jan
05
2010
1

Rood verzetsfront – aanzetten tot stadsguerrilla in Nederland – een reconstructie

Rood-verzetsfront

Nederland werd in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw geconfronteerd met groepen die een gewelddadige omverwerping van de bestaande politieke orde nastreefden. Rood Verzetsfront – Aanzetten tot stadsguerrilla in Nederland is een historische reconstructie gezien vanuit het perspectief van de sympathisanten van de Rote Armee Fraktion in Nederland. Gebaseerd op interviews met ex-leden van het Rood Verzetsfront, geheime documenten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, de Centrale Recherche Informatiedienst en de Oost-Duitse geheime dienst Stasi, biedt dit boek een spannende inkijk in de keuken van het politieke activisme van die jaren.

 

Auteur: Moussault, P.
Paperback
352 pagina’s | Papieren Tijger | januari 2009

nov
01
2008
1

Verdediging van het vrije woord

de-verdediging-van-het-vrije-woord

De kwestie Wilders en de demonisering van een debat.

Dit boek is een vervolg op ‘Vermoord en verbannen’, maar onafhankelijk daarvan te lezen. Marres behandelt, naast de stukken ter verdediging van Geert Wilders tegen demonisatie, op grondige en scherpe wijze kwesties van het multiculturalisme, cultuurrelativisme, islamisering en verwante thema’s, zoals de vrijheid van meningsuiting en discriminatie. Stukken tegen een ideologie, maar ook commentaar over daarmee verbonden gebeurtenissen.

 

Auteur: R. Marres
Paperback
180 pagina’s | Uitgeverij Aspekt B.V. | november 2008

Recensie(s)
NBD|Biblion recensie
De auteur, voormalig universitairdocent filosofie en moderne Nederlandse letterkunde, heeft de tegenstand tegen de ideeen van Wilders en de reacties op de angst voor de islam tegen het licht gehouden. In die zin is dit zeker een vervolg op zijn eerder verschenen werk ‘Vermoord en verbannen, de aanvallen op Pim Fortuyn en Ayaan Hirsi Ali en hun verdediging van westerse waarden’ (2006)* en ligt het in het verlengde van het recent uitgekomen ‘Het verraad van links’** van Carel Brendel. Zorgvuldig maar zeer leesbaar worden uitspraken van publicisten als Ramdas, Ellian, Spruyt, Moring, Bart Tromp en vele anderen afgewogen en, indien ze niet op een waterdichte redenatie berusten, gefileerd. Verhulde scheldkanonnades worden zo gescheiden van zinniger uitspraken. De titel dekt dan ook de inhoud volledig. Een op logica berustende analyse van bepaalde elementen van de islam die in strijd zijn met onze westerse verworvenheden, en die verworvenheden ook in gevaar kunnen brengen, is het resultaat. Soms schokkend, nooit vervelend en voor iedereen leesbaar. Onmisbaar voor iedereen die wil meepraten over ‘de kwestie Wilders’ en de islam in Nederland.

(NBD|Biblion recensie, Drs. H.H.M. Meyer)

jul
03
2007
1

De Berlijnse Muur / druk 1

De-Berlijnse-MuurEen ongelooflijk verhaal eigenlijk: een regering die een muur dwars door een wereldstad bouwt om de bevolking van het door hen gecontroleerde deel van het land ervan te weerhouden naar het vrije westen te vluchten.
Wat gebeurde er waardoor die Muur werd gebouwd? Wat deden de mensen aan beide zijden van de Muur? Hoe kwam het dat hij op 9 november 1989 werd neergehaald? Dit boekje geeft antwoord op al deze vragen en geeft ook informatie over bv. de Koude Oorlog en de Cuba crisis.

 

Auteur: Ton Vingerhoets
Paperback
61 pagina’s | Uitgeverij Ellessy | juli 2007

dec
05
1999
0

Begrepen Onbehagen; Politie en Rote Armee Fraktion Verzoend

Begrepen-onbehagenDe Nederlandse politie gaat hard optreden tegen de toenemende agressie tegen politiemensen, zowel fysiek als verbaal. Niet alleen met behulp van het strafrecht. Individuele politiemensen krijgen steun bij het indienen van civiele claims tegen degenen die hen aanvallen. De korpsen zelf gaan proberen het ziekteverzuim als gevolg van agressie te verhalen op de daders.

Er zijn echter ook andere verhalen. Zoals dat van rechercheur Herman van Hoogen. Deze hielp in 1977 tijdens een hevig vuurgevecht met gevaar voor eigen leven in Amsterdam-Osdorp twee leden van de Duitse Rote Armee Fraktion (RAF) aan te houden. Toch zette hij zich zeven jaar later in voor vervroegde vrijlating van het tweetal, Christof Wackernagel en Gert Schneider, nadat deze in de (Duitse) gevangenis tot inkeer waren gekomen. Dit (succesvolle) gebaar leidde tot een blijvende vriendschap.

Maar wat was dit voor een gebaar: een staaltje politiële professionaliteit, psychische verwerking van een traumatische gebeurtenis, verraad of een uniek geval van vergeving en verzoening? Deze vragen staan centraal in een publicatie die werd geredigeerd door dr. Frans Denkers, algemeen adviseur van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland, die vorige maand onverwachts overleed op 59-jarige leeftijd.

Denkers, van huis uit psycholoog, heeft zich vooral ingezet voor `zelfredzaamheid’, het mobiliseren van burgers in plaats van alle heil te verwachten van de Sterke Arm. In 1993 legde hij zijn credo neer in een boek met de titel Op eigen kracht de onveiligheid de baas; de politie van pretentieuze probleemoplosser naar bescheiden ondersteuner. Op initiatief van Denkers ging het Amsterdamse korps samenwerken met de Katholieke Universiteit Nijmegen, waar hij in 1975 promoveerde op Criminologie en beleid, in het project `christelijk-humanistische waarden en conflicten’. Begrepen onbehagen is daarvan een resultaat. Het boek heeft drie delen. Denkers schreef een inleiding over de RAF. Deel twee, dat zelfstandig kan worden gelezen, wordt geopend door Van Hoogen en bevat de reacties van 22 uiteenlopende personen, variërend van collega’s tot plattelandsvrouwen en wetenschappers. Deel drie bevat een analyse en conclusies, wederom van de hand van Denkers.

Van Hoogen zelf legt er de nadruk op dat zijn gedrag niets heeft te maken met `vergeving’. Vergeven kan je alleen mensen met wie je een emotionele band hebt. Het zou de politieman weinig hebben gedaan als het tweetal de vijftien jaar waartoe het werd veroordeeld wegens poging tot moord volledig had moeten uitzitten. Dat zou hij wel `stom’ hebben gevonden: `het is het eerste geval dat ik meemaak waarin mensen anders de lik uitgaan dan ze erin zijn gekomen. Toch het beginsel waar ons hele strafrechtssysteem op is gebaseerd?’

Kogelscherf

De reacties lopen zoals te verwachten uiteen. De politiecollega die een gemene kogelscherf van de RAF uit zijn knie moest laten halen vraagt zich af wat hij zou doen als hij het tweetal zou ontmoeten, bijvoorbeeld bij de presentatie van dit boek. `Alsnog schadevergoeding eisen waarschijnlijk, want die heb ik van het korps ook nooit gehad. Geen cent voor mijn bebloede kleren’. Zijn bijdrage heeft het kopje `verraad’.

Voor de goede orde: Van Hoogen heeft niet zelf de publiciteit gezocht; dat deed de toenmalige Amsterdamse recherchechef K. Sietsma, die inmiddels is overgestapt naar de particuliere beveiligingswereld. Hij vindt de belangrijkste les `dat een dialoog verre te prefereren is boven een confrontatie’. De RAF blijft echter in meerdere opzichten een bijzonder geval. De voornaamste bevinding van de afsluitende analyse is dan ook dat de stellingname van Van Hoogen moeilijk valt te generaliseren.

Bijzonder als hij is, valt de zaak-Van Hoogen toch niet helemaal los te zien van het poldermodel dat van oudsher kenmerkend is voor onze politie en justitie. Dat model contrasteert nogal met het proces van escalatie dat de geschiedenis van de RAF te zien geeft. Vijfentwintig jaar geleden kon ik daarvan een glimp opvangen als lid van een kleine Nederlandse delegatie die een onderzoek instelde naar de Haftbedingungen van Ronald Augustin, een `terrorist’ van Nederlandse afkomst die in hongerstaking was gegaan. Daaraan kwam pas een eind toen hij met veel gewapend politievertoon terecht was gekomen in een universiteitskliniek. Hij vertrouwde namelijk geen officiële gevangenisarts.

Had er dan niet even een andere dokter in de cel kunnen komen? Dat was formeel niet mogelijk, was het antwoord van de Duitse gevangenisautoriteiten. De delegatieleden keken elkaar aan: in Nederland zou een beetje gevangenisdirecteur gewoon een vertrouwenspersoon regelen. Dat was vijfentwintig jaar geleden en inmiddels zijn de verhoudingen in Nederland danig verhard, zij het niet vanwege terroristische activiteiten maar vanwege de drugshandel. Het strafklimaat is grimmiger geworden en rechters zijn geneigd allerlei onorthodoxe opsporingsmethoden voetstoots te accepteren. Daartegen staat een advocatuur die iedere vormfout probeert uit te buiten.

Dat mist zijn uitwerking op de politiepraktijk niet. Typerend is ook dat steeds vaker een claim wordt ingediend tegen de staat wanneer een zaak niet tot veroordeling leidt. De rechters zijn niet scheutig met het toekennen van schadevergoeding, maar er zal steeds minder aan deze logische tegenhanger van een hardere lijn tegen burgers zijn te ontkomen. Een claimgrage politie kan tegenclaims verwachten. Deze ontwikkeling heeft zeker goede kanten. Ook een juridische claim kan per slot van rekening leiden tot een dialoog en bevordert in elk geval de duidelijkheid.

Toch bevat de geschiedenis van Van Hoogen en de RAF ook een waarschuwing. Claims tegen onverlaten moeten voor de politiekorpsen bijvoorbeeld niet een excuus zijn om de begeleiding van de eigen mensen te verslonzen. Typisch een thema waarvoor Denkers zich heeft ingezet. De voornaamste boodschap is: duidelijkheid is prima maar polarisatie is funest. Het ging Van Hoogen waarschijnlijk dus toch gewoon om professionaliteit.

Auteur: Frans Denkers, Herman van Hoogen, Christof Wackernagel e.a.: Boek | Ingenaaid | 328 bladzijden | Nederlands | 1999

ISBN-10: 9054586710

ISBN-13: 9789054586715 | ISBN-10: 9054586710

Begrepen Onbehagen.Politie en Rote Armee Fraktion verzoend. Koninklijke Vermande, Gewapende strijd

feb
01
1996
1

Dagboek van een RARA-terrorist

Dagboek-van-een-RARA-terroristOp 28 september 1994 valt een kleine politiemacht het huis van journalist Hans Krikke binnen. Een paar weken later krijgen Krikke en zijn collega Müter te horen dat zij officieel worden beschuldigd van politiek terrorisme. In ‘Dagboek van een RARA-terrorist’ doet Krikke verslag van zijn vaak hopeloze gevecht tegen het etiket ‘verdacht terrorist’. Opdrachtgevers trekken zich terug en Justitie zet in haar ‘strijd voor democratie’ alle middelen in – zelfs ondemocratische. Zij maakt bijvoorbeeld gebruik van journalisten – onder andere van De Telegraaf – om haar bewijsvoering rond te krijgen. Als verdachte wordt Krikke behandeld als veroordeelde. Wat hij ook ontkent, hij blijft schuldig tot het tegendeel bewezen is. Krikke heeft een persoonlijk verslag geschreven over een zeer ingrijpende periode uit zijn leven. Daarin verkent hij de grenzen van het politiek engagement. Het aan-klagen van politici en ondernemers, zo ontdekt Krikke, gaat in Nederland niet straffeloos of zonder tegenwerking.

Auteur: Hans Krikke
Paperback
144 pagina’s | Papieren Tijger | februari 1996

Written by in: Boeken | Tags: , , , , ,

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl