In Amsterdam werd in januari 1991 bekendgemaakt dat Lex Hester, vaste medewerker van de linkse boekhandel Het Fort van Sjakoo, een lange carrière in dienst van de PID en de anti-terrorismeafdeling van de CRI, de Bijzondere Zaken Centrale (BZC) doorlopen had. Hester was onder meer een groot verzamelaar van literatuur van en over `gewapende groepen’. Zijn archief was legendarisch. De laatste jaren gaf hij ook een heftig blaadje uit, Het Info, dat vertaalde persverklaringen van verzetsgroepen publiceerde. De uitgave werd geheel bekostigd door zijn werkgever. Hester had goede contacten met het kleine scenetje van RAF-aanhangers in Nederland en – naar later bleek – radicale groepen in andere landen. Ook `Kamphuis’ onthulde aan een journalist dat hij in zijn politieke periode doorgedrongen was tot de harde kern van de RAF. Beide hebben veel meer gedaan dan alleen infiltreren. Tijd om eens na te gaan wat er waar is van de wilde verhalen dat het `terrorisme’ in Europa, en misschien ook in Nederland, onvermoede roergangers heeft gehad.(2)
Bruine brigades?
(Een populaire grap in Italië: Een opgewonden bode rent bij minister-president Andreotti naar binnen: “Meneer de premier, Aldo Moro is zojuist ontvoerd!” Andreotti: “Wat, is het nu al negen uur?”)
Vooral uit Italië kwamen met grote regelmaat geruchten over terroristisch dubbelspel. Met name de bloedig verlopen ontvoering van de christendemocratische leider Aldo Moro in 1978, bracht velen aan het twijfelen over de linkse signatuur van de Rode Brigades. Theoretisch was de ontvoering midden in Rome voor een linkse club al gekkenwerk maar er waren ook geruchten over bewijzen… Hoe kwam bijvoorbeeld een fotokopieermachine, die aantoonbaar in het bezit van de geheime dienst SID geweest was, bij de Brigades om hun pamfletten mee te reproduceren? Waarom kreeg (naar later pas bleek) de speciale onderzoeksrechter voor de ontvoering geen middelen om te werken en werd er niet binnengevallen op de plek waar Moro vastgehouden werd terwijl ze daar aanwijzingen voor hadden? En wat te denken van de aanwijzingen dat een deel van de kogels die bij de ontvoering afgevuurd werden (die vijf lijfwachten het leven kostten), zou stammen uit speciale militaire opslagplaatsen?
In een opzienbarende documentaire van de BBC (uitgezonden op 10 juni 1992) zit Alberto Franceschini, een van de oprichters van de Rode Brigades, in zijn gevangeniscel te piekeren. Hij uit vertwijfeld het vermoeden dat zijn organisatie op de een of andere manier gemanipuleerd werd. Hij vertelt dat hij graag wil weten wie dat was, “wie hem gebruikt heeft”, wie zijn leven kapotgemaakt heeft. Een van de belangrijkste leden van de Brigades die bij de ontvoering betrokken was, Morucci, zou volgens dezelfde uitzending na de ontvoering gepakt zijn met een notitieboekje vol telefoonnummers van geheime diensten.
Los van al deze duistere feitjes past een komplottheorie in Italië goed in een strategie die daar bij extreem-rechts was ontdekt: de `strategie van de spanning’. Deze strategie werd in uitgewerkte vorm aangetroffen in de kantoren van Aginter Press in Portugal. Toen dat bij de Anjerrevolutie in 1974 werd opgerold, bleek het een internationaal knooppunt van `spanningsstrategen’ te zijn. Deze hadden een plan ontwikkeld om de bevolking en politici door obscure moordpartijen en aanslagen dusdanig onzeker te maken dat ze een duidelijke keuze tegen linkse experimenten zouden maken en vóór een autoritaire militaristische staat. Fascistische commando’s waren daarbij bereid om voor de terreur te zorgen maar deze moest – om meerdere redenen – afgewisseld worden door (op het oog) linkse terroristische acties. De `linkse’ terreur kon geënsceneerd worden, met het gevaar dat dat ontdekt werd en zou terugslaan op de opdrachtgevers. Een andere optie was om het geweld over te laten aan authentieke linkse groepen die door infiltratie (of andere vormen van manipulatie) `gestuurd’ werden.