01
2017
Out of the box; sleep well!
Deze week is bekend geworden dat we onze mening mogen geven over ‘de sleepwet’. Een wet die overigens al is aangenomen door de Eerste Kamer. Logisch, immers de sleepwet is het summum voor de overheid die graag achter onze voordeur wil kijken, iets waar we op de-oppositie al eerder aandacht aan hebben geschonken. Alles wordt uit de kast getrokken om ons te overtuigen dat het voor onze eigen bestwil is. De mantra ‘als je niets te verbergen hebt, ben je voor de sleepwet’ en de drogredenatie dat het bijdraagt aan de strijd tegen terrorisme zijn de meest gehoorde. En mochten we er toch anders over denken, dan hebben Buma, Rutte en Segers ons al duidelijk gemaakt dat de uitslag van het referendum voor hun besluitvorming niet van belang is. Met andere woorden, die sleepwet gaat er komen, hoe dan ook. Ik verdenk de heren er trouwens van dat ze met het boek 1984 van George Orwell, ooit verplichte kost in het onderwijs, letterlijk en figuurlijk invulling geven aan hun natte droom. (lees verder…)
17
2009
Open brief aan onze MP – Wat is democratie
Steeds vaker horen ik burgers klagen dat Nederland al lang geen democratie meer is.
Officieel wel, maar dat is dan ook niet meer dan de titel van een slecht politiek toneelstukje.
Veel nieuwe wetgeving is er de laatste jaren voorbij gekomen , waarbij we ons met steeds grotere groepen stemmers afvragen of “ze” in Den Haag nu werkelijk alle verstand zijn verloren, en of de wetgeving die uit onze democratie voortkomt werkelijk onze wensen wel zijn.
In een democratie kan niemand onderdrukt worden, hoe kan het dan, dat na de formatie van deze regering niemand meer inspraak heeft, en hele groeperingen in de hoek gedrukt worden? Als door een meerderheid van 51 stemmen weer een of ander onzinnig wetje is aangenomen waar de andere 49 procent het niet mee eens is worden deze toch ook onderdrukt!
Als de democratisch gekozen regering besluit om mensen in armoede te laten leven, en als dat legaal is, dan houdt het op. Men wordt geacht om zich daarbij neer te leggen. Doet men dat niet, dan komt de AIVD en/of de Justitie in actie. Op deze wijze houdt de AIVD de armoede en ongelijkheid in stand.
We horen in Nederland sociaal democratisch te zijn, maar ondertussen zijn we zo sociaal dat het bijna a-sociaal is en zo democratisch dat je eigenlijk geen mening meer mag hebben.
We zijn in Nederland zo sociaal dat we bijna iedereen binnen laten, het eigenlijk niet kunnen betalen en toch een generaal pardon geven terwijl we zelf niet voor onze eigen mensen kunnen zorgen.
We hebben intussen meer dan 500.000 werkelozen.
Daarbij komt nog dat niemand wilt of kan zeggen wat immigratie hier in Nederland kost omdat dit een vorm van discriminatie zou zijn, waar dat verband ligt moet iemand me nog eens uitleggen trouwens.
En begin nu niet dat ik tegen buitenlanders ben of wat voor tegengas dan ook, dat ben ik in de verste verte niet, van mij mogen wereldwijd de grenzen open, echt waar, maar we leven nu eenmaal in een democratie wordt beweert, en hebben het recht om te eisen waar ons geld naar toe gaat.
En wat dat betreft ben ik eigenlijk nog het minst nieuwsgierig naar de kosten van immigratie. Ik wil kunnen zien en controleren wat alle uitgaven van ons bestuur zijn, daar is zelfs een wet voor weet u nog wel?De WOB of Wet Openbaarheid Bestuur.
Ondertussen zijn we zo democratisch dat als iemand een andere mening heeft dan de gemiddelde Nederlander, waarvan een groep vind dat dit in hun opinie een bedreiging is voor de rest van de bevolking je grote kans loop dat je bedreigd en of vermoord word.
Voorbeelden daarvan zijn er genoeg, en niet allen in Nederland.
Een echte democratie dient iedere burger gelijke kansen aan te bieden, maar dan niet omwille van zijn of haar statuut als burger.
Elke mens is uniek en het zijn die unieke capaciteiten die gestimuleerd moeten worden.
Maar juist die vrijheid maakt ongelijk. Er kan er maar eentje de eerste van de klas zijn.
In de autonome staat speelt de volksvertegenwoordiging een centrale rol. De burger kan zijn lot in eigen handen nemen.
Nee, we laten ons vertegenwoordigen door mensen die we zelf kiezen.
En laat ons dan weer niet achteraf klagen, een volk kiest de leider die het verdient en de minderheid moet zich naar die meerderheid te schikken.
Dus wat wij onder democratie verstaan is eigenlijk een vorm van een utopistisch bestaan, en omdat ook dit nog niemand gerealiseerd heeft ga ik er maar van uit dat een democratie niet bestaat.
Zolang we er steeds maar naar streven om de beste de rijkste en de mooiste te zijn is een echte democratie onhaalbaar.
Je moet gewoon niet meer willen hebben dan je nodig hebt zolang er nog mensen zijn die te kort komen.
Blijf lezen, binnenkort hoe gooien we deze “democratie” omver
14
2008
In de ban van terreur: de RAF
1In de nacht van 2 april 1968 vliegen twee warenhuizen in Frankfurt am Main in brand. Er vallen geen slachtoffers. De brandstichters: Andreas Baader en Gudrun Ensslin. Zij verklaren met hun daad tegen de “volkerenmoord in Vietnam” te protesteren.
Het tweetal vlucht naar Frankrijk, maar bij zijn terugkeer naar de Bondsrepubliek Duitsland in 1970 wordt Baader opgepakt en vastgezet. Lang zal zijn gevangenschap niet duren.
Kort na zijn arrestatie bevrijden Ensslin en een groep handlangers hun kompaan Baader met geweld. Vanaf dat moment besluiten Baader en zijn aanhangers een militante radicaal-linkse organisatie te vormen. De Rote Armee Fraktion is geboren.
De jaren zestig en het studentenprotest
De RAF komt voort uit de studentenprotestbeweging die in Duitsland – net als in andere Westerse landen – met veel rumoer tegen de oudere generatie schopt, het materialisme afkeurt, de rechtstaat bestrijdt en tegen de oorlog in Vietnam protesteert.
De beweging is in Duitsland een bonte mix van anarchisten, pacifisten en radicalen. Eind jaren zestig splitst de beweging zich. Een deel wil hervormingen afdwingen met vreedzame, democratische middelen. Het andere deel radicaliseert en omarmt het geweld.
In die tijd ontstaan er talloze extreem-linkse splintergroepen die bereid zijn geweld te gebruiken. Maar geen van die groepen gaat zo ver als de Rote Armee Fraktion.
Tomeloze terreurcampagne
De RAF krijgt onder meer publicitaire steun van Ulrike Meinhof, schrijfster van een links studentenblad en lid van de verboden Kommunistische Partei Deutschlands. Al snel heet de RAF in de volksmond de Baader-Meinhof-Gruppe.
In de ogen van de RAF is Duitsland een politiestaat die geregeerd wordt door fascisten. In de woorden van Ensslin: “Geweld kan alleen met geweld worden beantwoord. Dit is de generatie van Auschwitz – met hen kan men niet discussiëren.”
De RAF neemt haar werk bloedserieus. Baader, Meinhof, Ensslin en andere aanhangers gaan op trainingskamp bij de Palestijnse bevrijdingsorganisatie PLO van Yasser Arafat.
Bij terugkomst in de West-Duitsland beginnen ze een tomeloze terreurcampagne. In 1971 overvallen ze banken om hun activiteiten te financieren. Daarna richt hun geweld zich op politieke doelen: Amerikaanse legerbases, politiebureaus en rechters. Verschillende mensen komen om het leven.
De eerste generatie sterft
In 1972 lijkt een einde aan het geweld te komen als de Duitse politie de harde kern van de RAF arresteert. Baader, Ensslin en Meinhof belanden achter de tralies.
De Duitse overheid neemt extreme maatregelen om de groep te isoleren. Er worden aparte cellen voor ze gebouwd, gesprekken met advocaten worden afgeluisterd en soms mogen de verdachten helemaal geen advocaat zien.
De gevangen leden van de RAF verzetten zich tegen hun behandeling. Tussen 1974 en 1977 plegen ze zelfmoord of overlijden na een hongerstaking. Irmgard Möller, de enige van de eerste generatie die overleeft, heeft overigens altijd beweerd dat gevangen RAF-leden vermoord zijn door de Duitse regering.
Een nieuwe generatie staat op
Het geweld houdt echter niet op. Midden jaren zeventig staat een tweede generatie op en in 1977 bereikt het terrorisme van de RAF een nieuw hoogtepunt. Het eerste slachtoffer dat jaar is de hoogste procureur-generaal bij het Hooggerechtshof in Karlsruhe, Siegfried Bubeck. Bijna vier maanden later brengt de RAF Jürgen Ponto, directeur van de Dresdner Bank, om het leven.
Maar de meest spectaculaire terreurdaad is gewelddadige ontvoering van werkgeversvoorzitter Hans-Martin Schleyer, in september van dat jaar. Zijn vier begeleiders komen om in een kogelregen en Schleyer wordt in een grote rieten mand naar een schuiladres in Den Haag gesmokkeld. Duitsland is wekenlang in de ban van de ontvoering.
In de herfst van 1977 loopt de spanning verder op wanneer vier Arabische terroristen een toestel van Lufthansa kapen. De kapers eisen dat de Duitse regering gevangen RAF-leden vrijlaat. Maar bondskanselier Schmidt weigert te onderhandelen.
Een Duitse anti-terreureenheid ontzet op 18 oktober het vliegtuig en doodt op één na alle kapers. Als reactie brengt de RAF Schleyer om het leven. Zijn levensloze lichaam wordt de volgende dag in het Franse Mulhouse gevonden.
Het einde van de RAF
Na de ‘Duitse herfst’ van 1977 is de Rote Armee Fraktion over haar hoogtepunt heen. Veel oudgedienden leggen de wapens neer en duiken onder in de DDR. Een derde generatie staat op, maar die zal een stuk minder actief blijken.
Op 27 maart 1993 vindt een aanslag plaats op de nieuwbouw van en gevangenis in Weiterstadt. De schade is groot (ruim 60 miljoen euro), maar er vallen geen gewonden. Het zou de laatste gewelddadige actie van de RAF zijn.
Vijf jaar later, op 20 april 1998, ontvangt het persbureau Reuters een verklaring waarin de Rote Armee Fraktion aankondigt zichzelf op te heffen. “Bijna 28 jaar geleden, op 14 mei 1970, ontstond tijdens een bevrijdingsactie de RAF. Vandaag beëindigen wij dit project. De stadsguerrilla in de vorm van de RAF is nu geschiedenis.”
02
2007
Niet bang om te sterven – Dertig jaar terrorisme in Nederland
In maart 2005 werden negen leden van de Hofstadgroep veroordeeld tot lange gevangenisstraffen op grond van hun lidmaatschap van een criminele terroristische organisatie. Na vele mislukkingen (vrijspraken in de Jihad-zaak en de zaak tegen Samir A.) werd dit vonnis door politie, justitie en politici gevierd als een overwinning. De nieuwe terrorismewetgeving, ingevoerd na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten, was toegepast en door de rechtbank goed bevonden.
Maar is die wetgeving wel zo goed? Zijn de vele wetten en maatregelen wel allemaal nodig en zinvol? En botsen ze niet met de mensenrechten, waar Nederland zo trots op is?
Hoe gaat de overheid om met terreur?
In Niet bang om te sterven worden de nieuwe maatregelen aan de hand van de recente terrorismeprocessen vergeleken met het optreden van de overheid tegen terrorisme en gewelddadig activisme in de jaren zeventig, tachtig en begin negentig: de gasexplosie door El Fatah, de treinkapingen bij Wijster en De Punt, de brandstichtingen en bomaanslagen door RaRa en ETA. Hoewel de commotie destijds net zo groot was, leidde dat nauwelijks tot nieuwe wetgeving. Waarom niet? En waarom was men destijds, anders dan nu, zo bang om het woord terrorisme te gebruiken?
Niet bang om te sterven is een verhelderend boek dat veel stof tot discussie geeft.
Genre: Misdaad
Omslagontwerp: Mulder Van Meurs, Toni Mulder
ISBN: 978 90 468 0172 7
NUR: 740
Aantal pagina’s: 288
Afmetingen: 13,5 x 21 cm
01
2007
Terroristen en hun bestrijders
Zelden heeft de wereldpolitiek zo in het teken gestaan van het terrorisme en de strijd daartegen. Hoe heeft dit verschijnsel zich kunnen ontwikkelen? In Terrorisme, vroeger en nu schetsen negen deskundigen de historische en maatschappelijke achtergronden van het terrorisme.
Dat mensen al heel lang gebruik hebben gemaakt van methoden die nu onder de noemer terrorisme vallen, blijkt uit de vele voorbeelden in deze bundel. Zoals de aanslagen op koning-stadhouder Willem III in Engeland in de zeventiende eeuw, het anarchistisch activisme in Rusland in de negentiende eeuw, het dekolonisatie-terrorisme in Algerije en Zuidoost-Azië, en het linkse terrorisme in Duitsland (raf), Italië (Rode Brigades) en zelfs in Nederland (RaRa). Het boek behandelt daarnaast ook de bestrijding van het terrorisme, de rol van de geheime diensten en de effectiviteit van de bestrijding. De aanleiding voor dit boek is uiteraard 11 september 2001 en de nasleep daarvan. Onderzoekers verbonden aan het Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Cultuur (ogc) van de Universiteit Utrecht hebben een onderzoeksproject opgezet, in samenwerking met de Coördinator Terrorismebestrijding. Het eerste resultaat is dit overzichtswerk, waarin het terrorisme in een historisch perspectief wordt geplaatst.
Paperback
178 pagina’s | Uitgeverij Boom | maart 2007
28
2005
Terrorisme en Nederland
Nederland is in de ban van terrorisme. Sinds 9/11 en de moord op Theo van Gogh zijn het actuele dreigingsniveau en de vraag of ons land wel goed is voorbereid, vrijwel elke dag in het nieuws. Tegelijkertijd is er kritiek op de Nederlandse overheid omdat heldere informatie uitblijft. Terrorisme in Nederland laat zien hoe het ervoor staat, waar de dreiging vandaan komt, en wat we ertegen kunnen doen. Aan de hand van gesprekken met en artikelen van topfunctionarissen die dagelijks met het onderwerp te maken hebben, geeft het een goed inzicht in deze complexe problematiek. (lees verder…)
22
2002
Stammheim, de RAF-top gevangen maar niet uitgespeeld (3)
Het ‘werk’
Paspoorten vervalsen, auto’s regelen, etc.
De kern van de RAF was terughoudend in het toelaten van nieuwe leden, maar Augustin was waardevol dankzij zijn grafische achtergrond. Naarmate meer leden van de RAF door de politie werden gezocht, was er meer behoefte aan valse identiteitspapieren. Bovendien had de Nederlander het voordeel dat hij – aanvankelijk – nog niet gezocht werd door de politie. Augustin: ‘Ik heb een business opgezet als graficus, die als cover kon dienen om een donkere kamer te hebben en al het materiaal, dat nodig was om papieren te vervalsen. En langzaam ben ik wat meer dingen gaan doen. Het ging vooral om de organisatie van logistiek en het voeren van politieke discussies met mensen, om te kijken in hoeverre ze betrokken wilden worden bij het organiseren van de illegaliteit.’
Bij de logistiek hoorde ook het zogenaamde ‘regelen’ van auto’s. Daarbij hield Augustin er altijd rekening mee dat hij gepakt kon worden. ‘We gingen geen auto jatten zonder gewapend te zijn, om voorbereid te zijn op een poging ons te arresteren.’ Voor zulke gelegenheden kreeg Augustin een pistool van iemand uit de RAF-kern te leen. Een eigen wapen kreeg hij pas toen hij in 1971 moest onderduiken omdat de politie hem op het spoor was. Het onderduiken maakte het leven er niet makkelijker, maar wel een stuk duidelijker op. De overstap naar de illegaliteit betekende een belangrijke promotie in de RAF-hiërarchie. Vanaf dat moment mocht Augustin ook meediscussiëren over nieuwe aanslagen.
Geweld gold als een noodzakelijk element in de strijd van de RAF. De maatschappij moest grondig opgeschud worden; de staat geprovoceerd. Voor de RAF was het oorlog. Dat daarbij af en toe slachtoffers vielen, 67 in totaal (aan beide kanten), nam de RAF op de koop toe. Ook nu nog neemt Augustin daar geen afstand van: ‘De RAF heeft een gewapende strijd gevoerd. En daarbij zijn doden gevallen. Daarbij vallen ook onschuldige doden, als je dat zo moet noemen, maar dat rechtvaardigt nog niet de term “terrorisme”.’
21
1979
Die Dritte Generation (1979)
Fassbinders aanklacht tegen het kreupele politieke denken van de Westduitse terroristen werd een film met schitterende acteerprestaties over de ontvoering van een rijke Amerikaan door uit gegoede kringen afkomstige ‘linkse’ activisten. De geluidsband is een mengelmoes van dialoog en costant jengelende tv’s en radio’s. Scenario en camerawerk van regisseur Fassbinder.
Deze film zoek ik nog, iemand hem op vhs of dvd ter overname?