okt
13
2007
2

Pieter Herman Bakker Schut

bakker-schut-in-1977-bij-gerechtsgebouw-utrecht

bakker-schut-in-1977-bij-gerechtsgebouw-utrecht

Pieter Herman Bakker Schut (Haarlem, 31 maart 1941 – Amsterdam, 13 oktober 2007) was een Nederlandse advocaat.

Na het behalen van zijn gymnasium-diploma, in 1959 aan het Eerste Vrijzinnig-Christelijke Lyceum in Den Haag, studeerde Bakker Schut een jaar aan de Wesleyan University in Middletown, Connecticut VS. Van 1960 tot 1965 studeerde hij Rechten aan de universiteit van Leiden. Tijdens zijn militaire dienst werd hij opgeleid tot ‘verhoorspecialist’ bij de Militaire Inlichtingendienst in Harderwijk. Van 1967 tot 1971 was hij advocaat in Amsterdam, daarna was hij docent Strafrecht aan de universiteit van Utrecht. Van 1971 tot 1984 werkte hij bovendien in de sociale advocatuur in Utrecht. In het midden van dat decennium kreeg hij bekendheid door het verdedigen van verdachten van de Rote Armee Fraktion, zoals Ronald Augustin. Hij schreef een uitgebreide studie over de processen tegen de leden van de RAF: Stammheim, die notwendige Korrektur der herrschenden Meinung, 1986 Neuer Malik Verlag, Kiel, ISBN3-89029-010-8. Vanaf 1984 werkte hij weer als advocaat in Amsterdam. (lees verder…)

okt
22
2002
0

Stammheim, de RAF-top gevangen maar niet uitgespeeld (5)

De RAF-top gevangen

Een nieuwe fase in de strijd

Stammheim_ arrestatie_BaaderIn de zomer van 1972 leek er na twee jaar intensief speuren een eind gekomen aan de RAF. Binnen een paar weken werd de hele top van de RAF gearresteerd. Alfred Klaus vervoerde hoogstpersoonlijk Andreas Baader, die bij de arrestatie in zijn been was geschoten, naar het gevangenisziekenhuis. Klaus herinnert zich dat hij naast Baader zat in de politiehelikopter en zich immens opgelucht voelde. ‘Ik dacht: nu is de strijd voor de politie voorbij. We hebben de belangrijkste mensen opgepakt en nu kunnen we rustig het proces voorbereiden. Dat bleek een grote vergissing.’

Met de arrestaties was de strijd met de RAF niet afgelopen, hij ging slechts een nieuwe fase in. Wat de leden verloren aan vrijheid wonnen ze aan martelaarschap. Er ontstond een tweede generatie van de RAF, die het vrij krijgen van de leiders als belangrijkste doel van de voortgezette strijd zag. Maar ook bovengronds kregen de RAF-gevangenen hulp: bijna direct na de arrestaties ontstond een internationale steunbeweging voor de ‘politieke’ gevangenen van de RAF. Niet geheel ten onrechte, want de Duitse justitie ging zeker in het begin heel ver in haar beveiligingsmaatregelen.

Zolang de gevangenen in voorarrest waren, mochten ze geen enkel contact hebben met andere gevangenen. Ulrike Meinhof zat in Keulen acht maanden vast in een lege vleugel van de gevangenis, waar 24 uur per dag licht brandde. Tegen dit soort toestanden kwam vanzelfsprekend protest. Ook Ronald Augustin zat maanden lang alleen in zo’n aparte vleugel in Hannover, al mocht bij hem wel het licht uit ’s nachts. ‘Mijn cel bevond zich in een stukje van het ziekenhuis van de gevangenis, een afgescheiden vleugel. Die bestond uit zes cellen en al die cellen waren leeg. Tegenover die cel buiten was de kerk van de gevangenis, in dat stukje bevonden zich ook helemaal geen gevangenen. Ik heb daar bijna zes maanden gezeten.’

Augustin werd berecht in een zwaarbewaakte, speciaal voor hem ingestelde rechtszaal op het terrein van de gevangenis. De angst voor bevrijdingsacties zat er bij de Duitse justitie goed in. Met zijn advocaat, Pieter Herman Bakker Schut, mocht hij alleen praten door een glazen wand (de ‘Trennscheibe’), iets wat inmiddels ook in Nederland heel gebruikelijk is, maar in de jaren zeventig nog heel uitzonderlijk was. Het proces tegen Augustin werd gezien als een proefproces voor het grote proces tegen de RAF-leiders, dat van 1975 tot 1977 zou worden gehouden, in een speciale zaal op het terrein van de Stammheim-gevangenis.

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl