende de 41-jarige acteur hiermee een nominatie voor de European Film Award; uiteindelijk gewonnen door Toni Servillo voor zijn rollen in Gomorra en Il Divo.

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl