nov
23
2008
0

Interview RAF-lid Karl-Heinz Dellwo

Ter gelegenheid van het uitkomen van de film Baader Meinhof Komplex was er op 12 November in de Nijmeegse Lux-bioscoop een openbaar interview over de Rote Armee Fraktion (RAF) met ex-RAF lid Karl-Heinz Dellwo. Een verslag.

Het debat met Dellwo over Baader Meinhof Komplex werd geleid door journalist Marcel Rözer. Dellwo gijzelde in 1975 met enkele handlangers de Duitse ambassade in Stockholm. De gijzeling was bedoeld om gevangen RAF-ers als Andreas Baader vrij te krijgen. Bij de actie in Stockholm vielen vier doden en veertien gewonden. De gijzeling eindigde met het exploderen van het gebouw doordat de TNT die de RAF had geplaatst, per ongeluk ontplofte. Baader noemde de hele gijzelings-affaire een “Scheiss Aktion.”

Dellwo zat 20 jaar in de gevangenis voor de gijzeling, waarvan tweeënhalf jaar in isolatie. Eerder had hij al een jaar vastgezeten voor een bezetting.  Dellwo: “De celstraf die ik kreeg, was bedoeld om ons als staatsvijanden te breken. Maar dat is niet gelukt volgens mij.”

Het grote auditorium in Nijmegen is bijna volledig gevuld. Er zijn zelfs mensen uit Groot-Brittannië en Duitsland gekomen om Dellwo te horen spreken. Overal staan beveiligers en politie houdt de wacht. Er wordt bij de ingang gecontroleerd op wapens. Vier agenten met fluorescerende jassen staan buiten voor het Lux-complex. Extreem-rechtse groepen hadden aangekondigd te willen protesteren tegen de extreem-linkse Dellwo. Uiteindelijk kwamen deze extreem-rechtse groepen niet opdagen omdat hun betoging verboden werd door de burgemeester. Linkse demonstranten zijn wel aanwezig. Ze verspreiden foldertjes en lopen met spandoeken door Nijmegen. Alles verloopt verder rustig.

Voorafgaand aan het debat met Dellwo werd de nieuwe film Baader Meinhof Komplex vertoond die gaat over de geschiedenis van de RAF. Dellwo komt daar zelf ook in voor als gijzelnemer, zij het slechts kortstondig. De film belicht vooral de RAF-kopstukken Baader, Meinhof, Ensslin en Monhaupt.

De bezoekers van de Lux-bioscoop worden deze avond uit veiligheidsoverwegingen via een geheimzinnige tunnel naar de zaal geloodst, waar ook Dellwo zelf de film te zien krijgt. Na afloop van Baader Meinhof Komplex begint het debat met de oud RAF-militant over de film. De in het zwart geklede oud-terrorist ziet er tegenwoordig meer als een intellectueel uit dan als staatsvijand nummer 1. Met zijn hoornen bril, keurige kapsel en zwarte blouse maakt Dellwo, die tegenwoordig documentaire-maker is, een beheerste, aimabele indruk, alhoewel hij soms door opflakkerende emoties wat gejaagder gaat spreken.

Dellwo; “Er zitten veel sterke beelden in Baader Meinhof Komplex. De hardhandig neergeslagen protestdemonstratie tegen de Sjah van Perzië, de moord op Benno Ohnesorg, de moordpoging op Rudi Dutschke en het leven van de RAF-leden in de Stammheim-gevangenis vond ik erg tot de verbeelding spreken.”

“Het leven van Andreas Baader, Ulrike Meinhof, Gudrun Ensslin en de anderen in de Stammheim-gevangenis is emotioneel en aangrijpend om te zien, maar ik mis reflectie in de film.”

“Andreas Baader wordt stereotype voorgesteld als een ‘Macher’ en playboy. In de film wordt gedaan alsof de Palestijnse vrijheidsstrijders hem verachten. Dat klopt volgens mij niet.  Baader kan toch niet zo maar een idioot geweest zijn. Anders hadden de Palestijnen in 1977 toch niet een vliegtuig (Lufthansa Landshut) voor hem gekaapt om de ontvoering van werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer kracht bij te zetten? Dat doe je toch niet als Baader niks had voorgesteld?”

“De film mist context. Er worden geen achtergronden gegeven, er is geen discussie en de karakters komen uit de lucht vallen. In de film heb ik weinig herkend van de atmosfeer van de jaren ’60 en ’70.”

Op de vraag waarom documentaire-maker Dellwo niet zelf een film gaat maken over de RAF als Baader Meinhof Komplex hem tegenviel, antwoordt de voormalige RAF-militant: “Als ik ook dertig miljoen euro krijg, zou ik hem zo voor u maken. Maar die heb ik helaas niet.”

Nazisme

Gevraagd wat de redenen waren waarom Dellwo zelf radicaliseerde en bij de RAF betrokken raakte, zegt hij: “Je moet het allemaal in de tijd plaatsen. Je kunt mijn persoonlijke ontwikkeling niet loskoppelen van de maatschappelijke tendensen uit die periode. Een mens is altijd onderdeel van een groepsproces. Daarbij moet je ook kijken naar hetgeen de maatschappij met de bevolking doet. Iedereen in Duitsland was na de Tweede Wereldoorlog door het nazisme en kapitalisme beïnvloed geraakt.”

“Vanwege ons nazi-verleden heb ik me altijd geschaamd een Duitser te zijn. Ik heb als twintiger vijf maanden op zee gevaren en heb toen veel landen bezocht. Ik schaamde me altijd erg voor mijn land. Veel liever was ik Nederlander, Luxemburger of Deen geweest. Dat is natuurlijk een subjectief gevoel, maar ik had er wel last van. Je kunt je afkomst echter niet verloochenen.”

“We waren immers allemaal opgegroeid en volwassen geworden met het Duitse nazi-verleden van de generatie van onze ouders. Onze strijd was een gevecht tegen deze nazi-beweging. In de jaren zestig en zeventig hadden veel oud nazi’s nog steeds de macht in Duitsland.  De heersende klasse had grotendeels een fout verleden. Werkgeversvoorzitter Schleyer was bijvoorbeeld een vrij hoge SS-er geweest. We waren bang dat het nazisme weer zou opbloeien.”

“Wij, als nieuwe generatie, hadden een eigen ruimte nodig om onszelf te ontwikkelen en een eigen leven te kunnen opbouwen. Dat gunden de ouderen ons niet. Onze strijd tegen die heersende generatie was een anti-koloniale strijd. We wilden de oude generatie stoppen en opnieuw beginnen. Jongeren streefden ernaar om de maatschappij als een onbeschreven blad – Tabula Rasa – opnieuw in te kleuren. We hadden het idee dat er wat meer mogelijk moest zijn dan alleen maar consumptie en kapitalisme. Er moest een nieuwe realiteit gecreëerd worden.”

“In 1968 bleek dat al onze demonstraties niet hielpen en er een nieuwe koers moest komen. Dat gebeurde ook. Het was een tijd dat er veel frisse lucht aan kwam waaien. Honderdduizenden mensen waren bezig met veranderingen en nieuwe ideeën. Overal ter wereld ontstonden bevrijdingsbewegingen die geen verbondenheid meer hadden met nationale staten. Er ontstond een tegen-cultuur. Revolutie hing in de lucht, maar er was veel tegenstand.”

“In de film zie je dat de linkse demonstraties oorlogsmatig worden neergeslagen, terwijl er maar weinig tegenstand is van de demonstranten. Tegen zo’n overmacht hadden we weinig kans. Om als kleine groep toch resultaten te kunnen boeken en iets te veranderen in de wereld, moesten we een nieuwe strategie zien te vinden.”

“Uit de debatten die overal plaatsvonden kwamen militanten zoals wij voort, die de weg van het geweld als een mogelijkheid zagen om hun doel te bereiken. De nood van de RAF-leden om de maatschappij omver te werpen was duidelijk groter dan bij andere jongeren. Wij geloofden dat zonder geweld de maatschappij gewoon hetzelfde zou blijven en dat wilden we tegen elke prijs zien te vermijden. Vervolgens ontstond er binnen onze groep een dynamiek waarbij iedereen elkaar beïnvloedde en er radicale ideeën ontstonden. We dachten de Franse revolutie te kunnen herhalen en werden in een historisch proces meegenomen. De tijdgeest heeft ons meegevoerd.”

Consumptie-maatschappij

“Als de mogelijkheden om de maatschappij te veranderen geblokkeerd zijn, is het legitiem om geweld te gebruiken, vonden wij. Dat leidde uiteindelijk tot het geweld van de RAF. Onze generatie zag geen uitweg meer en werd agressief. Dat was niet te vermijden.”

“Ik voelde me bedrogen door de kapitalistische consumptie-maatschappij en zou mezelf en hetgeen ik rechtvaardig achtte, verraden hebben als ik niks gedaan had. Ik vond toen dat wanneer ik echt geloofde in een nieuwe, betere wereld, ik zelf moest strijden en handelen. Ik kon een ander er niet voor laten opdraaien. Dat zou laf geweest zijn.”

“Het was een emancipatie van mijzelf. Ik moest mijn angst zien te overwinnen en een daad stellen. Ik heb de consequentie getrokken en ben bij de Rote Armee Fraktion gegaan. Niks of niemand heeft me gedwongen om me bij de RAF aan te sluiten. Het was helemaal mijn eigen beslissing.”

“De socioloog Herbert Marcuse heeft me ook sterk beïnvloed in mijn denken. Dat was bij veel mensen zo in die tijd.”

“De vonk die bij mij de boel liet ontploffen en me aanzette tot het plegen van geweld was de dood van RAF lid Holger Meins. Meins was gevangen gezet door de overheid. Daaropvolgend begon hij een hongerstaking, die hij niet heeft overleefd. Ik beschouwde dat als verraad door de staat. De overheid deed volgens mij alles om ons neer te slaan. De regering liet zelfs mensen van honger omkomen. Toen ik het bericht van zijn dood vernam, vond ik dat ik actie moest ondernemen om Baader, Ensslin en Meinhof vrij te krijgen. Daarom hebben we de ambassade in Stockholm gegijzeld.”

“Wij wisten toen zeker dat wat we deden goed was. Als tiener of twintiger ben je er vaak heilig van overtuigd dat wat jij doet moreel hoogstaand is. Wij stonden achter de revolutie en dus kon die niet verkeerd zijn. Ik heb daarna 21 jaar in de gevangenis gezeten en dan kom je tot andere conclusies.”

Anti-fascisme

Zijn eigen (familie)achtergrond voert Dellwo niet aan als excuus voor zijn deelname aan de RAF. Hij vermeldt die slechts om aan te geven waar zijn linkse radicalisme vandaan kwam. Dellwo: “Mijn ouders waren slachtoffers van de nazi’s net als de ouders van mijn RAF- collega Stefan Wisniewski. Zijn ouders waren dwangarbeiders uit Polen. Mijn anti-fascistische ouders hebben het zwaar gehad in de oorlog. Hun overtuigingen hebben mij natuurlijk beïnvloed. Ik geloof nog steeds in Gelijkheid, Eerlijkheid en Solidariteit. Die waarden wilde ik als jongeling uitdragen en ik geloof er nog steeds in. Ik ben ook vandaag de dag nog steeds tegen uitbuiting. Ik begrijp niet waarom een werkster minder moet verdienen dan een manager. Ze werken er allebei even hard voor.”

Op de vraag of Dellwo nu opnieuw terrorist of revolutionair zou worden als hij jong was, antwoordt de ex-RAF-er: “Dat weet ik niet. Dat kan ik onmogelijk zeggen omdat ik nu een heel ander mens ben dan vroeger. Ik heb allerlei ervaringen opgedaan en dingen meegemaakt waardoor ik me nu als 56-jarige niet kan verplaatsen in jongeren van nu. De maatschappij is ook gigantisch veranderd sinds de jaren ‘60. Het is eigenlijk nog erger geworden dan vroeger.  Er is nu een 24-uurs kapitalisme ontstaan. Alles is in materieel opzicht beter geworden, maar de zaken die er echt toe doen zoals solidariteit en eerlijkheid onder de mensen zijn verslechterd. ”

“Allemaal aspecten die het onmogelijk maken om in te zien hoe ik nu zou hebben gereageerd. Ik weet gewoon niet hoe ik zou handelen als ik in een fabriek werkte en me een uitgebuit subject had gevoeld. Dat gevoel heb ik nu als vijftiger niet meer. De jeugd moet zelf bepalen wat ze doet. Dat is niet meer aan mij. Revolutie is altijd met de jeugd verbonden, niet met oudere mannen zoals ik.”

“De tijd is volgens mij momenteel echter niet rijp voor revolutie. Ik denk dat er in de toekomst wel weer een massale opstand komt tegen de ongelijkheid in de wereld, maar ik ga het vermoedelijk niet meer meemaken.”

Fidel Castro

“Fidel Castro heeft eens gezegd dat de RAF een dappere poging heeft gedaan om een revolutie te ontketenen, maar dat het mislukt is omdat we te vroeg waren. Dat klopt. We hebben gefaald. De dekolonisatie in Afrika is grotendeels mislukt, Israel is nog steeds een probleem en socialistische staten zijn een debacle gebleken. Dat is triest, maar wel de realiteit.”

“Onze revolutie moest gewoon mislopen. De tijd was er niet rijp voor. Natuurlijk hadden we het recht niet om te doden, maar in die tijd dachten we dat het noodzakelijk was. We hebben veel fouten gemaakt en zijn een grens overgestoken die we niet hadden mogen overgaan. Dat geeft me een bitter gevoel.”

“In de Amerikaanse film Fargo van de broers Coen wordt de vraag gesteld of moorden ooit iets kan opleveren. Dat moet je je bij de RAF ook afvragen. Fargo is een indrukwekkende film die mijn gevoel goed weergeeft. Ik was liever geen RAF-lid geweest en had liever niet deelgenomen aan de gijzeling van de ambassade in Stockholm. Ik kan echter mijn geschiedenis niet wissen of terugdraaien. Afgezien daarvan ben ik wel trots dat ik me tenminste heb verzet tegen de misstanden in de maatschappij en gepoogd heb actie te ondernemen in de strijd voor een betere wereld.”

Na afloop van het debat, waarin vele (kritische) vragen gesteld werden, klinkt er applaus voor Dellwo. De gijzeling in Stockholm, die Andreas Baader bestempelde als een “Scheiss Aktion”, heeft het publiek hem blijkbaar vergeven. De slachtoffers van Dellwo’s daden doen dat mogelijk niet.

Het boek Het Baader Meinhof Komplex, waarop de gelijknamige film gebaseerd is, ligt nu in de winkel. Karl-Heinz Dellwo komt ook voor in dit boek van Stefan Aust (hoofdredacteur van Der Spiegel). Het Baader Meinhof Komplex telt 576 pagina’s en is verschenen bij uitgeverij Lebowski. ISBN: 9789048801633

De film Baader Meinhof Komplex draait sinds 20 november 2008 in de Nederlandse bioscopen

Geschreven door Paul Prillevitz zondag 23 november 2008

nov
13
2008
1

Verdediging van het vrije woord

Verdediging-van-het-vrije-woord

Dit boek is een vervolg op ‘Vermoord en verbannen’, maar onafhankelijk daarvan te lezen. Marres behandelt, naast de stukken ter verdediging van Geert Wilders tegen demonisatie, op grondige en scherpe wijze kwesties van het multiculturalisme, cultuurrelativisme, islamisering en verwante thema’s, zoals de vrijheid van meningsuiting en discriminatie. Stukken tegen een ideologie, maar ook commentaar over daarmee verbonden gebeurtenissen.

Auteur: R. Marres
Paperback
180 pagina’s | Uitgeverij Aspekt B.V. | november 2008

nov
01
2008
1

Verdediging van het vrije woord

de-verdediging-van-het-vrije-woord

De kwestie Wilders en de demonisering van een debat.

Dit boek is een vervolg op ‘Vermoord en verbannen’, maar onafhankelijk daarvan te lezen. Marres behandelt, naast de stukken ter verdediging van Geert Wilders tegen demonisatie, op grondige en scherpe wijze kwesties van het multiculturalisme, cultuurrelativisme, islamisering en verwante thema’s, zoals de vrijheid van meningsuiting en discriminatie. Stukken tegen een ideologie, maar ook commentaar over daarmee verbonden gebeurtenissen.

 

Auteur: R. Marres
Paperback
180 pagina’s | Uitgeverij Aspekt B.V. | november 2008

Recensie(s)
NBD|Biblion recensie
De auteur, voormalig universitairdocent filosofie en moderne Nederlandse letterkunde, heeft de tegenstand tegen de ideeen van Wilders en de reacties op de angst voor de islam tegen het licht gehouden. In die zin is dit zeker een vervolg op zijn eerder verschenen werk ‘Vermoord en verbannen, de aanvallen op Pim Fortuyn en Ayaan Hirsi Ali en hun verdediging van westerse waarden’ (2006)* en ligt het in het verlengde van het recent uitgekomen ‘Het verraad van links’** van Carel Brendel. Zorgvuldig maar zeer leesbaar worden uitspraken van publicisten als Ramdas, Ellian, Spruyt, Moring, Bart Tromp en vele anderen afgewogen en, indien ze niet op een waterdichte redenatie berusten, gefileerd. Verhulde scheldkanonnades worden zo gescheiden van zinniger uitspraken. De titel dekt dan ook de inhoud volledig. Een op logica berustende analyse van bepaalde elementen van de islam die in strijd zijn met onze westerse verworvenheden, en die verworvenheden ook in gevaar kunnen brengen, is het resultaat. Soms schokkend, nooit vervelend en voor iedereen leesbaar. Onmisbaar voor iedereen die wil meepraten over ‘de kwestie Wilders’ en de islam in Nederland.

(NBD|Biblion recensie, Drs. H.H.M. Meyer)

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl