jun
02
2007

Niet bang om te sterven – Dertig jaar terrorisme in Nederland

niet_bang_om_te_stervenIn maart 2005 werden negen leden van de Hofstadgroep veroordeeld tot lange gevangenisstraffen op grond van hun lidmaatschap van een criminele terroristische organisatie. Na vele mislukkingen (vrijspraken in de Jihad-zaak en de zaak tegen Samir A.) werd dit vonnis door politie, justitie en politici gevierd als een overwinning. De nieuwe terrorismewetgeving, ingevoerd na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten, was toegepast en door de rechtbank goed bevonden.
Maar is die wetgeving wel zo goed? Zijn de vele wetten en maatregelen wel allemaal nodig en zinvol? En botsen ze niet met de mensenrechten, waar Nederland zo trots op is?

Hoe gaat de overheid om met terreur?

In Niet bang om te sterven worden de nieuwe maatregelen aan de hand van de recente terrorismeprocessen vergeleken met het optreden van de overheid tegen terrorisme en gewelddadig activisme in de jaren zeventig, tachtig en begin negentig: de gasexplosie door El Fatah, de treinkapingen bij Wijster en De Punt, de brandstichtingen en bomaanslagen door RaRa en ETA. Hoewel de commotie destijds net zo groot was, leidde dat nauwelijks tot nieuwe wetgeving. Waarom niet? En waarom was men destijds, anders dan nu, zo bang om het woord terrorisme te gebruiken?
Niet bang om te sterven is een verhelderend boek dat veel stof tot discussie geeft.

Genre: Misdaad
Omslagontwerp: Mulder Van Meurs, Toni Mulder
ISBN: 978 90 468 0172 7
NUR: 740
Aantal pagina’s: 288
Afmetingen: 13,5 x 21 cm


Sinds de aanslagen van 11 september wordt er veel over gesproken over ‘nieuw’ terrorisme, of zelfs over ‘catastrofaal’ terrorisme. Niet alleen wetenschappers bezigen deze termen. Ook de Nederlandse regering heeft deze overgenomen.
Het idee erachter is dat er sprake is van een radicale breuk met het traditionele terrorisme van de jaren zeventig en tachtig. Nu is het niet langer politiek, maar religieus geïnspireerd, niet meer gericht op het ontvoeren of doden van enkele vooraanstaande vertegenwoordigers van de tegenstander, vaak regeringsfunctionarissen, maar heeft het ‘soft targets’ als doelwit uitgekozen. Vanwege deze veranderingen is ook een ander antwoord nodig, is de redenering, een waarin de overheid veel verder gaat dan in het verleden en zich meer richt op het voorkomen van aanslagen.
Het boek van Nova-verslaggever Siem Eikelenboom over dertig jaar terrorisme in Nederland is er vooral op uit om deze breuk te relativeren. Daarmee wordt ook de rechtvaarding voor de soms rigide maatregelen ondermijnd. Hij heeft in dit betoog voor een groot deel gelijk, hoewel het belangrijk blijft om een aantal wezenlijke veranderingen onder ogen te zien.

Het grootste deel van zijn boek besteedt Eikelenboom aan de feitelijke beschrijving van terroristische plannen en acties in Nederland, van de Molukse gijzelingen en de Raf en Rara in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw tot de Hofstadgroep en aanverwanten in het begin van deze eeuw. Hier had hij af en toe wel even de grote lijnen mogen samenvatten en zijn eigen accenten kunnen leggen. Nu is er een grote kloof tussen deze beschrijvende hoofdstukken en de meer analyserende inleiding en conclusie.

Vervolgens komt de reactie van de overheid aan bod. Die bleef in die eerste fase vooral beperkt tot organisatorische maatregelen. Er werden geen nieuwe wetten ingevoerd of ruime bevoegdheden verleend aan politie, inlichtingendienst of justitie. Heel anders liep dat sinds 2001. De regering presenteerde het ene na het andere actiepakket, daarbij opgejaagd door het parlement.Het actieve optreden komt deels ook voort uit internationale druk, maar Nederland gaat soms verder dan in internationale organisaties is afgesproken. Eikelenboom beschrijft ook hoe in zeker in een geval de invloed van het buitenland werd verzwegen, namelijk bij het voorstel om materiaal van de inlichtingendiensten als bewijsmiddel te laten dienen in een rechtszaak.

Welke verschillen zijn er nu werkelijk tussen ‘oud´ en ‘nieuw´ terrorisme? Eikelenboom heeft gelijk als hij stelt dat religieus geïnspireerd terrorisme vaak verweven is met politieke of nationalistische doelen. Zuiver religieus is het veelal niet. Maar misschien is het toch zo dat religieuze inspiratie nog meer een carte blanche geeft dan politieke drijfveren. Maar een opmerking als dat wanneer religieuze groepen met rust worden gelaten, er niets aan de hand is, is toch wat te naïef.

Internationale banden zijn uiteraard niets nieuws. Van de Raf, de Rode Brigades en een aantal ‘linkse’ Palestijnse terrorischistische bewegingen kan je zelfs zeggen dat ze net zo zeer onderdeel waren van een netwerk als de huidige jihadistische organisaties. Ook de bereidheid te sterven is geen wezenlijke verandering. Ook de Molukkers hadden hun ‘zelfmoordcommando’ en diverse Raf-leden pleegden zelfmoord. Iedereen die de wapenen opneemt tegen de staat of een veel sterkere tegenstander moet er rekening mee houden dat hij of zij gedood wordt. Zelfs de meest terughoudend optredende tegenstanders, de Britten tegen de IRA, zullen in bepaalde gevallen niet terugdeinzen voor dodelijk geweld.

Ook mikten de ‘oude’ terroristische organisaties soms op soft targets, zoals treinen of scholen. Maar hoewel ze speelden met de levens van onschuldigen en die soms ook doden, is er toch een verschil met de wens om een zo groot mogelijk aantal slachtoffers te maken, zoals bleek uit de aanslagen van 11 september en die in Londen, Bali en Madrid. Gelukkig zijn er niet meer van dit soort aanslagen en zijn die er in Nederland niet geweest, maar om te schrijven dat de aanslagen in de Verenigde Staten een eenmalige uitschieter zijn geweest, is wel erg optimistisch. Ook de (mislukte) aanslagen in Glasgow en Londen wijzen weer op de pure willekeur van deze terroristen. Het verschil met het klassieke terrorisme is misschien eerder gradueel dan absoluut, maar het is er wel degelijk.

In een groot deel van de strengere wetgeving ziet Eikelenboom niets en daar valt zeker wat voor te zeggen. Hij pleit voor de dialoog, ook met salafisten. En die gesprekken mogen niet zonder gevolgen blijven. Daar is veel voor te zeggen. Het intern gekweekte terrorisme is zeker gebaat bij en kan waarschijnlijk niet zonder medewerking van gematigde moslims.

Maar Eikelenboom gaat verder. Zo zouden westerse landen in hun buitenlandse politiek rekening moeten houden met de moslimgemeenschappen. Maar als dat gebeurt onder de druk en dreiging van terrorisme gaat dat veel te ver.Relativeren is goed, bagatelliseren of capituleren niet.

2 Comments »

  • avatar Sipke Faber schreef:

    Dit boek geeft een goed overzicht van pak weg 25 jaar terrorisme in NL. Er is veel meer voorgevallen dan menigeen zich zal herinneren! Vergeleken bij de jaren 70-80 is het nu eigenlijk heel rustig! Een gedegen stuk onderzoeksjournalistiek met veel verrassende inkijkjes in politie, justitie en geheimde diensten. Ik blééf erin lezen, ook al duizelt het je soms van de details. Het laatste hoofdstuk over “het beleid” vind ik helaas ronduit zwak en gratuit. Het tendeert teveel van “multiculti” en het programma “NOVA” wordt veel te vaak genoemd. Natuurlijk is de opstelling van “de politiek” in deze eeuw hysterisch te noemen, dat vind ik ook, maar het probleem is wel veel complexer dan “beter luisteren naar de ethnische minderheden”. Vergeet niet dat een flink deel van de moslimgemeenschat ronduit walgt van onze Westerse samenleving waarvan ze zelf deel uitmaken.

  • avatar Anoniem schreef:

    Siem Eikelenboom geeft een fantastisch overzicht van het fenomeen terrorisme in Nederland in de afgelopen 30 jaar. Daarbij komt vooral naar voren dat terrorisme geen nieuw fenomeen is en dat er heel veel overeenkomsten zijn tussen de omstandigheden waar deze groepen zich in bevinden. Vaak voelen de leden van de radicale groeperingen zich benadeeld en onrechtvaardig behandeld. Zij hebben het gevoel dat ze alles al hebben geprobeerd en dat alleen op een gewelddadige manier mensen misschien naar ze willen luisteren.

Abonneren op de RSS-feed van deze topic. TrackBack URL


Plaats een reactie

(wegens opgewonden standjes moet uw reactie eerst goedgekeurd worden)

*

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl