jun
14
2009
2

Centrale Biometrische Databank: Vloek of Zegen

OPEN BRIEF aan de Eerste Kamer

Deze week buigt de Eerste Kamer zich over de wijziging van de paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie. Nederlandse reisdocumenten worden sinds 2001 centraal, uniform en elektronisch vervaardigd. Volgens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken is het aantal vervalsingen met gegevens in reisdocumenten sindsdien sterk verminderd en de beveiliging opmerkelijk verbeterd. “Look-a-like” fraude met reisdocumenten is echter een belangrijk probleem gebleven. Een sterkere verificatie methode is daarom volgens de staatssecretaris gewenst.

In het Nederlandse paspoort zit sinds 2006 een chip met daarop een gezichtsopname en op grond van een EU richtlijn wordt daar dit jaar een tweede biometrisch gegeven (twee vingerafdrukken) aan toegevoegd. Door de vingerafdrukken in de chip te vergelijken met die van de houder van het document ontstaan meer mogelijkheden om vast te stellen of houder en document bij elkaar horen.

Een uitgangspunt van het bestaande verificatie proces is dat de biometrische kenmerken alleen zijn opgeslagen op het reisdocument. De wetswijziging die nu bij de Eerste Kamer ligt voorziet in opslag van deze kenmerken in de centrale reisdocumentenadministratie. Dit gaat ruim voorbij aan de vereisten die de EU richtlijn voorschrijft.

De achterliggende gedachtegang is dat de bestrijding van identiteitsfraude, opsporing en vervolging van strafbare feiten, evenals de identificatie van slachtoffers van rampen en ongevallen alleen door middel van een maximalisering van de mogelijkheden tot identificatie gerealiseerd kan worden.

De staatssecretaris heeft naar aanleiding van Kamervragen uitgebreid beargumenteerd dat de betrouwbaarheid, veiligheid en beschikbaarheid van een centrale databank met biometrische templates hoger zou zijn dan van een groot aantal decentrale databanken. Ook zou alleen een centrale databank een biometrische zoekfunctie efficiënt en effectief kunnen implementeren.
Wij zetten bij deze aanname veel vraagtekens en zijn van mening dat technische mogelijkheden onvoldoende worden benut en een centrale databank zoals voorzien meer problemen creëert dan oplost.

Ons inziens zijn niet de juiste vragen gesteld. De kernvraag is of de voordelen van een biometrische zoekfunctie wel opwegen tegen de risico’s van opslag van deze gevoelige gegevens buiten het paspoort zelf. Duitsland heeft om deze reden van centrale opslag afgezien. En waar is de discussie over het invoeren van minder risicovolle centrale opslag alternatieven zoals bijvoorbeeld de opslag van “biometrische” hashes in plaats van de vingerafdrukken (templates) zelf? Het gebruik van biometrische hashes zorgt er voor dat originelen niet te reconstrueren zijn, waarmee de risico’s bij het omvallen van de database worden beperkt, terwijl tegelijkertijd een template wel herkend kan worden.

Ons inziens is het nu aan de Eerste Kamer om zich los te maken van de huidige tunnelvisie rondom identiteits fraude en eens uitgebreid stil te staan bij de timing, vorm en proportionaliteit van de invoering van een op templates gebaseerd centraal systeem.

Wat zijn nu precies onze bezwaren? Door de opslag van biometrie in een (de)centrale reisdocumentenregistratie wordt burgers definitief de mogelijkheid ontnomen om controle te houden over haar gegevens en identiteit. Het gaat hier om een belangrijke beleidswijziging waarbij geluidloos wordt overgestapt van biometrische verificatie, naar identificatie: de burger hoeft zijn identiteit niet langer te tonen, omdat de staat deze zelfstandig kan vaststellen. Het voorheen gekoesterde rechtsprincipe dat er eerst sprake moet zijn van een redelijk vermoeden van schuld voordat iemands privacy geschonden mag worden, komt daarmee ernstig onder druk te staan.
Alhoewel vissend rechercheren met behulp van de verzamelde biometrische gegevens in het huidige wetsvoorstel niet is toegestaan en daarvoor eventueel eerst aanvullende juridische regelingen nodig zijn, is het creëren van zo’n grote bak met biometrische gegevens, ons inziens een eerste stap in deze richting. Wij twijfelen er dan ook niet aan dat deze aanvullende regelingen er op termijn ook daadwerkelijk zullen komen.

Het is daarnaast zeer de vraag of de huidige kennis over de opslag en toepassing van biometrische gegevens voldoende gevorderd is om dit op de voorgestelde schaal te doen. De opslag van complete vingerafdrukscans levert in ieder geval serieuze risico’s op en ook de effecten van de inherente foutenmarges zijn onduidelijk: wat is de kans dat een fraudeur niet wordt herkend of dat iemand ten onrechte als fraudeur wordt aangemerkt?

Een laatste aandachtspunt is de vraag of centrale opslag van biometrische gegevens wel noodzakelijk is voor de gestelde doelen. We hebben al justitiële databanken met vingerafdrukken en DNA-profielen. Tandartsen kunnen helpen bij de identificatie van slachtoffers, etc. Rechtvaardigt de omvang van de problemen dat vanaf nu biometrische gegevens van alle Nederlanders in een centrale databank worden opgenomen? Wij neigen naar een ontkennend antwoord. Het huidige wetsvoorstel creëert de mogelijkheid dat burgers geautomatiseerd en heimelijk geïdentificeerd kunnen worden op basis van sporen die zij dagelijks op vele plaatsen achterlaten. Dat moeten wij niet willen en wij hopen dan ook dat de Eerste Kamer het hoofd koel houdt.

Drs. Annemarie Sprokkereef, Research fellow regulation of biometrics, Universiteit van Tilburg
dr. Ronald Leenes, Universitair hoofddocent, Universiteit van Tilburg
prof.dr. Bart Jacobs, Universitair hoogleraar computerbeveiliging, Radboud Universiteit Nijmegen,
dr. Raymond Veldhuis, Universitair hoofddocent, Universiteit van Twente
Max Snijder, voorzitter van het European Biometrics Forum

jun
10
2009
0

Justitie tapt zich suf

Nederland tapt meer telefoons af dan de Verenigde Staten – misschien wel het meest van alle landen in de wereld. Afluisteren is een van de pijlers onder het Nederlandse rechtssysteem. In Onder de tap worden de geheimen van de mobiele telefoon ontsluiert.

door Wil van der Schans

onderdetap‘Henk W. wordt ingebeld door zijn moeder. Moeder vraagt hoe het nu is. Betty is vermoedelijk moeder geworden. De baby ligt nu bij haar op de kamer en drinkt op het moment. De baby is wel wat geel geworden. (…) Betty is bevallen middels een keizersnee en heeft veel bloed verloren. (namens de tapkamer: Henk jongen, proficiat).’ Het is één van de grappigste citaten die Wim van der Pol beschrijft in zijn boek Onder de Tap, over het afluisteren in Nederland.

Nederland is nog steeds kampioen afluisteren. Wie het boek na lezing naast zich neerlegt, weet ook waarom er (bijna) geen ontkomen aan is. Zodra er een onderzoek door de politie wordt opgezet, start bijna onmiddellijk het tappen in Nederland. Cijfers hieromtrent worden nog steeds angstvallig geheim gehouden door justitie. Van der Pol bepleit dan ook een grotere openheid om nu eindelijk toch eens de effectiviteit van het tappen te kunnen bepalen.

Locatiegegevens

Vrijwel heel Nederland is tegenwoordig 24 uur per dag verbonden aan de gsm. Dit biedt ongekende mogelijkheden voor politie, justitie en inlichtingendiensten. Als er een taplast is, is er om te beginnen natuurlijk alle gebelde informatie beschikbaar. Maar daar blijft het niet bij. Met behulp van de databases van de provider, die bijhouden waar een gsm op welk moment is, kunnen de diensten de locatie van de gsm bepalen. Erg handig in het geval van observatie of om het bewijs rond te krijgen.
Uit een groot onderzoek naar de kwaliteit van de recherche in Nederland (Rechercheportret) blijkt dat tappen niet zozeer als direct bewijsmateriaal van belang is. Het tappen levert vooral informatie over het netwerk van de verdachte(n). Welke relaties zijn er? Wie nemen er veel contact met elkaar op? Het is ook geen groot geheim dat vooral de directe omgeving van een verdachte vaak loslippiger is over de telefoon dan de verdachte zelf. Ook dropt de politie via informanten soms informatie in een netwerk om zo over de telefoon de reacties te kunnen peilen.

aftapPolitie en justitie gebruiken de locatiegegevens als harde feiten, terwijl de nauwkeurigheid van de plaatsbepaling sterk afhangt van de grote van een gsm-cel, de hoeveelheid bellers in zo’n cel, atmosferische storingen en de sterkte van de mast. De Deventer moordzaak is zo’n geval waarbij volgens justitie de veroordeelde man in de directe omgeving van de plaats en op het tijdstip van de moord heeft gebeld met z’n gsm. De man zelf beweert bij hoog en laag dat hij daar niet was. De informatie van de provider geldt als hard bewijs, terwijl het allemaal niet zo hard is.

De locatiegevens mogen volgens de wet ook niet direct gebruikt worden om iemand te volgen als deze persoon niet zelf belt. Toch wordt dit zogenaamde live tracing toegepast in Nederland. Van der Pol sprak een voormalig netwerkbeheerder van de KPN die hem vertelde dat dit regelmatig voorkwam.

AH afpersingszaak

Volgens van der Pol is het live tracing toegepast bij de Ahold-afpersingszaak in 2003. De afpersers dreigden willekeurig mensen neer te schieten als Ahold niet over de brug kwam met een grote som geld. Ahold moest een gsm aanschaffen voor de koerier die het geld moest afleveren. Nadat op 2 mei 2003 in een advertentie in de Telegraaf gecodeerd werd aangeven welk gsm-nummer Ahold moest aanschaffen, namen de afpersers die avond contact op met de koerier.

“Gaat het door”, wilden ze weten, “dan sturen we straks een bericht.” De Ahold-gsm werd natuurlijk getapt door de politie en wat bleek, de afpersers hadden een kapitale fout gemaakt door zelf ook met een gsm te bellen. Nu zou dat mogelijk zijn geweest indien de betreffende gsm een pre-paid simcard heeft die nog nooit eerder gebruikt is (ook het toestel niet) en ook nooit meer gebruikt zou worden.

Aan de eerste voorwaarde hadden de afpersers voldaan, het was inderdaad een prepaid. Maar in de databestanden van de provider ontdekte de politie dat het toestel al eerder was gebruikt. Ook de gegevens van een toestel zijn namelijk uniek, het zogenaamde IMEI nummer. Een van de mogelijke Ahold afpersers bleek met het bewuste toestel zelfs de politie in Zwolle gebeld te hebben in verband met een aangifte van mishandeling. Hij bleek nog op hetzelfde adres te wonen en kreeg direct een observatie aan zijn broek.

imsicatcherOp 3 mei nam de afperser weer contact op met Ahold. Het observatieteam constateerde dat het inderdaad de gsm was van de verdachte die ze op dat moment onder observatie hadden. Hiervoor gebruikten ze een zogenaamde IMSI-catcher. Een apparaat dat zich voordoet als een gsm-mast en alle gsm’s in een bepaalde straal opvangt.

Het observatieteam reed de rest van de dag achter de afpersers aan, die Ahold opdracht hadden gegeven het geld te dumpen langs de A28. Waarschijnlijk werd de IMSI-catcher gebruikt om de locatie van de afpersers blijvend te peilen. Mochten ze uit het zicht raken van het observatieteam, dan zou de IMSI-catcher, in combinatie met de gsm-masten, kunnen aangegeven waar ze zich ongeveer bevonden. Beide verdachten werden later die dag gearresteerd.

Microfoon

Naast de techniek en de wetgeving beschrijft Van der Pol ook uitgebreid een aantal opmerkelijke zaken rondom het aftappen van de afgelopen jaren, de mogelijke manipulatie met de Comverse tapkamersystemen, het ongegeneerd afluisteren van advocaten en de discussie rondom de bewaarplicht.
Paranoia kan je zeker worden van Onder de tap. Nadat al 300 pagina’s lang duidelijk wordt waartoe politie, justitie en inlichtingendiensten in staat zijn, komt de schrijver met de uitsmijter dat een gsm toch echt gewoon als microfoon gebruikt kan worden. Dat een dergelijke truc valt uit te halen met een vaste telefoon, staat uitgebreid beschreven in het boek Luisterrijk van Buro Jansen & Janssen.

Van der Pol gaat nader in op de techniek voor de gsm. Uit zijn beschrijving blijkt dat het protocol dat de moderne sim-cards gebruiken (SS#7) het openen van een eenrichtingsverbinding door de provider mogelijk maakt. Het enige dat tegen deze truc helpt is het loskoppelen van de batterij van de gsm. Elke manipulatie van buiten is dan onmogelijk.

Supercrypto

Gelukkig geeft Van der Pol ook tips over wat je kunt doen tegen afluisteren. Tip 1 blijft de oudste en wel meest succesvolle: als je slim bent spreek je nooit over criminele zaken over de telefoon. Alleen al versluierd praten door de telefoon wordt tegenwoordig als ‘bewijs’ gepresenteerd.

cryptophoneEen andere optie is het gebruik van de Cryptophone, een door Rop Gonggrijp ontwikkeld systeem dat ‘de enige gegarandeerde veilige telefoon ter wereld’ zou zijn. Een ander bedrijf, VZG Communications, zegt supercrypto te hebben ontworpen. Elke keer wordt een nieuwe sleutel aangemaakt en de berichten zouden binnen 125 niet te kraken zijn.

Van der Pol noemt ook de begin jaren ’90 toegepaste Chinese roulette als optie. Met een club vrienden leg je wekelijks alle telefoons op tafel en pakt een willekeurig toestel. Destijds was het misschien nog ingewikkeld te bepalen ‘welke Chinees bij welk nummer hoorde’, een blik in de terrorismedossier leert dat politie en justitie daar tegenwoordig minder moeite mee hebben. Niet doen dus.

Een betere oplossing is het gebruik van een telefooncel, belhuizen of de carrier-select optie. De eerste twee worden nog wel getapt, maar een carrier-select die alleen een lijn huurt bij de KPN naar een buitenlandse centrale is niet aftapbaar. Het is even zoeken, maar loont uiteindelijk de moeite. Voor de gsm zou je dan ook nog een prepaid card uit bijvoorbeeld Macedonië of Senegal kunnen aanschaffen en de diensten moeten een rechtshulpverzoek indienen om een tap te mogen plaatsen.
Van der Pol heeft met Onder de Tap écht alle facetten van het tappen belicht. Uiteindelijk hinkt het boek op twee gedachten. De schrijver maakt zich ernstige zorgen over de aantasting van de rechtsstaat, zeker na invoering van alle anti-terrorisme maatregelen. Tegelijkertijd waarschuwt hij voor een te groot geloof in de techniek van het tappen. Rechters nemen te weinig moeite om de juistheid van de gegevens te controleren.

Wil van der Schans is medewerker van Buro Jansen & Janssen

Onder de tap; Afluisteren in Nederland. Wim van der Pol, uitgeverij Balans. ISBN 90 5018 700 5, 334 pag., € 16,50

Written by in: Oppositie |
jun
08
2009
0

Code rood: uitbraak van het GAI-virus

Nee, het is geen levensgevaarlijke mutatie van de Mexicaanse of vogelgriep, geen nieuwe vorm van HIV, ook geen Hepatitus G. GAI, wordt het voorlopig door deskundigen genoemd, Gebrek Aan Incasserings-vermogen heet het voluit. Hoe besmettelijk het is, is nog onduidelijk.
Het is tot nu vooral bij mensen vastgesteld die anderen beschuldigen van besmetting met het nieuwe Gebrek Aan Incas-seringsvermogen-virus.

In november 2005 werd minister Verdonk ernstig getroffen door het Gebrek Aan Incasseringsvermogen-virus. Er kon geen glimlach af toen Amsterdamse en Nijmeegse krakers hun huizen tooiden met spandoeken waarop stond: “Verdonk, nog steeds geen bloed aan je handen?” en “Levend, verbrand Rita bedankt!”. Hard, dat wel, maar met een kern van waarheid.
Na de brand in de gevangenis van Schiphol had de minister koel en afstandelijk gereageerd.
Ook de pers verbaasde zich over de manier waarop zij zich drukker maakte om de in haar ogen adequate bewakers dan om de slachtoffers. Het GAI-virus hield de minister in zijn wurgende uitwerking. Ze diende een aanklacht in en veel spandoeken werden in beslaggenomen. Advocaten spanden een proces aan. Volgens hen was er geen sprake van smaad. De rechtbank gaf hen hierin gelijk. Volgens deskundigen heeft Verdonk de besmetting opgelopen toen ze een jaar eerder anderen beschuldigde van een gebrek aan incasseringsvermogen. Het was in de woelige dagen na de moord op Theo van Gogh. Minister Donner dacht na over het strafbaarstellen van godslastering. En wat vond minister Verdonk? ‘Hier ben ik echt tegen, de moslimgemeenschap heeft een lager incasseringsvermogen’. Het GAI-virus kende al eerder een grote uitbraak onder columnisten in Nederland. Nadat ze een tijd lang anderen beschuldigden van dit gebrek sloeg het in maart 2004 in hun eigen kringen toe. De AIVD had geschreven dat “te constateren valt dat een groeiend aantal moslims zich door opiniemakers en opinieleiders in het maatschappelijk verkeer onheus bejegend voelt”.

De columnisten raakten acuut en masse besmet door het GAI-virus Bij enkelen werd het nadenkend vermogen tijdelijk uitgeschakeld, anderen hielden het helemaal voor gezien. Terwijl ze zelf toch altijd vlijmscherpe woorden kiezen in hun columns, werd een simpele constatering van de AIVD ervaren als een muilkorf.
Eén van de belangrijkste kenmerken van het GAI-virus is volgens deskundigen dat het incasseringsvermogen van anderen laag wordt ingeschat terwijl het juist van de betrokken patiënt aangetast is. “Tot op heden hebben we nog geen succesvolle remedie tegen dit snel om zich heen grijpende virus”, aldus professor Hwang. “Het lijkt er erg op dat het zenuwstelsel wordt aangetast en dat het relativeringsvermogen verdwijnt”. Hwang verwacht veel lichttherapie.

Maar hopen dat het snel weer zomer wordt.

jun
08
2009
0

Angst voor Wilders

Na het Kamerdebat over de aanschaffing van de JSF, waarvan niemand kan zeggen in welk soort oorlog die zijn onschatbare diensten zal bewijzen, kwam Maurice de Hond met het resultaat van zijn volgende peiling. De PvdA heeft twee zetels verloren, staat nu op 22; de PVV van Geert Wilders zou er 33 krijgen. Het CDA is geschrokken en sluit niet uit dat na de verkiezingen van 2011 de PVV in een coalitie zal worden opgenomen. Daarvan schrok vooraanstaand CDA-lid, ideoloog en socioloog Anton Zijderveld weer dusdanig dat hij zijn lidmaatschap heeft opgezegd. Ook de VVD maakt zich zorgen over de furore van Wilders. Eerst werd ter verkenning het liberale Kamerlid Fred Teeven naar de partijvergaderingen van de PVV gestuurd, maar hij werd herkend, of ontmaskerd, en hij mag er niet meer in. Nu wordt volgens de Volkskrant partijleider Wilders op zijn triomftochten gevolgd door een anonieme spion. Cloak and dagger in de Nederlandse politiek. Maar in ieder geval is de huidige coalitie gered: we kopen één JSF om die eens goed uit te proberen. In normale tijden zou dit misschien als een verstandig besluit van de coalitie zijn begroet. Door deze aankoop houden we een voet tussen de deur en daarna kunnen we nog alle kanten op. Maar dit zijn geen normale tijden. Al een jaar of acht weten we dat het solide midden van het electoraat in staat van ontbinding is. De Fortuyn-revolte was geen vlaag van politieke verbijstering maar het eerste grote bewijs dat de natie was veranderd. Vervolgens hebben Verdonk en Wilders bewezen dat het proces onverbiddelijk verder gaat. De eerste oorzaak daarvan ligt in de samenstelling van het electoraat. Het grote midden, eens het fundament van de Nederlandse stabiliteit, is in een staat van trage ontbinding. Maar coalities blijven onvermijdelijk. Dit betekent dat principieel ongelijksoortige partijen gedwongen zijn compromissen te sluiten om een regering te kunnen vormen. De kiezers alles beloven en daarna, in de formatie, water bij de wijn doen terwijl je doet alsof je de winnaar bent. Zo dreigt het coalitiesysteem zichzelf te slopen, en het heeft geen andere keus. In beginsel zijn de verhoudingen niet veranderd sinds Arend Lijphart in 1968 zijn Verzuiling, pacificatie en kentering in de Nederlandse politiek schreef. Het verkeer tussen de zuilen vergelijkt hij met buitenlandpolitiek. Veel geheimzinnigheid; compromissen zijn onvermijdelijk als je de constructieve samenhang wilt bewaren. Polderen wordt het nu genoemd, en dat is geen loftuiting. Al jaren is het Nederlandse model waarin verreweg de meeste politici zich tot het volk richten een rommelpot van abstracties, vaagheden, ontwijkingen. De taal van de kaasstolp. ‘Dat zijn uw woorden.’ ‘Dat hebt u mij niet horen zeggen.’ Toen ontdekte wethouder Rob Oudkerk de kut-Marokkanen. Pim Fortuyn volgde met de islam als achterlijke godsdienst. Hirsi Ali en Theo van Gogh kwamen met hun film Submission. De hand van Rita Verdonk werd door een imam geweigerd. Geert Wilders versloeg ze allemaal door de Koran een fascistisch boek te noemen, vergelijkbaar met Mein Kampf. Hij maakte ook een film, Fitna. Hij wilde de troepen uit Uruzgan terughalen om de Goudse buschauffeurs te verdedigen. Hij pakte het Marokkaanse probleem radicaler aan dan al zijn voorgangers hadden gedaan. Dat klinkt blijkbaar voor bijna eenderde van de kiezers als hemelse muziek. Het Marokkaanse probleem is ernstiger geworden dan we misschien denken. Maar vergis u niet. Wilders is meer dan zijn anti-Allah-campagne. Hij is de politicus met een radar voor alles wat de gewone man hindert, ergert, hels maakt. Hij is de begaafde demagoog, die met wisecracks een tegenstander uit het veld slaat – ‘knettergek’ – en met het weglopen uit de vergaderzaal de collectieve afkeer van een doorpolderende coalitie symboliseert. Hij ziet niets in de JSF, wil de troepen terug uit Afghanistan, belastingverlaging, levenslang voor iedereen die drie maal de wet heeft overtreden, minder overheid, minder regels, een immigratiestop, hij gelooft niet in klimaatverandering, is in belangrijke zaken voor een bindend referendum. Er zijn punten in zijn programma die bij uiterst links passen, andere zijn uiterst rechts. Het geheel wordt bij elkaar gehouden door zijn politiek talent, en anders dan zijn voorgangers heeft hij geen onbedaarlijke ruzies in zijn achterhoede. Het is, kortom, geen wonder dat hij door de gevestigde orde als een groeiend politiek gevaar wordt gezien. Hij heeft zich ontwikkeld tot een stem des volks. Hoe moet Wilders worden bestreden? Probeer het eens met zijn eigen wapens. Leer om te beginnen in Den Haag weer zuiver en duidelijk Nederlands spreken, en maak een film over de natie vier jaar na het regime-Wilders. Nederland Koran-vrij, geen files en coffeeshops meer, het klimaat dat vanzelf verbeterd is, al die aangekondigde zegeningen die dan werkelijkheid zijn geworden. En laat vooral ook zien hoe dat allemaal tot stand is gebracht. Misschien helpt dat.

Bron: H.J.A. Hofland / De Groene Amsterdammer

jun
01
2009
0

Bettina Röhl

Dat kwam jullie natuurlijk heel erg rauw op het dak vallen. De beschuldiging aan het adres van Daniël Cohn Bendit, dat die 34 jaar geleden in zijn boek, pedofiele teksten geschreven heeft. En dan moet je nog bedenken, dat ik een groot bewonderaar van de Rode Dany ben. Toen we in 1980 op de barricades van de Vondelstraat stonden, kwam Daniël Cohn Bendit helemaal uit Frankfurt om met de krakers te praten. Hij dacht misschien dat de revolutie opnieuw uitgebroken was. Helaas lag ik toen net te slapen.

bettinarohlAls er nu échte Europese verkiezingen zouden zijn, waarbij je ook kandidaten van andere landen kon stemmen, dan zou ik serieus overwegen om Daniël Cohn Bendit te stemmen. En veel andere Nederlanders zouden Filip de Winter stemmen, of één van die Berlusconi flitjes. Je moet toch wát!!

De beschuldiging aan het adres van Daniël Cohn Bendit kwam voor het eerst in 2001 van Bettina Röhl, de dochter van de beroemde Duitse terroriste Ulrike Meinhof. Ze vindt, dat de revolutionairen van ’68 en de heimelijke symphatisanten van de RAF en Beweging 2e Juni, nu hun verantwoordelijk moeten nemen en hun daden moeten opbiechten. Joschka Fischer wordt door haar ervan beschuldigd dat hij in een woongroep met terroristen heeft gewoond en dat hij stenen naar politieagenten heeft gegooid. Over Daniël Cohn Bendit schrijft ze in de Bild-Zeitung over de pedofiele passages in zijn boek “Le Grand Bazar”.

Waarom is Bettina Röhl zo gefrustreerd over haar jeugd en over de daden van haar moeder? Wie zijn haar ouders Ulrike Meinhof en Klaus Rainer Röhl eigenlijk? In de jaren vijftig zijn Klaus Rainer en Ulrike lid van de verboden communistische partij KPD. Later behoren ze bij de Duitse elite en wonen in het sjieke Hanburgse Blankenese. De studenten van de ’68 revolte komen bij hen aan huis. De studentenleider Rudi Dutschke leert schieten in de kelder van de Röhls. Klaus Rainer geeft het blad linkse blad Konkret uit. Ulrike Meinhof komt op de televisie en maakt discussieprogramma’s.

Tot dan toe nog niets aan de hand. Totdat de journaliste Ulrike Meinhof een interview met de gevangen terrorist Andreas Baader maakt en verliefd op hem wordt. Ze helpt hem bevrijden en gaat er met de terrorist vandoor. Het zorgrecht voor de tweeling Bettina en Regine wordt voorlopig aan de vader toegekend. De terroristische vrienden van ulrike 2Ulrike Meinhof helpen mee de kinderen te ontvoeren en naar Sicilië te brengen. De zeven jaar oude kinderen wonen enkele maanden bij een hippie-paar op het strand. Intussen worden plannen gesmeed om de kinderen in Palestijns kinder-trainingskamp in Libanon op te laten voeden. Yasser Arafat hoort echter van deze plannen en steekt er een stokje voor. Het zou zijn contacten met de ondergrondse communistische partij in gevaar brengen.

De vader hoort van een ex-lid van de RAF waar zijn kinderen verblijven en laat de kinderen terug ontvoeren. Daarna leiden de kinderen een normaal burgerlijk leven en Bettina maakt het Gymnasium af. Ze wordt journaliste en neemt 30 jaar later wraak.

In 2002 hoort de tweeling dat de hersenen van hun moeder Ulrike Meinhof nog in de Universiteitskliniek van Magdeburg worden bewaard voor nader onderzoek. Een hersenoperatie in 1962 zou de gedragsverandering van Ulrike hebben veroorzaakt. De tweeling eist echter dat de hersenen alsnog bij het lichaam van hun moeder wordt begraven.

Ik weet niet wat jullie ervan denken, maar ik kan me de woede van Bettina Röhl wel een beetje voorstellen.

Zie ook: interview met Ulrike Meinhof hieronder:

Ulrike Meinhof 2 juni 1967 over de studentenbeweging:

Ulrike Meinhof over de dood van Beno Ohnesorg. In 2009 blijkt overigens dat de student door een agent van de DDR is doodgeschoten.

In 1967 denkt Ulrike Meinhof nog, dat Kurras, de moordenaar van Benno Ohnesorg, een idiote politieagent is.

Gepubliceerd op 8 juni 2009

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl