De Verenigde Naties hebben kritiek op SyRI, het omstreden systeem van de Nederlandse overheid om uitkeringsfraude op te sporen. Het maakt van arme mensen en mensen met een migratieachtergrond tweederangsburgers.
Dat stelt Philip Alston, VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten. Hij geeft daarmee advies in een rechtszaak die enkele organisaties, samen met schrijvers Tommy Wieringa en Maxim Februari, voeren tegen de Staat. Zij eisen dat de overheid een einde maakt aan het systeem. De zaak dient volgende week.
SyRI is een algoritme, dat gebruik maakt van privacygevoelige gegevens om zo fraude op te sporen in ‘probleemwijken’.
Het systeem gebruikt een grote hoeveelheid gegevens, onder meer over arbeid, detentie, belastingen, onderwijs, pensioen, schulden, uitkeringen en toeslagen.
Door dit te vergelijken met de gegevens van bekende fraudeurs, wijst SyRI aan waar de risico’s op fraude volgens haar het grootst zijn.
De privacy van burgers is in gevaar, stelt Alston. Dat was al zo, door de strenge regels waaraan iemand tegenwoordig moet voldoen om voor bijstand in aanmerking te komen.
Dankzij SyRI is Nederland volgens hem een ‘technologische surveillancestaat’ aan het worden.
Nieuwsuur brengt maandag 21 oktober 2019 het rapport van Alston onder de aandacht.
BRON: Nederlands Dagblad