Gewapende burgers zijn de ergste nachtmerrie voor iedere dictator en tiran. De geschiedenis leert ons immers dat gewapende burgers zich altijd met hand en tand zullen blijven verzetten tegen onderdrukking en dictatuur.
Deze les werd dan ook zeer ter harte genomen door figuren als Jozef Stalin en Adolf Hitler, die het bezit van wapens in hun eigen land en daarna in hun bezette gebieden onmiddellijk bij decreet verboden. Deze wapenwetten werden door de nazi’s streng toegepast, maar ze konden toch niet voorkomen dat een golf van ondergrondse verzetsbewegingen hen de rest van de oorlog zou dwarsbomen.
Voor de Joden kwam het verzet echter te laat, zij waren reeds voor het begin van de oorlog ontwapend en konden zich dus niet verdedigen tegen hun deportatie die het einde voor zo velen betekende. Niet dat ik de Europese overheden van genocide wil betichten, maar waakzaamheid blijft geboden als een staat het recht van burgers om zich te verdedigen afneemt of sterk reguleert.
Maar hoe komt het nu dat wat men in de Verenigde Staten de normaalste zaak ter wereld vindt, in landen als Nederland en België zo’n taboe is geworden de laatste jaren? Beide danken hun onafhankelijkheid immers aan een opstand van gewapende burgers tegen een buitenlandse mogendheid. Toch is er een fundamenteel verschil in hoe beide landen zich nadien ontwikkeld hebben.
Hoewel de Amerikanen tijdens hun onafhankelijkheidsstrijd op de steun van onder meer Spanje en Frankrijk konden rekenen, hebben zij in de jaren na hun onafhankelijkheid nooit beroep gedaan op deze bondgenoten om hen uit de problemen te halen.
Verlichte denkers zoals Thomas Jefferson zagen de gevaren van verstrikkende allianties in en vielen liever terug op goed bewapende burgermilities om zich te verdedigen tegen tirannie en buitenlandse veroveringsdrang. Deze milities hebben hun effectiviteit trouwens bewezen, o.a. toen meer dan 450,000 Amerikanen hun vrijheid verdedigden tegen de Britten in de Oorlog van 1812.
Ook Zwitserland heeft haar geschiedenis van neutraliteit bij internationale conflicten te danken aan een groot aantal wapenbezitters en goed draaiende burgermilities.
In België verliep het evenwel anders. Wat begon als een kleine opstand voor meer autonomie escaleerde al snel tot een regelrechte revolutie met de onafhankelijkheid van de Zuidelijke Nederlanden als nieuw doel. Deze gebeurtenis ging uiteraard niet onopgemerkt voorbij, en het duurde dan ook niet lang voor de Europese grootmachten zich met deze zaak gingen bemoeien.
Plannen voor een aansluiting bij Frankrijk werden door Groot-Brittannië van tafel geveegd, evenals het voorstel om de voormalige Franse kroonprins het koningschap van België aan te bieden. Het was eveneens Groot-Brittannië dat Nederland onder druk zette om de Belgische staat te erkennen in het zogenaamde Verdrag van Londen van 1839. In dit verdrag beloofde de Europese grootmachten de neutraliteit van België te respecteren.
Niet alleen had het Belgische volk dus weinig te zeggen over het ontstaan van hun land, ze kregen bovendien de garantie van de machtigste naties van dat moment dat hun neutraliteit gerespecteerd zou worden. Een burgermilitie was dan ook niet echt noodzakelijk voor het voortbestaan van het land, en zo ontbrak in België de voedingsbodem voor een gezonde traditie van burgerlijk wapenbezit. Dit in tegenstelling tot de Verenigde Staten.
Toch was de wapenwet in België tot voor kort nog vrij liberaal. De wet stamde uit 1933 en stelde dat sport- en jachtwapens, mits registratie, vrij aangekocht konden worden. Voor oorlogswapens was een speciale vergunning nodig.
Dit alles veranderde toen een zekere Hans Van Themsche besloot een wapen aan te kopen en daarmee enkele onschuldige mensen op straat neer te kogelen. Het hele land stond in rep en roer, het zoveelste geval van ‘zinloos geweld’ bracht een volkswoede teweeg die niet meer gezien was sinds de tijd van de Dutroux-affaire. De snelheid waarmee de politiek op deze gebeurtenis reageerde was al even ongezien. Alle partijen waren het er op enkele uren tijd over eens dat een herziening van de wapenwet nodig was.
Op een week tijd werd een bijzonder strenge en ondoordachte nieuwe wapenwet door het parlement gejaagd. Dit zonder eerst de gemoederen te laten bedaren en na te denken over de diepgaande implicaties van deze nieuwe wet. Ze kon dan ook onmiddellijk rekenen op felle kritiek van schuttersverenigingen én de politievakbond.
Het hallucinante resultaat liet dan ook niet lang op zich wachten. Onschuldige burgers werden ontwapend, kostbare erfstukken ‘verdwenen’ bij pogingen om ze te laten registreren en politieagenten moesten een attest van mentale gezondheid gaan halen om hun dienstwapen te mogen dragen. Dit terwijl illegale wapens rustig bleven waar ze altijd al geweest waren: in de handen van criminelen.
En heeft deze ultrastrenge wet iets gedaan om dergelijke drama’s te verkomen? Minder dan een jaar na het doorvoeren ervan werd een jongeman op straat doodgestoken voor een sigaret, en nog begin dit jaar werd het land diep geschokt door de laffe moorden van Kim De Gelder.
Ook buiten België is genoeg bewijsmateriaal te vinden om aan te tonen dat dergelijke wetten inefficiënt zijn. Een voorbeeldland dat door tegenstanders van wapenbezit vaak word aangehaald is Japan. Vuurwapens zijn er verboden, met uitzondering van een beperkt aantal jagers. Wat is nu het resultaat? Een moordcijfer vergelijkbaar met zwaarbewapende landen zoals Duitsland en Noorwegen, en één van de hoogste zelfmoordcijfers ter wereld.
Een ander vaak gebruikt voorbeeld is uiteraard ‘cowboyland’ Amerika. In de VS zijn er om en bij de 90 vuurwapens in oploop per 100 inwoners. Klinkt gevaarlijk? De statistieken spreken dit echter tegen. Tussen 1996 en 2005 is het moordcijfer in de VS met 15% gedaald, en het aantal gewapende overvallen met 22%, dit terwijl het vuurwapenbezit wel constant toenam.
Het omgekeerde is eveneens waar, Washington D.C., dat sinds 1976 de strengste wapenwet van alle Amerikaanse staten kent, zag zijn moordcijfer in 15 jaar tijd meer dan verdrievoudigen. Deze ‘prestatie’ leverde Washington de bijnaam ‘Murder Capital’, USA op. Intussen is het aantal moorden daar terug gedaald, maar het steekt nog steeds met kop en schouders boven alle andere Amerikaanse steden uit. Het hoeft denk ik verder geen betoog dat de vermeende correlatie tussen wapenbezit en misdaad ronduit fout is.
Daarbij besliste ook het Amerikaanse Hooggerechtshof recentelijk (Heller vs. D.C.) dat het wapenverbod in het District of Columbia in strijd zou zijn met de Grondwet en herzien moet worden.
Het heeft geen enkele zin om het recht op vrij wapenbezit van de burger af te nemen. Het enige wat dit doet, is namelijk een klimaat creëren waarin potentiële criminelen weten dat zij geen gewapende tegenstand hoeven te verwachten van hun slachtoffers, en dus ongestoord hun gang kunnen gaan. De afwezigheid van een afschrikmiddel zoals een vuurwapen, zet met andere woorden het hek wagenwijd open voor mensen die anders misschien niet de stap naar de misdaad zouden zetten.
Bovendien houden dergelijke wetten criminelen niet tegen van een wapen te houden, zij hebben immers geen respect voor de wet. Een populair gezegde gaat dan ook als volgt: “when guns are outlawed, only outlaws will have guns!”
En nog iets dat enorm storend is, is het feit dat mensen die het recht op vrij wapenbezit verdedigen steevast worden afgeschilderd als asociale, schietgrage ‘rednecks’ die Europa tot een modern Wilde Westen willen herschapen (een beeld dat overigens totaal fout is, zoals hierboven geïllustreerd). Men verwijt hen ook steeds dat zij paranoïde figuren zouden zijn die bang zijn van hun medemens en inspelen op een vals onveiligheidsgevoel. Het tegendeel is echter waar.
Het zijn net diegenen die hun medeburgers willen ontwapenen die geen vertrouwen hebben in hun medemens. Combineer dit met de hedendaagse pers en hun niet-aflatende honger naar schokkende en sensationele verhalen, en je krijgt een ‘recipe for disaster’ dat het onveiligheidsgevoel verder in de hand werkt en ons weer een stap dichter bij de politiestaat brengt.
Het zijn dan ook enkel de echte vrijheidsminnenden met een rotsvast geloof in de mensheid die hun medeburgers in deze tijden van bijtend cynisme nog durven vertrouwen met vuurwapens. De rest lijkt zijn geloof in de individuele verantwoordelijkheid te hebben verloren, of heeft er nooit in geloofd.
Want dit wordt maar al te vaak over het hoofd gezien: het bezit van een wapen is immers een verantwoordelijkheid net als het opvoeden van kinderen, rijden met een wagen en het bezitten van geld. En net zoals met het bezit van een wapen kan men door onverantwoord met deze zaken om te springen zware schade aanrichten.
Het is nu onderhand wel duidelijk dat het echte probleem niet bij het wapenbezit zelf ligt dan wel bij die enkelingen die over de schreef gaan en menselijke drama’s aanrichten. Maar daar helpt geen enkele regulering iets aan. En net daarom is het tijd dat de overheid laat zien dat zij de burgers vertrouwt, dat vrijheid niet iets is om bang voor te zijn. Geef ons de kans om te bewijzen dat wij verantwoord met wapens kunnen omspringen!
Geef ons gewoon ons natuurrecht terug!