dec
14
2008
0

In de ban van terreur: de RAF

1RAF-logo_tcm44-236330In de nacht van 2 april 1968 vliegen twee warenhuizen in Frankfurt am Main in brand. Er vallen geen slachtoffers. De brandstichters: Andreas Baader en Gudrun Ensslin. Zij verklaren met hun daad tegen de “volkerenmoord in Vietnam” te protesteren.

Het tweetal vlucht naar Frankrijk, maar bij zijn terugkeer naar de Bondsrepubliek Duitsland in 1970 wordt Baader opgepakt en vastgezet. Lang zal zijn gevangenschap niet duren.

Kort na zijn arrestatie bevrijden Ensslin en een groep handlangers hun kompaan Baader met geweld. Vanaf dat moment besluiten Baader en zijn aanhangers een militante radicaal-linkse organisatie te vormen. De Rote Armee Fraktion is geboren. 

De jaren zestig en het studentenprotest
De RAF komt voort uit de studentenprotestbeweging die in Duitsland – net als in andere Westerse landen – met veel rumoer tegen de oudere generatie schopt, het materialisme afkeurt, de rechtstaat bestrijdt en tegen de oorlog in Vietnam protesteert.

De beweging is in Duitsland een bonte mix van anarchisten, pacifisten en radicalen. Eind jaren zestig splitst de beweging zich. Een deel wil hervormingen afdwingen met vreedzame, democratische middelen. Het andere deel radicaliseert en omarmt het geweld.

In die tijd ontstaan er talloze extreem-linkse splintergroepen die bereid zijn geweld te gebruiken. Maar geen van die groepen gaat zo ver als de Rote Armee Fraktion.

Tomeloze terreurcampagne
De RAF krijgt onder meer publicitaire steun van Ulrike Meinhof, schrijfster van een links studentenblad en lid van de verboden Kommunistische Partei Deutschlands. Al snel heet de RAF in de volksmond de Baader-Meinhof-Gruppe.

In de ogen van de RAF is Duitsland een politiestaat die geregeerd wordt door fascisten. In de woorden van Ensslin: “Geweld kan alleen met geweld worden beantwoord. Dit is de generatie van Auschwitz – met hen kan men niet discussiëren.” 

De RAF neemt haar werk bloedserieus. Baader, Meinhof, Ensslin en andere aanhangers gaan op trainingskamp bij de Palestijnse bevrijdingsorganisatie PLO van Yasser Arafat.

Bij terugkomst in de West-Duitsland beginnen ze een tomeloze terreurcampagne. In 1971 overvallen ze banken om hun activiteiten te financieren. Daarna richt hun geweld zich op politieke doelen: Amerikaanse legerbases, politiebureaus en rechters. Verschillende mensen komen om het leven.

De eerste generatie sterft
In 1972 lijkt een einde aan het geweld te komen als de Duitse politie de harde kern van de RAF arresteert. Baader, Ensslin en Meinhof belanden achter de tralies.

De Duitse overheid neemt extreme maatregelen om de groep te isoleren. Er worden aparte cellen voor ze gebouwd, gesprekken met advocaten worden afgeluisterd en soms mogen de verdachten helemaal geen advocaat zien.

De gevangen leden van de RAF verzetten zich tegen hun behandeling. Tussen 1974 en 1977 plegen ze zelfmoord of overlijden na een hongerstaking. Irmgard Möller, de enige van de eerste generatie die overleeft, heeft overigens altijd beweerd dat gevangen RAF-leden vermoord zijn door de Duitse regering.

Een nieuwe generatie staat op
Het geweld houdt echter niet op. Midden jaren zeventig staat een tweede generatie op en in 1977 bereikt het terrorisme van de RAF een nieuw hoogtepunt. Het eerste slachtoffer dat jaar is de hoogste procureur-generaal bij het Hooggerechtshof in Karlsruhe, Siegfried Bubeck. Bijna vier maanden later brengt de RAF Jürgen Ponto, directeur van de Dresdner Bank, om het leven.

Maar de meest spectaculaire terreurdaad is gewelddadige ontvoering van werkgeversvoorzitter Hans-Martin Schleyer, in september van dat jaar. Zijn vier begeleiders komen om in een kogelregen en Schleyer wordt in een grote rieten mand naar een schuiladres in Den Haag gesmokkeld. Duitsland is wekenlang in de ban van de ontvoering.

In de herfst van 1977 loopt de spanning verder op wanneer vier Arabische terroristen een toestel van Lufthansa kapen. De kapers eisen dat de Duitse regering gevangen RAF-leden vrijlaat. Maar bondskanselier Schmidt weigert te onderhandelen.

Een Duitse anti-terreureenheid ontzet op 18 oktober het vliegtuig en doodt op één na alle kapers. Als reactie brengt de RAF Schleyer om het leven. Zijn levensloze lichaam wordt de volgende dag in het Franse Mulhouse gevonden.

Het einde van de RAF
Na de ‘Duitse herfst’ van 1977 is de Rote Armee Fraktion over haar hoogtepunt heen. Veel oudgedienden leggen de wapens neer en duiken onder in de DDR. Een derde generatie staat op, maar die zal een stuk minder actief blijken.

Op 27 maart 1993 vindt een aanslag plaats op de nieuwbouw van en gevangenis in Weiterstadt. De schade is groot (ruim 60 miljoen euro), maar er vallen geen gewonden. Het zou de laatste gewelddadige actie van de RAF zijn.

Vijf jaar later, op 20 april 1998, ontvangt het persbureau Reuters een verklaring waarin de Rote Armee Fraktion aankondigt zichzelf op te heffen. “Bijna 28 jaar geleden, op 14 mei 1970, ontstond tijdens een bevrijdingsactie de RAF. Vandaag beëindigen wij dit project. De stadsguerrilla in de vorm van de RAF is nu geschiedenis.”

mei
21
2008
48

Het Baader Meinhof Komplex (2008)

Der Baader Meinhof Komplex

Der Baader Meinhof Komplex

Berlijn 1967. Door Amerikaanse anti-oorlog bewegingen geïnspireerde studenten gaan de straat op om te protesteren tijdens het bezoek van de Iraanse Sjah. Het protest wordt echter neergeslagen door de agenten van de Sjah en heeft ingrijpende gevolgen. Vanuit haar huiskamer volgt Ulrike Meinhof (Martina Gedeck) de ontwikkelingen en besluit dat er iets moet gebeuren. Ze komt in contact met de extremistische Andreas Baader (Moritz Bleibtreu) en beide vormen vanaf dat moment de ‘Rote Armee Fraktion’.

De film uit 2008

Duitsland / Frankrijk / Tsjechië
Drama / Misdaad
150 minuten

geregisseerd door Uli Edel
met Martina Gedeck, Moritz Bleibtreu en Johanna Wokalek

Duitsland, 1970. Bomaanslagen, het dreigende terrorisme en angst bedreigen de grondvesten van de jonge Duitse democratie. De geradicaliseerde Nazi-kinderen, geleid door Andreas Baader, Ulrike Meinhof en Gudrun Ensslin strijden een gewelddadige oorlog tegen het nieuwe fascisme: het Amerikaanse imperialisme, gesteund door de Duitse formatie. Baader, Meinhof en Ensslin vormen der Rote Armee Fraktion (RAF), met als doel het creëren van een meer menselijke samenleving. Bij het nastreven van hun ideal… (lees verder…)

okt
20
2007
1

Zwanezang Raf, Dood in Stammheim, zelfmoord of buitengerechtelijke executies

Naar aanleiding van de 30 jarige herdenking van de dood, in de gevangenis, van twee RAF kopstukken en de dood, op weg naar het ziekenhuis van een derde, is het van belang, stil te staan bij de vraag, of er sprake is van zelfmoord of buitengerechtelijke executies. Bovendien zijn de destijds door de Duitse Overheid genomen ”anti-terreur en detentiemaatregelen” in strijd met de mensenrechtenregels

Beste lezers,

Op 18-10 van dit jaar (2007) was het precies dertig jaar geleden, dat na een periode van, ontvoering, gijzeling, vliegtuigkaping en het opleggen van de meest ingrijpende isolatiemaatregelen, in de vroege ochtend twee kopstukken van de Rote Armee Fraktion [RAF], Andreas Baader en Gudrun Ennslin, dood in hun cel in de zwaarbeveligde Stammheimgevangenis werden aangetroffen, de eerste door een nekschot en de tweede opgehangen in haar cel
Een derde kopstuk, Carl Raspe, werd bloedend in zijn cel aangetroffen en overleed op weg naar het ziekenhuis
De enige overlevende, Irmgard Moller, werd met messteken in haar borst aangetroffen

Volgens de officiele lezing zou hier sprake zijn van een ”collectieve zelfmoord”
Hierbij zet ik vraagtekens, o.a. ondersteund door zowel de lezing van de kort geleden overleden Nederlandse RAF advocaat, Bakker Schut, alsmede het getuigenis van Irmgard Moller, die de collectieve zelfmoordlezing altijd heeft bestreden (lees verder…)

okt
18
2007
0

30 jaar na hun dood leven ze nog steeds

rafVandaag 18 oktober is het 30 jaar geleden dat onze helden , en werden vermoord in de gevangenis te Stuttgard.

De hele Duitse media die dik in de zakken van de politiek zit praat over een collectieve zelfmoord! Maar wij weten wel beter.

RAF-LogoHet was moord! Dat kon ook niet anders, da kaping van het Lufthansa vliegtuig was dan wel afgeslagen maar was nog steeds een gijzelaar van de . Dit was een probleem voor de Duitse justitie, ze wilden de niet vrijlaten, maar dat was ook wachten op de volgende gijzeling, kaping  of aanslag. Er was maar een oplossing, ze moesten dood, alleen hun dood kon de terreur om de te bevrijden stoppen. de enige die de aanslag in overleefde na 4 messteken in de borst, heeft altijd verklaard te zijn overvallen en neergestoken, het is ook zeer onwaarschijnlijk, zeg gerust onmogelijk dat een mens zichzelf 4 keer in de borst steekt.

Dat iedereen zo naief is (geweest) om de media te geloven dat zelfmoord was is voor mij nog steeds onbegrijpelijk. Als ik zeg als en beide een vuurwapen tot hun beschikking hadden waren ze zeker in een poging uit te breken omgekomen of uitgebroken uit . De Duitse overheid heeft op dat moment ook zijn doodvonnis getekend, maar dat namen ze voor lief.

Een ieder die wil beweren dat het anders is verklaar ik voor gek.

De daders van deze moorden lopen nog steeds vrij rond, maar zullen vast eens ter verantwoording worden geroepen.

okt
18
2007
0

De Stammheim-MOORDEN – 30 jaar geleden

De burgerlijke pers heeft, zoals te verwachten viel, het feit dat 30 jaar geleden de “Duitse herfst” van 1977 (de RAF-Offensive en de moorden van Stammheim) plaatsvond, aangegrepen voor een algehele afrekening met de politiek van het gewapend verzet en haar (voormalige) representanten in de “BRD”. Maar ook onze eigen scene zou zich met bovengenoemd thema (RAF/gewapende strijd/ Stammheim) bezig dienen te houden en haar eigen conclusies hieruit dienen te trekken. (lees verder…)

mrt
28
2006
0

De RAF in Nederland

Vier keer hebben leden van de RAF op Nederlandse bodem vuurgevechten geleverd met de politie. Het kostte drie Nederlanders het leven. De schietpartijen waren ‘ongelukjes’. De RAF is nooit van plan geweest in Nederland aanslagen te plegen of banken te overvallen.

rafsymboolVoor de Rote Armee Fraktion was Nederland vooral een Rückzugsgebiet, een toevluchtsoord. Hetzelfde gold bijvoorbeeld voor Frankrijk, waar Andreas Baader onderdook nadat hij in mei 1970 door Ulrike Meinhof uit de gevangenis was bevrijd. De RAF besloot in Nederland en Frankrijk geen gewelddadige activiteiten te ontplooien in de hoop dat ze daar door de politie met rust zou worden gelaten. RAF-leden huurden in Nederland onopvallende appartementen, zogeheten konspirative Wohnungen, waar ze zich regelmatig schuilhielden en nieuwe acties beraamden.

Al vóór de RAF was opgericht kwamen linkse extremisten graag naar Amsterdam, vooral om drugs te gebruiken en te kopen. Bernward Vesper, echtgenoot van RAF-oprichtster Gudrun Ensslin en vader van haar kind, schrijft daarover in zijn onvoltooide, postuum verschenen autobiografische essay ‘Die Reise’. Ook Peter-Jürgen Boock van de tweede generatie van de RAF vertelt in de boeken die hij in de jaren negentig schreef over zijn vroege bezoeken aan Amsterdam en andere Nederlandse steden. Daar deed hij de drugsverslaving op die later enkele RAF-leden fataal zou worden. (lees verder…)

nov
21
2002
0

Baader (2002)

baaderHet verhaal over de Rote Armee Fraktion (RAF), een terroristische, Duitse organisatie die geleid werd door Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Ulrike Meinhof. Zij werden onder meer getraind in Palestijnse trainingskampen en pleegden in de jaren zeventig aanslagen op Amerikaanse militaite doelwitten.

Duitsland / Verenigd Koninkrijk
Drama / Thriller
115 minuten

geregisseerd door Christopher Roth
met Frank Giering, Laura Maori Tonke en Birge Schade

Deze film zoek ik nog, heeft iemand deze ter overname graag een reactie of mail.

okt
02
2002
0

Stammheim, de RAF-top gevangen maar niet uitgespeeld

Inleiding

Het enige Nederlandse RAF-lid

StammheimDeze herfst is het vijfentwintig jaar geleden dat West-Duitsland geheel in de ban was van het terrorisme: de ‘Duitse Herfst’ van 1977. Een serie spectaculaire aanslagen en gijzelingen bracht het land aan de rand van de collectieve hysterie. De aanslagen waren afkomstig van de Rote Armee Fraktion, een klein groepje links-radicalen dat al sinds 1970 met gewelddadige aanslagen van zich liet horen. De veiligheidsmaatregelen van de staat werden tot ongekende hoogte opgevoerd en bondskanselier Helmut Schmidt sprak van ‘de zwaarste beproeving van de West-Duitse rechtsstaat sinds zijn ontstaan’. Er heerste totale paniek in de Bondsrepubliek. En dat, terwijl de leiders van de RAF toen al vijf jaar achter slot en grendel zaten.

De RAF had één Nederlands lid: de Amsterdamse graficus Ronald Augustin. Hij was opgegroeid in Amsterdam, maakte de Provo-beweging mee maar was net iets te jong zelf mee te doen. Hij liep wel mee in demonstraties tegen de oorlog in Vietnam, slikte LSD, werkte voor kleine linkse krantjes, maar het was allemaal niet echt wat hij zocht. Na wat omzwervingen door Europa volgde hij in september in 1969 een Duitse vriendin naar West-Berlijn, waar hij midden in de linkse ‘szene’ terechtkwam. Hij was 21 toen hij zich aansloot bij de RAF.

Tegenwoordig gaat Ronald Augustin, inmiddels 53 jaar oud, door het leven als een respectabele consultant, neutraal gekleed en met een keurige snor. Op straat zou je hem zo voorbij lopen. Hij ziet er voor zijn leeftijd jong uit maar valt verder op geen enkele manier op. Hij praat met zachte stem. Zijn accent verraadt dat hij lang in Duitsland heeft gewoond, maar je zou niet vermoeden dat hij het grootste deel van die tijd in de gevangenis heeft doorgebracht. Zeven jaar zat hij gevangen (1973-1980), wegens het vervalsen van paspoorten voor de RAF en het met een pistool bedreigen van een douanebeambte.

nov
01
1990
0

Op politieke vakantie

In de jaren zeventig en tachtig onderhield een aantal Nederlanders contacten met mensen in en rond de RAF. Sommigen op persoonlijke titel, anderen in georganiseerd verband. Er zijn evenwel geen aanwijzingen dat Nederlanders ooit direct waren betrokken bij gewelddadige acties van de terreurorganisatie.

protestrafEind jaren zestig, begin jaren zeventig gingen tal van Nederlandse links-radicalen op ‘politieke vakantie’ naar Berlijn. Daar maakten ze de straatgevechten mee en woonden ze de nachtenlange discussies in de Wohngemeinschaften bij. Sommigen van hen waren ook getuige van de geboorte van de stadsguerrilla. Een enkeling kwam zelfs in de kring rond Andreas Baader en Gudrun Ensslin terecht. Dat overkwam bijvoorbeeld Ronald Augustin, die prompt zijn diensten aan de RAF aanbood. Hij heeft zijn hulpvaardigheid met zeven jaar cel moeten bekopen.

Netwerk
Er bestonden, kortom, van meet af aan contacten tussen Nederlanders en mensen in en rond de RAF. Veel contacten werden op persoonlijke titel onderhouden. Wanneer het over Nederlandse steun aan de RAF gaat, denkt men echter al gauw aan een radicale linkse jongerenorganisatie als de Rode Jeugd. Zulke organisaties vormden echter slechts het zichtbare deel van een verder nogal informeel en los netwerk van sympathisanten, vrienden en helpers van de RAF.

Het staat zo goed als vast dat Nederlanders nooit direct betrokken zijn geweest bij gewelddadige acties van de RAF zoals gijzelingen, bankovervallen en aanslagen op objecten en personen. De steun die Nederlanders aan de RAF verleenden, lag op andere terreinen, zowel legaal als illegaal. Nederlanders waren incidenteel behulpzaam bij de aanschaf van wapens en explosieven, bij het regelen van valse paspoorten en rijbewijzen, bij het verlenen van logies, bij het inrichten van depots voor wapens en valse papieren, bij het verspreiden van propaganda en bij het organiseren van protesten tegen de vermeende foltering van RAF-gevangenen.

De illegale activiteiten laten zich uiteraard moeilijk exact traceren. De weinige gevallen die bekend zijn, betreffen activiteiten van mensen uit kringen van de Rode Jeugd, de Rode Hulp en het Rood Verzetsfront. Dat heeft een simpele reden: de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) hield er de vinger aan de pols. In een enkel geval was de BVD zelfs de uitvoerder, zoals toen een agent die in de Rode Jeugd onder de naam ‘Zwart’ opereerde, een illegale Duitser met een pakket explosieven over de grens naar de Bondsrepubliek begeleidde.

Onwetendheid
Een bijzondere ontmoeting tussen Nederlanders en de RAF vond plaats in Zuid-Jemen. In de zomer van 1976 was een groep van vijftien mensen naar dat land afgereisd om een guerrillatraining te volgen in een kamp van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina. In dezelfde periode zat daar ook een aantal RAF-leden dat zich op nieuwe acties aan het beraden was. Het werd voor de Nederlandse groep een ontnuchterende ontmoeting. De ervaren Duitsers ergerden zich enorm aan de onkunde en onwetendheid van de Nederlandse beginnelingen. Ze behandelden de Nederlanders neerbuigend en lieten duidelijk merken hen ongeschikt te achten voor de gewapende strijd. Kennelijk vonden deze Nederlanders dat zelf ook, want vrijwel alle Jemen-gangers maakten na terugkeer in Nederland snel een einde aan hun loopbaan in de stadsguerrilla.

Eind jaren zeventig was het Rood Verzetsfront (RVF), dat haar basis had op een boerderij in Drente, een belangrijk centrum van activiteiten ter ondersteuning van de RAF. Welke vorm die ondersteuning had, is althans voor wat het ondergrondse deel betreft moeilijk te achterhalen. Bovengronds deed het RVF aan propaganda door informatiebijeenkomsten te organiseren en de Knipselkrant uit te geven. In die Knipselkrant verschenen onder meer teksten van gedetineerde RAF-leden, die door hun advocaten uit de gevangenis waren gesmokkeld.

Het beleggen van bijeenkomsten over de RAF en het uitbrengen van RAF-teksten had toen overigens al enige traditie in Nederland. Pionier op dat terrein was de journalist Boudewijn Chorus. Voor het Utrechtse uitgeverijtje Spuw vertaalde Chorus ‘Ontwerp van de stadsguerilla’ van de RAF en ‘Handboek voor de stadsguerillero’ van de Braziliaan Carlos Marighela. Na de Duitse Herfst in 1977 publiceerde hij een apologie van de RAF onder de titel ‘Als op ons geschoten wordt…’. In woord en geschrift legde Chorus telkens weer uit waarom het in de Bondsrepubliek wel tot gewapend verzet moest komen, om er steevast aan toe te voegen dat de situatie in Nederland niet met die in Duitsland kon worden vergeleken.

Politiestaat
politiestaatDe meer dan warme belangstelling voor de RAF in sommige links-radicale kringen kwam voort uit de angst dat de Bondsrepubliek zich in de richting van een politiestaat ontwikkelde en dat Nederland in die ontwikkeling zou worden meegesleurd. In feite werd die angst door veel Nederlanders gedeeld. Maar de grote meerderheid meende dat informatie, debat en een kritische pers betere middelen waren om de dreigende politiestaat af te wenden dan rechtstreekse steun aan de RAF. Zo dacht ook een organisatie als de Rode Hulp erover. Zij informeerde over de Duitse terreurbestrijding, protesteerde tegen het gevangenisregime waaraan RAF-leden werden onderworpen en voerde actie voor de RAF-gedetineerden die tegen hun behandeling in hongerstaking waren gegaan.

Aan de Rode Hulp waren de namen verbonden van onder meer Augustins advocaat Pieter Herman Bakker Schut, uitgever Rob van Gennep, psychiater Sjef Teuns en de journalisten Rudie Kagie, Rudie van Meurs en Boudewijn Chorus. Toen een groepje radicale leden de Rode Hulp tot een illegale organisatie dreigde om te vormen, trokken ze zich schielijk terug. Al snel vonden ze een nieuw onderdak: het Medisch-Juridisch Comité Politieke Gevangenen. De lijnen van dat comité naar de RAF waren kort. Bakker Schut verdedigde naast Augustin ook leden van de RAF die deel uitmaakten van de harde kern. Daarnaast gold Rob van Gennep in RAF-kringen als iemand bij wie men gerust kon aankloppen, al zijn er geen aanwijzingen dat de linkse uitgever enig aandeel had in de illegale activiteiten van zijn bezoekers.

Kortom, in de jaren zeventig en ook nog in de jaren tachtig bestonden er verschillende soorten contacten tussen Nederlanders en de RAF. Maar op een enkele uitzondering na (Augustin), hadden die contacten niet het karakter van, zoals dat juridisch heet, ‘lidmaatschap van een criminele organisatie’.

jan
01
1978
0

De RAF – in de Nederlandse media

De Nederlandse media waren in de jaren zeventig in het algemeen op de van de hand van de RAF, zeker binnen de geëngageerde stroming van New Journalism.  Toen Nederland eind jaren zeventig op eigen bodem werd geconfronteerd met gewelddadigheden van de RAF, kwam hierin een omslag.

protestDe naoorlogse Nederlandse weerstand tegen Duitsland was waarschijnlijk nooit groter dan in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Vreemd genoeg had de Tweede Wereldoorlog gedurende de jaren vijftig niet zo veel aandacht gekregen. Nederland was zo druk met de wederopbouw dat voor verwerking van de oorlog geen aandacht meer was.

Dit veranderde in de jaren zestig. Algemeen wordt het uitzenden van de televisieserie ‘De Bezetting’ als begin van deze ontwikkeling beschouwd. In de veel bekeken serie werd de nadruk gelegd op het barbaarse karakter van de Duitse bezetter die het vredige, goedlopende leven van de Nederlanders wreed verstoorde. Veel mensen waren er van overtuigd dat Duitsers een ander karakter hadden dan Nederlanders. Er zou sprake zijn van een typisch Duitse volksaard. ‘De Duitser’ hield niet alleen van worst en bier en kuilen in het strand, maar was ook per definitie lichtgeraakt en van nature slaafs en onderdanig. Bovendien werd vaak benadrukt dat de democratie in de Bondsrepubliek nog heel jong was. De vergelijking met de Republiek van Weimar was snel gemaakt: ook een jonge democratie die relatief snel in de ban raakte van een ‘grote leider’.

Aan het einde van de jaren zestig laaide, in Nederland, net als in de rest van Europa, het studenten- en jongerenprotest op. Het anti-fascisme en de strijd tegen al wat autoritair was stond zeer hoog in het vaandel. Duitsland gold, in het licht van haar recente verleden, als afschrikwekkend voorbeeld. Een ander belangrijk kenmerk van de protestgeneratie was dat de jongeren sympathiseerden met hun collega’s in het buitenland. Dus ook met de West-DuitseAusserparlementarische Opposition (APO), de intellectuelen- en studentenbewegingen die zware kritiek hadden op het functioneren van de Duitse democratie en de consumptiemaatschappij.

New Journalism
De idealen van de jongeren kregen steeds meer invloed op de journalistiek. Er ontstond een nieuwe stroming die bekend kwam te staan als New Journalism. Voorheen probeerden journalisten het nieuws zo neutraal en objectief mogelijk te brengen, maar wel met respect voor de autoriteiten en de eigen zuil. New Journalism bracht daar verandering in. Een goede journalist moest juist geëngageerd zijn. De gewone burgers moest worden verteld dat zij door de kapitalistische machthebbers werden onderdrukt. Pas als zij zich hiervan bewust werden, was een andere maatschappij mogelijk. Het beroep van journalist werd populair en veel babyboomers kozen het als werkterrein. Dat had gevolgen voor de berichtgeving over de Rote Armee Fraktion. De RAF deelde een belangrijk doel met New journalism. Beide bewegingen streefden ernaar de massa wakker te schudden uit haar door de kapitalistische, conservatie bovenlaag veroorzaakte ‘sluimertoestand’. Veel journalisten konden daarom enige sympathie opbrengen voor de groep en vonden de bestrijdingsmethoden van de Bondsrepubliek buiten alle proporties. In de verslaggeving werd dan ook vaak de kant van de ‘actievoerders’ gekozen. Vertegenwoordigers van de Duitse regering werden vrijwel nooit aan het woord gelaten om hun kant van het verhaal toe te lichten. Verslaggevers en geïnterviewden verklaarden altijd wel tegen geweld te zijn, maar benadrukten daarbij ook steeds dat de regering het geweld met de dood van Benno Ohnesorg begonnen was.

Soms leek het wel of de Nederlandse journalisten tot de sympathisanten van de RAF behoorden. Hun oordeel was vaak niet mild. Veel journalisten namen de beschuldigingen van de RAF en haar advocaten klakkeloos over en spraken van onmenselijke toestanden in de gevangenis. Op TV werd openlijk getwijfeld aan de verklaring van de Duitse overheid dat Meinhof, Baader, Ensslin en Raspezelfmoord hadden gepleegd. Ook ging veel aandacht uit naar deRadikalenerlass, de serie wetten waarmee de Bondsrepubliek probeerde het terrorisme te beteugelen. Vooral de praktijk van de Berufsverbote uit deze serie kreeg veel kritiek. Mensen van wie bekend was dat zij de democratie niet erkenden mochten niet in overheidsdienst werken. Dat betekende in de Bondsrepubliek dat zij dan ook geen leraar, advocaat of treinmachinist mochten worden. Sommige deelstaten gingen hierin erg ver en vonden al snel dat iemand de democratie niet steunde. Nederland sprak er schande van. De PvdA schreef een brandbrief naar haar zusterpartij, de SPD. Er kwam een SPD-delegatie naar Amsterdam om de ruzie te sussen, maar veel PvdA’ers bleven verontwaardigd. Ook journalisten protesteerden hevig. Ze gebruikten termen als ‘heksenjacht’ en op televisie verschenen veel interviews met ogenschijnlijk nette jonge Duitsers die een Berufsverbot hadden gekregen omdat ze ooit in een demonstratie hadden meegelopen.

Sympathie
ulrikemeinhofEr is geen opinieonderzoek bekend waarin aan de Nederlandse bevolking werd gevraagd hoe zij tegenover de RAF stond. De opvattingen die uit de media klinken zijn natuurlijk niet per se dezelfde als die van ‘de man in de straat’. Maar de meeste Nederlandse jongeren konden wel sympathie opbrengen voor hun tegen het establishment strijdende leeftijdsgenoten. Bovendien was de RAF in wezen anti-Duits. Zij vocht namelijk tegen alles wat veel Nederlanders in Duitsland verafschuwden. Bijvoorbeeld tegen de oud-nazi’s die vaak nog belangrijke posten in de maatschappij bekleedden en tegen de ‘slaafse volgzaamheid’ van de Duitse burgers. Oudere Nederlanders hadden minder op met de radicale jongeren maar konden zich vaak wel vinden in hun kritiek op de Bondsrepubliek. Het harde optreden van de regering tegen de RAF riep bij velen – onterecht – herinneringen op aan de vervolgingen van andersdenkenden in de jaren dertig en veertig in Duitsland.

Het tij keerde na de Duitse Herfst in 1977. Het gebruikte geweld in deze periode ging velen te ver. Tijdens de vliegtuigkaping was het leven van 91 onschuldige mensen in gevaar gebracht. Bovendien hadden leden van de RAF een uitstapje naar Nederland gemaakt. De ontvoerde Schleyer was tijdelijk ondergebracht in Den Haag en daarom verbleven er ook enkele terroristen in dit land. De politie kwam ze op het spoor en probeerde ze in te rekenen. Dit leidde in Utrecht en in Amsterdam tot schietpartijen. In Utrecht kwam hierbij een politieman om het leven. Het geweld dat de RAF gebruikte breidde zich uit. Er vielen nu zelfs doden en gewonden in Nederland. Daardoor was het Duitse terrorisme niet langer een ver-van-mijn-bed-show. In Nederland leek men ook gevaar te lopen. Het klimaat in Nederland veranderde. De argwaan tegen Duitsland bleef nog even bestaan, maar de sympathie voor de RAF stierf snel af.

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl