Een van de bizarste plannen van de Rut-Som-Pechcoalitie is de belasting op leidingwater.
Een maatregel die een schamele 300 miljoen euro moest opbrengen en nogal wat WTF’s opriep.
Vooropgesteld: het gaat gemiddeld om slechts 20 euro per huishouden per jaar, wat een schijntje is ten opzichte van andere maatregelen.
We zouden echter ook kunnen zeggen: waarom komen ze ons lastig vallen voor een paar pepernoten als driekwart van de ‘bezuinigingen’ toch al uit boekhoudkundige trucs bestaat? Eén reden konden we wel bedenken: Nederland heeft een heel erg gunstige waterprijs ten opzichte van omringende landen.
Daardoor zijn we aantrekkelijk voor zware industrie. En misschien is het niet zo verstandig als we in een dichtbevolkt land het drinkwater op grote schaal laten misbruiken – bijvoorbeeld door een Duits energiebedrijf dat dicht tegen de Duitse grens een kolencentrale bouwt die we in Nederland niet nodig hebben.
Wat de bouwer er ook voor mooie praatjes aan verbindt, leidingwater is in de eerste plaats bedoeld om de dorst te lessen en niet om een kolencentrale rendabel te maken. Daarom begrepen we die gekke belasting wel.
Totdat we vandaag in diverse media lazen dat een Kamermeerderheid voorstander is van een degressieve belasting. Daardoor gaat de zware industrie juist mínder betalen dan u en ik.
Dat VVD en D66 daar voor zijn, kunnen we ons nog voorstellen. Maar ook de PvdA doet mee. Inderdaad, de PvdA van Greenpeace-actievoerder Diederik Samsom.
Hoe ironisch.
We proberen de dag niet al te cynisch te beginnen.
Daarom vermijden we de suggestie dat Samsom zich iets te veel laat souffleren door zijn huidige politiek assistent Simon den Haak, thans voormalig Essent-lobbyist.