nov
21
2009

De leugen van onze democratie

democratiee

Het voornaamste basisprincipe van democratie is dat het een staatsvorm is waar de leidinggevende macht door velen, en niet van enkelen uitgevoerd wordt. Voorstanders van een ‘directe democratie’ bedoelen met ‘velen’: iedereen die geacht wordt ‘mondig’ te zijn. Anderen hebben het, wegens de complexiteit van de maatschappij, meer voor een  ‘representatieve democratie’ van een aantal gekozenen, aangewezen door de ‘velen’ die als mondig beschouwd worden.

Een representatieve (parlementaire) democratie zoals wij die kennen, stoelt op:

  1. Een wetgevende macht (parlement), waar de periodiek door het volk gekozen afgevaardigden, wetten maken of aanpassen, bij gewone of twee-derde meerderheid goedkeuren, en toezien op de uitvoering er van.
  2. Een uitvoerende macht (regering) die de goedgekeurde wetten uitvoert door er de nodige uitvoeringsbesluiten voor te maken.
  3. Een gerechtelijke macht die bij overtreding, betwisting of verschil in interpretatie, van de geldende wetten, een oordeel uitspreekt.

In een democratie is het volk soeverein. In een parlementaire democratie oefent het die soevereiniteit uit via zijn gekozen vertegenwoordigers. Dat is de theorie.

In de praktijk loopt dat wel enigszins anders, omdat de zogenaamde ‘gekozenen des volk’, afgezien dat zij in de eerste plaats door de een politieke partij zijn gekozen, niet hun eigen kiezers, dan wel hun partij zelf vertegenwoordigen.

Wetten worden ingediend, na eerst door de partij zelf te zijn goedgekeurd, en dienen dan ook door alle ‘gekozenen’ van dezelfde partij unaniem goedgekeurd te worden. De door andere partijen ingediende wetten worden al dan niet goed of afgekeurd.

Enkel in uitzonderlijke gevallen laat een partij zijn ‘vertegenwoordigers’ toe om zelf te beslissen over hun ja- of nee-stem. Het gaat dan meestal over vrij onbelangrijke onderwerpen, of een gegeven waar de partij zelf geen standpunt wenst over in te nemen.

Om werkzaam te kunnen zijn, dient een regering het vertrouwen te hebben van de meerderheid der volksvertegenwoordigers (partijen). Bij het ontbreken van een partij die de meerderheid van de parlementszetels heeft, lost men dit gemakshalve op door een overeenkomst  te sluiten (coalitie / regeerakkoord) tussen verschillende partijen die samen aan de gewenste parlementaire meerderheid komen.

Eens een regering gevormd waarvan de coalitiepartijen gezamenlijk op een parlementaire meerderheid kunnen bogen, wordt het parlement in de praktijk herleid tot een  ‘praatgroep’ met als enige doel de vier jaar vol te maken met zo min mogelijk schade of uitzicht op een dikke baan in het bedrijfsleven.

Om de vier jaar, of tussentijds bij het ‘vallen’ van de regering en ontbinden van de kamers, wordt wij, het volk dus, naar de stembus geroepen om, via het zogenaamd kiezen van onze vertegenwoordigers, de machtsverhoudingen tussen de onderscheiden partijen te (her)bepalen.

Ook al kiezen wij op kandidaat volksvertegenwoordigers, toch kiezen wij, gezien de geldende partijtucht, alleen maar voor een bepaalde partij. Vanaf dan heeft ‘het volk’ zijn macht volledig in handen gegeven van de onderscheiden partijen die dan in functie van het door het stemmenaantal bekomen gewicht, zelf bepalen of, en met wie zij al dan niet een regeringsmeerderheid kan vormen, en wie welke minister wordt.

De grondwettelijke bepaling dat de Koning na raadpleging van de voornaamste politici en zogenaamde ‘gestelde lichamen’ de formateur en achteraf zijn ministers aanstelt, is niets meer dan een goochel act of playbackshow, aangestuurd door de de voornaamste partijen.

Met andere woorden: onze democratie bestaat er in dat wij bij verkiezingen onze soevereine macht overdragen aan de partijen, waarvan een aantal onder hen bedisselen hoe en met wie zij de komende vier jaar op dictatoriale wijze het beleid gaan bepalen en uitvoeren.

democratieeeDaardoor ontbreekt het binnen de regeringsmeerderheid ook meestal aan overeenstemming en wordt ‘besturen’ meer dan eens een aaneenschakeling van compromissen waarmee problemen zelden (lees nooit) echt worden opgelost.

Hoe dan ook, in een democratie waar het volk zijn eigen leiders of regering niet kan kiezen, en zelfs niet wordt geraadpleegd (referendum) over het afstaan van nationale bevoegdheden en internationale verdragen, (zie de Europese verdragen) is de democratie een leugen van zichzelf.

Het feit dat het in de meeste andere ‘democratische’ landen er niet veel beter aan toe gaat, is daar geen verzachtende omstandigheid voor.

Geen reacties »

Abonneren op de RSS-feed van deze topic. TrackBack URL


Plaats een reactie

(wegens opgewonden standjes moet uw reactie eerst goedgekeurd worden)

*

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl