mei
01
2009
1

Duitse herfst

De Rote Armee Fraktion.

Duitse-herfstMet de oprichting van de RAF, de ‘Rote Armee Fraktion’ of ‘Baader-Meinhof-Groep’ in 1969 begon één van de zwartste bladzijden in de naoorlogse geschiedenis van West-Duitsland. In de zogenoemde ‘Duitse herfst’ van 1977 werd de West-Duitse samenleving opgeschrikt door terreurdaden die hun weerga niet kenden: achtereenvolgens de moord op de directeur van de Dresdner Bank, Jürgen Ponto, de ontvoering – met dodelijke afloop – van de werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer, de kaping van een Lufthansa vliegtuig door met de RAF samenwerkende Arabische terroristen en de drievoudige zelfmoord van de RAF-kopstukken: Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe. Anderhalfjaar daarvoor had Ulrike Meinhof zichzelf al in haar cel om het leven gebracht.

In dit boek wordt het ontstaan van de RAF verklaard vanuit de context van het naoorlogse West-Duitsland. Daarnaast worden de twee grondleggers van deze terreurgroep, Andreas Baader en Ulrike Meinhof, geportretteerd. De vraag hoe het kwam dat zij tot het uiterste gingen om hun politieke doelstellingen te realiseren, vormt daarbij het uitgangspunt.

Margreet den Buurman is literatuurwetenschapper en publiceerde eerder bij Aspekt de verhalenbundel In de greep van Houdini. Daarnaast vertaalde zij uit het Duits o.m. Hitlers religie van Michael Hesemann, Skull & Bones van Andreas von Rètyi en Mijn land van duizend heuvels van Hanna Jansen.

Auteur: Margreet den Buurman
Paperback
195 pagina’s | Uitgeverij Aspekt B.V. | mei 2009

dec
14
2008
0

In de ban van terreur: de RAF

1RAF-logo_tcm44-236330In de nacht van 2 april 1968 vliegen twee warenhuizen in Frankfurt am Main in brand. Er vallen geen slachtoffers. De brandstichters: Andreas Baader en Gudrun Ensslin. Zij verklaren met hun daad tegen de “volkerenmoord in Vietnam” te protesteren.

Het tweetal vlucht naar Frankrijk, maar bij zijn terugkeer naar de Bondsrepubliek Duitsland in 1970 wordt Baader opgepakt en vastgezet. Lang zal zijn gevangenschap niet duren.

Kort na zijn arrestatie bevrijden Ensslin en een groep handlangers hun kompaan Baader met geweld. Vanaf dat moment besluiten Baader en zijn aanhangers een militante radicaal-linkse organisatie te vormen. De Rote Armee Fraktion is geboren. 

De jaren zestig en het studentenprotest
De RAF komt voort uit de studentenprotestbeweging die in Duitsland – net als in andere Westerse landen – met veel rumoer tegen de oudere generatie schopt, het materialisme afkeurt, de rechtstaat bestrijdt en tegen de oorlog in Vietnam protesteert.

De beweging is in Duitsland een bonte mix van anarchisten, pacifisten en radicalen. Eind jaren zestig splitst de beweging zich. Een deel wil hervormingen afdwingen met vreedzame, democratische middelen. Het andere deel radicaliseert en omarmt het geweld.

In die tijd ontstaan er talloze extreem-linkse splintergroepen die bereid zijn geweld te gebruiken. Maar geen van die groepen gaat zo ver als de Rote Armee Fraktion.

Tomeloze terreurcampagne
De RAF krijgt onder meer publicitaire steun van Ulrike Meinhof, schrijfster van een links studentenblad en lid van de verboden Kommunistische Partei Deutschlands. Al snel heet de RAF in de volksmond de Baader-Meinhof-Gruppe.

In de ogen van de RAF is Duitsland een politiestaat die geregeerd wordt door fascisten. In de woorden van Ensslin: “Geweld kan alleen met geweld worden beantwoord. Dit is de generatie van Auschwitz – met hen kan men niet discussiëren.” 

De RAF neemt haar werk bloedserieus. Baader, Meinhof, Ensslin en andere aanhangers gaan op trainingskamp bij de Palestijnse bevrijdingsorganisatie PLO van Yasser Arafat.

Bij terugkomst in de West-Duitsland beginnen ze een tomeloze terreurcampagne. In 1971 overvallen ze banken om hun activiteiten te financieren. Daarna richt hun geweld zich op politieke doelen: Amerikaanse legerbases, politiebureaus en rechters. Verschillende mensen komen om het leven.

De eerste generatie sterft
In 1972 lijkt een einde aan het geweld te komen als de Duitse politie de harde kern van de RAF arresteert. Baader, Ensslin en Meinhof belanden achter de tralies.

De Duitse overheid neemt extreme maatregelen om de groep te isoleren. Er worden aparte cellen voor ze gebouwd, gesprekken met advocaten worden afgeluisterd en soms mogen de verdachten helemaal geen advocaat zien.

De gevangen leden van de RAF verzetten zich tegen hun behandeling. Tussen 1974 en 1977 plegen ze zelfmoord of overlijden na een hongerstaking. Irmgard Möller, de enige van de eerste generatie die overleeft, heeft overigens altijd beweerd dat gevangen RAF-leden vermoord zijn door de Duitse regering.

Een nieuwe generatie staat op
Het geweld houdt echter niet op. Midden jaren zeventig staat een tweede generatie op en in 1977 bereikt het terrorisme van de RAF een nieuw hoogtepunt. Het eerste slachtoffer dat jaar is de hoogste procureur-generaal bij het Hooggerechtshof in Karlsruhe, Siegfried Bubeck. Bijna vier maanden later brengt de RAF Jürgen Ponto, directeur van de Dresdner Bank, om het leven.

Maar de meest spectaculaire terreurdaad is gewelddadige ontvoering van werkgeversvoorzitter Hans-Martin Schleyer, in september van dat jaar. Zijn vier begeleiders komen om in een kogelregen en Schleyer wordt in een grote rieten mand naar een schuiladres in Den Haag gesmokkeld. Duitsland is wekenlang in de ban van de ontvoering.

In de herfst van 1977 loopt de spanning verder op wanneer vier Arabische terroristen een toestel van Lufthansa kapen. De kapers eisen dat de Duitse regering gevangen RAF-leden vrijlaat. Maar bondskanselier Schmidt weigert te onderhandelen.

Een Duitse anti-terreureenheid ontzet op 18 oktober het vliegtuig en doodt op één na alle kapers. Als reactie brengt de RAF Schleyer om het leven. Zijn levensloze lichaam wordt de volgende dag in het Franse Mulhouse gevonden.

Het einde van de RAF
Na de ‘Duitse herfst’ van 1977 is de Rote Armee Fraktion over haar hoogtepunt heen. Veel oudgedienden leggen de wapens neer en duiken onder in de DDR. Een derde generatie staat op, maar die zal een stuk minder actief blijken.

Op 27 maart 1993 vindt een aanslag plaats op de nieuwbouw van en gevangenis in Weiterstadt. De schade is groot (ruim 60 miljoen euro), maar er vallen geen gewonden. Het zou de laatste gewelddadige actie van de RAF zijn.

Vijf jaar later, op 20 april 1998, ontvangt het persbureau Reuters een verklaring waarin de Rote Armee Fraktion aankondigt zichzelf op te heffen. “Bijna 28 jaar geleden, op 14 mei 1970, ontstond tijdens een bevrijdingsactie de RAF. Vandaag beëindigen wij dit project. De stadsguerrilla in de vorm van de RAF is nu geschiedenis.”

mei
21
2008
48

Het Baader Meinhof Komplex (2008)

Der Baader Meinhof Komplex

Der Baader Meinhof Komplex

Berlijn 1967. Door Amerikaanse anti-oorlog bewegingen geïnspireerde studenten gaan de straat op om te protesteren tijdens het bezoek van de Iraanse Sjah. Het protest wordt echter neergeslagen door de agenten van de Sjah en heeft ingrijpende gevolgen. Vanuit haar huiskamer volgt Ulrike Meinhof (Martina Gedeck) de ontwikkelingen en besluit dat er iets moet gebeuren. Ze komt in contact met de extremistische Andreas Baader (Moritz Bleibtreu) en beide vormen vanaf dat moment de ‘Rote Armee Fraktion’.

De film uit 2008

Duitsland / Frankrijk / Tsjechië
Drama / Misdaad
150 minuten

geregisseerd door Uli Edel
met Martina Gedeck, Moritz Bleibtreu en Johanna Wokalek

Duitsland, 1970. Bomaanslagen, het dreigende terrorisme en angst bedreigen de grondvesten van de jonge Duitse democratie. De geradicaliseerde Nazi-kinderen, geleid door Andreas Baader, Ulrike Meinhof en Gudrun Ensslin strijden een gewelddadige oorlog tegen het nieuwe fascisme: het Amerikaanse imperialisme, gesteund door de Duitse formatie. Baader, Meinhof en Ensslin vormen der Rote Armee Fraktion (RAF), met als doel het creëren van een meer menselijke samenleving. Bij het nastreven van hun ideal… (lees verder…)

okt
20
2007
1

Zwanezang Raf, Dood in Stammheim, zelfmoord of buitengerechtelijke executies

Naar aanleiding van de 30 jarige herdenking van de dood, in de gevangenis, van twee RAF kopstukken en de dood, op weg naar het ziekenhuis van een derde, is het van belang, stil te staan bij de vraag, of er sprake is van zelfmoord of buitengerechtelijke executies. Bovendien zijn de destijds door de Duitse Overheid genomen ”anti-terreur en detentiemaatregelen” in strijd met de mensenrechtenregels

Beste lezers,

Op 18-10 van dit jaar (2007) was het precies dertig jaar geleden, dat na een periode van, ontvoering, gijzeling, vliegtuigkaping en het opleggen van de meest ingrijpende isolatiemaatregelen, in de vroege ochtend twee kopstukken van de Rote Armee Fraktion [RAF], Andreas Baader en Gudrun Ennslin, dood in hun cel in de zwaarbeveligde Stammheimgevangenis werden aangetroffen, de eerste door een nekschot en de tweede opgehangen in haar cel
Een derde kopstuk, Carl Raspe, werd bloedend in zijn cel aangetroffen en overleed op weg naar het ziekenhuis
De enige overlevende, Irmgard Moller, werd met messteken in haar borst aangetroffen

Volgens de officiele lezing zou hier sprake zijn van een ”collectieve zelfmoord”
Hierbij zet ik vraagtekens, o.a. ondersteund door zowel de lezing van de kort geleden overleden Nederlandse RAF advocaat, Bakker Schut, alsmede het getuigenis van Irmgard Moller, die de collectieve zelfmoordlezing altijd heeft bestreden (lees verder…)

okt
18
2007
0

De Stammheim-MOORDEN – 30 jaar geleden

De burgerlijke pers heeft, zoals te verwachten viel, het feit dat 30 jaar geleden de “Duitse herfst” van 1977 (de RAF-Offensive en de moorden van Stammheim) plaatsvond, aangegrepen voor een algehele afrekening met de politiek van het gewapend verzet en haar (voormalige) representanten in de “BRD”. Maar ook onze eigen scene zou zich met bovengenoemd thema (RAF/gewapende strijd/ Stammheim) bezig dienen te houden en haar eigen conclusies hieruit dienen te trekken. (lees verder…)

mrt
01
2005
0

Politiek geweld in duitsland

Politiek-geweld-in-duitslandDenkbeelden en debatten.

Welke rol speelt geweld in de politiek? In Duitsland is daar als in geen ander land over nagedacht. Radicalen van links en rechts raakten gedurende de twintigste eeuw steeds opnieuw in de verleiding om met geweld een politieke oplossing te forceren. De traditie van het Duitse idealisme bleek te sterk. Taaie autocratische structuren lieten zich gelden. De gebroken verhouding tot de Duitse natie eiste haar tol. Het onvoltooide, beschamende verleden drong tot zuivering door geweld. Auteurs uit Nederland, Duitsland en Oostenrijk schrijven over deze Duitse worsteling met politiek geweld. Het gaat onder meer over de verwerking van traumatische geweldservaringen in de Eerste Wereldoorlog en het Derde Rijk, over geweld in de politieke arena van de Republiek van Weimar en over Rudi Dutschke, de RAF en de linkse kritiek op het ‘geweld der kameraden’. Nieuwe perspectieven op geweld worden betrokken op de Duitse geschiedenis, vanuit historisch, filosofisch, politicologisch en sociologisch standpunt.

Paperback Auteurs: Jacoo Pekelder & Frits Boterman (red.)
386 pagina’s | Mets en Schilt Uitgevers | maart 2005

okt
22
2002
0

Stammheim, de RAF-top gevangen maar niet uitgespeeld (8)

In de cel

Dwangvoeding of biefstuk

Ronald Augustin, voormalig lid van de RAF

Ronald Augustin, voormalig lid van de RAF

Klaus kende de gevangenisomstandigheden goed: hij was meerdere malen op bezoek bij de RAF-gevangenen, op de zevende verdieping van de Stammheim-gevangenis. Daarbij kreeg hij zelf een keer een schop in zijn buik van Ulrike Meinhof. Ook dat hoorde volgens Klaus tot de strategie van de RAF: ‘Het begon met de weigering de bewakers te groeten, maar het ging ook zover dat bewakers werden ook geschopt, of een keer met de wc-borstel op het hoofd geslagen. Dat hoorde allemaal bij de strategie van de voortzetting van de strijd vanuit de gevangenis.’

Het ironische is dat iemand als Augustin, die feitelijk slechts een ondersteunende rol heeft gespeeld in de RAF, het in de gevangenis veel zwaarder heeft gehad dan de leiders in Stammheim. Augustin ging in 1974 voor het eerst in hongerstaking – tegelijk met een aantal andere RAF-gevangenen – om betere gevangenisomstandigheden af te dwingen. Net als de anderen kreeg hij dwangvoeding toegediend. ‘Men heeft mij met een gynaecologische tang mijn mond open gewrongen, daar een dikke slang van een centimeter dik door mijn keel gewurgd, en dan twee liter van een of andere brij doorheen gepompt, die ik, zodra de slang er weet uit was, meteen weer heb uitgekotst. Ik ben er ook doodmisselijk van geweest, wat dat betreft had het niet veel effect. Ik heb ook een of twee keer in coma gelegen, hebben ze natuurlijk gebruik van gemaakt me aan het infuus te leggen.’ (lees verder…)

dec
05
1999
0

Begrepen Onbehagen; Politie en Rote Armee Fraktion Verzoend

Begrepen-onbehagenDe Nederlandse politie gaat hard optreden tegen de toenemende agressie tegen politiemensen, zowel fysiek als verbaal. Niet alleen met behulp van het strafrecht. Individuele politiemensen krijgen steun bij het indienen van civiele claims tegen degenen die hen aanvallen. De korpsen zelf gaan proberen het ziekteverzuim als gevolg van agressie te verhalen op de daders.

Er zijn echter ook andere verhalen. Zoals dat van rechercheur Herman van Hoogen. Deze hielp in 1977 tijdens een hevig vuurgevecht met gevaar voor eigen leven in Amsterdam-Osdorp twee leden van de Duitse Rote Armee Fraktion (RAF) aan te houden. Toch zette hij zich zeven jaar later in voor vervroegde vrijlating van het tweetal, Christof Wackernagel en Gert Schneider, nadat deze in de (Duitse) gevangenis tot inkeer waren gekomen. Dit (succesvolle) gebaar leidde tot een blijvende vriendschap.

Maar wat was dit voor een gebaar: een staaltje politiële professionaliteit, psychische verwerking van een traumatische gebeurtenis, verraad of een uniek geval van vergeving en verzoening? Deze vragen staan centraal in een publicatie die werd geredigeerd door dr. Frans Denkers, algemeen adviseur van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland, die vorige maand onverwachts overleed op 59-jarige leeftijd.

Denkers, van huis uit psycholoog, heeft zich vooral ingezet voor `zelfredzaamheid’, het mobiliseren van burgers in plaats van alle heil te verwachten van de Sterke Arm. In 1993 legde hij zijn credo neer in een boek met de titel Op eigen kracht de onveiligheid de baas; de politie van pretentieuze probleemoplosser naar bescheiden ondersteuner. Op initiatief van Denkers ging het Amsterdamse korps samenwerken met de Katholieke Universiteit Nijmegen, waar hij in 1975 promoveerde op Criminologie en beleid, in het project `christelijk-humanistische waarden en conflicten’. Begrepen onbehagen is daarvan een resultaat. Het boek heeft drie delen. Denkers schreef een inleiding over de RAF. Deel twee, dat zelfstandig kan worden gelezen, wordt geopend door Van Hoogen en bevat de reacties van 22 uiteenlopende personen, variërend van collega’s tot plattelandsvrouwen en wetenschappers. Deel drie bevat een analyse en conclusies, wederom van de hand van Denkers.

Van Hoogen zelf legt er de nadruk op dat zijn gedrag niets heeft te maken met `vergeving’. Vergeven kan je alleen mensen met wie je een emotionele band hebt. Het zou de politieman weinig hebben gedaan als het tweetal de vijftien jaar waartoe het werd veroordeeld wegens poging tot moord volledig had moeten uitzitten. Dat zou hij wel `stom’ hebben gevonden: `het is het eerste geval dat ik meemaak waarin mensen anders de lik uitgaan dan ze erin zijn gekomen. Toch het beginsel waar ons hele strafrechtssysteem op is gebaseerd?’

Kogelscherf

De reacties lopen zoals te verwachten uiteen. De politiecollega die een gemene kogelscherf van de RAF uit zijn knie moest laten halen vraagt zich af wat hij zou doen als hij het tweetal zou ontmoeten, bijvoorbeeld bij de presentatie van dit boek. `Alsnog schadevergoeding eisen waarschijnlijk, want die heb ik van het korps ook nooit gehad. Geen cent voor mijn bebloede kleren’. Zijn bijdrage heeft het kopje `verraad’.

Voor de goede orde: Van Hoogen heeft niet zelf de publiciteit gezocht; dat deed de toenmalige Amsterdamse recherchechef K. Sietsma, die inmiddels is overgestapt naar de particuliere beveiligingswereld. Hij vindt de belangrijkste les `dat een dialoog verre te prefereren is boven een confrontatie’. De RAF blijft echter in meerdere opzichten een bijzonder geval. De voornaamste bevinding van de afsluitende analyse is dan ook dat de stellingname van Van Hoogen moeilijk valt te generaliseren.

Bijzonder als hij is, valt de zaak-Van Hoogen toch niet helemaal los te zien van het poldermodel dat van oudsher kenmerkend is voor onze politie en justitie. Dat model contrasteert nogal met het proces van escalatie dat de geschiedenis van de RAF te zien geeft. Vijfentwintig jaar geleden kon ik daarvan een glimp opvangen als lid van een kleine Nederlandse delegatie die een onderzoek instelde naar de Haftbedingungen van Ronald Augustin, een `terrorist’ van Nederlandse afkomst die in hongerstaking was gegaan. Daaraan kwam pas een eind toen hij met veel gewapend politievertoon terecht was gekomen in een universiteitskliniek. Hij vertrouwde namelijk geen officiële gevangenisarts.

Had er dan niet even een andere dokter in de cel kunnen komen? Dat was formeel niet mogelijk, was het antwoord van de Duitse gevangenisautoriteiten. De delegatieleden keken elkaar aan: in Nederland zou een beetje gevangenisdirecteur gewoon een vertrouwenspersoon regelen. Dat was vijfentwintig jaar geleden en inmiddels zijn de verhoudingen in Nederland danig verhard, zij het niet vanwege terroristische activiteiten maar vanwege de drugshandel. Het strafklimaat is grimmiger geworden en rechters zijn geneigd allerlei onorthodoxe opsporingsmethoden voetstoots te accepteren. Daartegen staat een advocatuur die iedere vormfout probeert uit te buiten.

Dat mist zijn uitwerking op de politiepraktijk niet. Typerend is ook dat steeds vaker een claim wordt ingediend tegen de staat wanneer een zaak niet tot veroordeling leidt. De rechters zijn niet scheutig met het toekennen van schadevergoeding, maar er zal steeds minder aan deze logische tegenhanger van een hardere lijn tegen burgers zijn te ontkomen. Een claimgrage politie kan tegenclaims verwachten. Deze ontwikkeling heeft zeker goede kanten. Ook een juridische claim kan per slot van rekening leiden tot een dialoog en bevordert in elk geval de duidelijkheid.

Toch bevat de geschiedenis van Van Hoogen en de RAF ook een waarschuwing. Claims tegen onverlaten moeten voor de politiekorpsen bijvoorbeeld niet een excuus zijn om de begeleiding van de eigen mensen te verslonzen. Typisch een thema waarvoor Denkers zich heeft ingezet. De voornaamste boodschap is: duidelijkheid is prima maar polarisatie is funest. Het ging Van Hoogen waarschijnlijk dus toch gewoon om professionaliteit.

Auteur: Frans Denkers, Herman van Hoogen, Christof Wackernagel e.a.: Boek | Ingenaaid | 328 bladzijden | Nederlands | 1999

ISBN-10: 9054586710

ISBN-13: 9789054586715 | ISBN-10: 9054586710

Begrepen Onbehagen.Politie en Rote Armee Fraktion verzoend. Koninklijke Vermande, Gewapende strijd

jan
28
1997
0

Herfst in Duitsland – Kiepenheuer & Witsch

Plak 006-001-058Op zondag 9 oktober 1977  kondigt Gudrun Ensslin haar zelfmoord aan. In het betonnen Duits, dat de Rote Armee Fraktion eigen is, noteert ze: ‘Het gaat nu om uren, om dagen, dat wil zeggen niet eens meer om een week, en dan zullen wij, de gevangenen in Stammheim, Schmidt de beslissing uit handen nemen.’ Ensslin is die dag niet de enige die suïcidaal is. Ze wordt uiteindelijk wel een der bekendste doden van de maand, samen met Andreas Baader, Jan-Carl Raspe en Irmgard Möller. Deutschland im Herbst.

Het Todesspiel, zoals Heinrich Breloer het noemt in zijn deze week verschenen boek over de ontmanteling van de RAF, begint op maandag 5 september. Het wachtwoord is het zomerhitje Mendocino, telefonisch doorgegeven vanuit een telefooncel langs de Rijn. De acties van de RAF zijn weliswaar al eerder met de moord op procureur-generaal Siegfried Buback in Karlsruhe en bankier Jürgen Ponto in Oberursel naar een dodelijk niveau getild. Maar de ontvoering van werkgevers-voorzitter Hanns-Martin Schleyer luidt pas echt het najaar van het politieke terrorisme in. Die maandagmiddag wordt Schleyer voor zijn pied-à-terre in Keulen ontvoerd. Zijn chauffeur wordt doodgeschoten. De eisen van het commando Siegfried Hausner, dat de kidnapping voor zijn rekening neemt, zijn helder én voor de regering van bondskanselier Helmut Schmidt onaanvaardbaar: vrijlating van de gevangen RAF-leden.

Op donderdag 13 oktober – de dag dat het PvdA-congres in Amsterdam buitenland-secretaris Harry van den Bergh wegens ‘vliegtuig-diplomatie’ uit het partijbestuur wegstemt en vervangt door een ‘basis-diplomaat’ die later het spoor bijster zou raken in de kelders van dure hotels – krijgen de ontvoerders ondersteuning van een groep die het Lufthansa-vliegtuig Landshut kaapt. Alles komt nu samen. Nadat in de nacht van 17 op 18 oktober de Duitse antiterreur-brigade GSG-9 de Landshut op het vliegveld van Mogadishu met succes heeft ontzet en de kapers bijna allemaal gedood, wordt Schleyer doorSiegfried Hausner vermoord en in de kofferbak van een Audi-100 in het Franse Mulhouse geparkeerd.

Op dinsdagmorgen 19 oktober liggen Baader, Ensslin en Raspe, drie founding parents van de RAF, dood of bijna-dood in hun cellen-complex in Stammheim. De verdachten van de ontvoering worden later uiteindelijk gearresteerd en tot levenslang veroordeeld. Peter Jürgen Boock, een van hen, wordt de spijtoptant. (lees verder…)

jan
01
1972
0

De tweede generatie – De Duitse herfst, 1972-1977

De arrestatie van de grondleggers van de RAF in 1972 betekent allesbehalve het einde van de terreur. Een nieuwe generatie sympathisanten beschouwt de gevangenschap van Baader en trawanten als bewijs van de misdadigheid van het politieke systeem en verheft bevrijding van de boegbeelden tot haar voornaamste doelstelling.

holgermeinsHet geweld in West-Duitsland komt aanvankelijk uit een andere hoek in deze periode. Bij een gijzeling van Israëlische atleten door Palestijnse terroristen tijdens de Olympische Spelen van 1972 in München sterven elf Israëliërs, vijf Palestijnen en een Duitse agent. In 1974 steekt een storm van publiek protest op nadat RAF-lid Holger Meins op 9 november in gevangenschap is overleden aan een hongerstaking, waarmee hij protesteerde tegen de omstandigheden waaronder de eerste generatie RAF-leden wordt vastgehouden. Een dag later brengen vermoedelijk leden van de Bewegung 2. Juni de rechter Günter von Drenkmann om het leven. Vanaf het jaar daarop eist de RAF echter weer alle aandacht op – en nog nadrukkelijker dan voorheen.

Isoleercel
Op 25 april 1975 overvallen zes RAF-leden de Duitse ambassade in Stockholm. Zij gijzelen elf medewerkers en eisen dat onder andere Baader, Meinhof en Ensslin worden vrijgelaten. De economisch en de militair attaché worden geëxecuteerd. Kort voordat de Zweedse politie het gebouw wil bestormen, brengen de gijzelnemers – waarschijnlijk per ongeluk – hun springstof tot ontploffing. Eén van hen sterft direct, een tweede overlijdt later in het ziekenhuis.

Op 9 mei 1976 doen de bewakers van de Stammheim-gevangenis ’s ochtends een macabere vondst: Ulrike Meinhof heeft zichzelf opgehangen in haar isoleercel. Er was al enige tijd sprake van geestelijke verwijdering tussen haar en de overige gevangenen. De advocaten van de gevangenen, alsmede sympathisanten van de RAF, geloven niet in zelfmoord en spreken van executie van staatswege. Het bewijs hiervoor wordt nooit geleverd.

Op 7 april 1977 wordt de hoogste procureur-generaal bij het Hooggerechtshof in Karlsruhe, Siegfried Bubeck, samen met zijn chauffeur en begeleider in zijn dienstwagen doodgeschoten.

Op 30 juli wordt de bankier Jürgen Ponto op brutale wijze vermoord. Wanneer RAF-sympathisante Susanne Albrecht samen met twee collega’s de villa van Ponto betreedt, koesteren Ponto en zijn vrouw geen argwaan. Zij kennen Albrecht namelijk als een goede vriendin. De bankier wordt in zijn eigen huis doodgeschoten.

Vliegtuig
mogadishuHet geweld bereikt een climax in een zes weken durende periode in de herfst van 1977. Duitsland houdt massaal de adem in. De geweldsgolf, die de geschiedenisboekjes zal ingaan als ‘de Duitse herfst’, kost aan meer dan tien mensen het leven en doet de Duitse rechtsstaat in haar voegen kraken.

Het begint met de gewelddadige ontvoering van werkgeversvoorzitter Hanns Martin Schleyer, op 5 september in Keulen. Zijn vier begeleiders komen om in een ware kogelregen. Schleyer wordt gedwongen de regering per videobericht te smeken om vrijlating van de gevangen RAF-leden. Kanselier Helmut Schmidt (SPD) zweert niet met terroristen te zullen onderhandelen.

De spanning wordt verder opgevoerd wanneer vier Arabische terroristen op 13 oktober een vliegtuig van Lufthansa kapen dat met 86 inzittenden onderweg is van Mallorca naar Frankfurt. Het vliegtuig, de Landshut, belandt via een tussenstop in Jemen op het vliegveld van de Somalische hoofdstad Mogadishu. De kapers, die in contact staan met de RAF, dreigen de inzittenden te zullen executeren als de bondsregering weigert de gevangenen vrij te laten. De piloot, Jürgen Schumann, is tijdens een tussenstop reeds geëxecuteerd – strikt genomen dus geen moord door de RAF. Schmidt buigt echter niet. Omdat verdere executies dreigen, geeft Schmidt op 18 oktober het groene licht voor bestorming van het toestel door anti-terreurtroepen van de elite-eenheid GS9. Drie kapers worden omgebracht; de inzittenden blijven ongedeerd. Helmut Schmidt spreekt van “het meest dramatische moment in mijn leven sinds de oorlog.” De bondskanselier laat tranen van opluchting.

Zelfmoord
stammheidtodDezelfde nacht nog begaan de RAF-leden van het eerste uur zelfmoord in hun cel in Stuttgart. Andreas Baader en Jan-Carl Raspe beroven zich van het leven met pistolen die door hun advocaten naar binnen zijn gesmokkeld; Gudrun Ensslin hangt zichzelf op. Irmgard Möller overleeft ternauwernood de vier messteken die zij zichzelf toebrengt. De gevangenen zouden tot zelfmoord hebben besloten toen hen ter ore kwam dat de vliegtuigkaping was beëindigd en de kans dus was verkeken dat zij spoedig zouden vrijkomen. Maar net als na de dood van Ulrike Meinhof weigeren veel Duitsers te geloven in zelfmoord. Complottheorieën steken de kop op, mede omdat Irmgard Möller altijd zal blijven beweren dat geen sprake is geweest van zelfmoord maar van executies door staatsdienaren. Ook hiervoor wordt het bewijs nooit geleverd.

Een dag na de bestorming van de Landshut en de collectieve zelfmoord wordt het levenloze lichaam van Hanns Martin Schleyer aangetroffen in de kofferbak van een auto in de Franse stad Mulhouse. De bloedige climax maakt een einde aan de grootste uitdaging op het terrein van de binnenlandse politiek tot dan toe voor de Bondsrepubliek. De ‘Duitse herfst’ is voorbij.

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl