VALSE START CAMPAGNE REFERENDUM AFTAPWET
Vice-premier De Jonge en de AIVD geven foutieve informatie over de bevoegdheden van de AIVD. Ook andere voorstanders van de nieuwe afluisterwet als CDA-leider Buma en veiligheidsdeskundige Rob de Wijk vertellen onwaarheden. Zij zeggen dat de AIVD op dit moment “de kabel” niet mag afluisteren. Dat is pertinente onzin.
Zo zei vice-premier De Jonge (CDA) op 15 december jl op Radio 1: “We hebben allemaal een smartphone, alleen de dataverbindingen waar we gebruik van maken, daar kan op dit moment de inlichtingen- en veiligheidsdienst nog geen gebruik van maken. [..] Dat mag niet volgens de wet en dus is er een nieuwe wet nodig die dat mogelijk maakt.” (fragment) Dit is onjuist.
Ook de AIVD zelf schrijft op haar website (pdf): “Waar vroeger vrijwel alle communicatie over de ether liep, gaat die nu vooral over kabels. Kabels waar wij nu niet bij mogen, ook niet als kwaadwillenden daar informatie met elkaar delen. […] Met de nieuwe Wiv kan de AIVD deze communicatie ook op de kabel onderzoeken.” Ook dit is onjuist.
In een interview in het AD zegt Buma (CDA), de leider van een grote coalitiepartij: “De kabel mag niet afgetapt worden, dus gaat veel communicatie via [het chatkanaal bij] spelletjes. Daar moet je dus kunnen kijken”. En ook veiligheidsdeskundige Rob de Wijk bezondigt zich aan deze onwaarheid. “De vorige wet stamde uit het digitale stenen tijdperk, toen nog werd gedacht dat alle dataverkeer door de ether zou gaan. Inmiddels gaat 90 procent via de kabel, maar de inlichtingendiensten mochten daar niet bij.” Wederom, onjuist.
Kabel mag wél worden afgetapt
In artikel 25 van de bestaande wet uit 2002 staat: “De diensten zijn bevoegd tot het met een technisch hulpmiddel gericht aftappen, ontvangen, opnemen en afluisteren van elke vorm van gesprek, telecommunicatie of gegevensoverdracht door middel van een geautomatiseerd werk, ongeacht waar een en ander plaatsvindt.” In de toelichting bij het wetsartikel staat: “Hierbij gaat het derhalve niet alleen om telefoongesprekken. Op grond van dit artikel kan bijvoorbeeld ook elektronisch berichtenverkeer worden getapt.”
De AIVD mag dus wel degelijk de kabel afluisteren. Een voorwaarde bij de bestaande wet is wel dat dit gericht gebeurt. Dat houdt in dat alleen personen en organisaties afgeluisterd mogen worden waartegen de AIVD een bepaalde verdenking koestert. Dit is een grondbeginsel van onze rechtsstaat.
AIVD tapt steeds vaker
In de praktijk maakt de AIVD ook gewoon van deze bevoegdheid gebruik. De minister van Binnenlandse Zaken weigert precieze cijfers te geven over hoe vaak dat gebeurt. In de rapporten van de toezichthouder zelf vind je sporadisch informatie over het aftappen van de kabel. In 2009 blijkt de AIVD 1.078 internetaansluitingen te hebben afgetapt. In 2013 groeide het aantal taps met 11%. Volgens de toezichthouder liep dat jaar het aantal afgeluisterde aansluitingen “in de duizenden”. In 2016 rapporteerde de toezichthouder dat het aantal internettaps in ongeveer een jaar tijd met 19% was toegenomen.
Naast het daadwerkelijk aftappen van kabels, kan de AIVD ook nog op een andere manier bij de communicatie van mensen komen. Tegenwoordig verdwijnt communicatie niet meer, maar wordt vrijwel altijd geregistreerd op apparaten of systemen. De AIVD mag deze gegevens opvragen, bijvoorbeeld bij social media of providers (artikel 28/29). Ook mag het inbreken op e-mailaccounts, internetservers en webfora en de daar verzamelde communicatie kopiëren (artikel 24).
Misleiding
De AIVD mag dus wel degelijk nu ook al de kabel afluisteren en doet dat ook. Daarbij geldt in de huidige wet de voorwaarde dat de AIVD dat alleen bij verdachte personen en organisaties doet.
Het kabinet en de AIVD schuwen onwaarheden in hun voorlichting niet. Door deze onjuiste informatie van het kabinet en de AIVD lijkt het alsof de nieuwe wet noodzakelijk is om kwaadwillenden op het internet te kunnen volgen. Dat is een verkeerde voorstelling van zaken.
Bron: privacybarometer.nl