apr
25
1992
2

Sommige aanhangers Duitse RAF willen doorgaan met strijd

In Duitsland heeft de linkse terroristische organisatie Rote Armee Fraktion hield Buitenland geen “Faktion” aan? – AL corr(RAF) aangekondigd haar gewapende strijd voort te zullen zetten. Dit zou blijken uit een bericht dat het Duitse persbureau DPA ontving. Het bericht weerspreekt een eerdere aankondiging van de RAF, waarin de organisatie liet weten haar strategie van geweld te zullen opgeven.

Een paar linkjes:

meer info over de RAF is te vinden op:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Rote_Armee_Fraktion
http://nl.wikipedia.org/wiki/Andreas_Baader
http://nl.wikipedia.org/wiki/Ulrike_Meinhof
http://nl.wikipedia.org/wiki/Gudrun_Ensslin
etc

een groot nederlands dossier over de RAF:
http://www.duitslandweb.nl/dossiers/RAF/index.html

6 vwo scholieren werkstuk
http://www.scholieren.com/werkstukken/26007

studie:
Onderzoek naar de de vraag: In hoeverre heeft de Bondsrepubliek in jaren 70 grondbeginselen van de rechtstaat geschonden bij de vervolging van de RAF?
http://iclweb01.fsw.leidenuniv.nl/walhain/Eindexamen/Level_3/cse/Duitsland/raf/raf.htm

Andere tijden – geschiedenis
http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/8744393/
nederlands met ook film!!!

ook op de site van de groene amsterdammer zijn RAF artikelen te vinden:
http://www.groene.nl/

dossier van de bibliotheek in gent
http://www.gent.be/gent.htm?id=40792&rec=48225&ch=THE

stuk van toine van ringelestijn
http://www.tonie.net/images/raf.htm

stuk van Antoine Verbij
http://www.barreland.nl/documenten/archief/twelez.html

een stuk van necip
http://www.vecip.com/default.asp?onderwerp=356

een engels boekwerk van 14 chapters is te vinden op:
http://www.crimelibrary.com/terrorists_spies/terrorists/meinhof/1.html

http://www.rafinfo.de/

http://www.baader-meinhof.com/

http://www.raf.mod.uk/ 😉

http://www.raf-geschichte-der-rote-armee-fraktion.de/

het oprichtings manifest
http://www.baader-meinhof.com/students/resources/communique/deubuild.html

biografie horst mahler
http://www.dhm.de/lemo/html/biografien/MahlerHorst/index.html

het artikel dat historicus Wolfgang Kraushaar over dit onderwerp schreef voor het tijdschrift Zeithistorische Forschungen.
http://www.zeithistorische-forschungen.de/portal/alias__zeithistorische-forschungen/lang__de/tabID__40208214/Default.aspx

RAF dossier van stern.de
http://www.stern.de/politik/historie/index.html?eid=501091&nv=ex_L3_sn

RAF dossier WDR
http://www.wdr.de/themen/politik/personen/h_m_schleyer/index.jhtml?rubrikenstyle=politik

RAF dossier MDR
http://www.mdr.de/search/cgi-bin/htsearch?words=RAF&send;.x=0&send;.y=0&send=Abschicken

RAF dossier DMH inclusied docu Idea
http://www.dhm.de/lemo/html/DasGeteilteDeutschland/NeueHerausforderungen/Linksterrorismus/roteArmeeFraktion.html

flink duits artikel:
http://www.zeit.de/2007/12/Antwort-Reemtsma

RAF dossier van nadir
http://www.nadir.org/nadir/archiv/PolitischeStroemungen/Stadtguerilla+RAF/RAF/brd+raf/

history channel
http://video.google.nl/videoplay?docid=3090999056663892812&q=baader

nov
01
1990
0

Op politieke vakantie

In de jaren zeventig en tachtig onderhield een aantal Nederlanders contacten met mensen in en rond de RAF. Sommigen op persoonlijke titel, anderen in georganiseerd verband. Er zijn evenwel geen aanwijzingen dat Nederlanders ooit direct waren betrokken bij gewelddadige acties van de terreurorganisatie.

protestrafEind jaren zestig, begin jaren zeventig gingen tal van Nederlandse links-radicalen op ‘politieke vakantie’ naar Berlijn. Daar maakten ze de straatgevechten mee en woonden ze de nachtenlange discussies in de Wohngemeinschaften bij. Sommigen van hen waren ook getuige van de geboorte van de stadsguerrilla. Een enkeling kwam zelfs in de kring rond Andreas Baader en Gudrun Ensslin terecht. Dat overkwam bijvoorbeeld Ronald Augustin, die prompt zijn diensten aan de RAF aanbood. Hij heeft zijn hulpvaardigheid met zeven jaar cel moeten bekopen.

Netwerk
Er bestonden, kortom, van meet af aan contacten tussen Nederlanders en mensen in en rond de RAF. Veel contacten werden op persoonlijke titel onderhouden. Wanneer het over Nederlandse steun aan de RAF gaat, denkt men echter al gauw aan een radicale linkse jongerenorganisatie als de Rode Jeugd. Zulke organisaties vormden echter slechts het zichtbare deel van een verder nogal informeel en los netwerk van sympathisanten, vrienden en helpers van de RAF.

Het staat zo goed als vast dat Nederlanders nooit direct betrokken zijn geweest bij gewelddadige acties van de RAF zoals gijzelingen, bankovervallen en aanslagen op objecten en personen. De steun die Nederlanders aan de RAF verleenden, lag op andere terreinen, zowel legaal als illegaal. Nederlanders waren incidenteel behulpzaam bij de aanschaf van wapens en explosieven, bij het regelen van valse paspoorten en rijbewijzen, bij het verlenen van logies, bij het inrichten van depots voor wapens en valse papieren, bij het verspreiden van propaganda en bij het organiseren van protesten tegen de vermeende foltering van RAF-gevangenen.

De illegale activiteiten laten zich uiteraard moeilijk exact traceren. De weinige gevallen die bekend zijn, betreffen activiteiten van mensen uit kringen van de Rode Jeugd, de Rode Hulp en het Rood Verzetsfront. Dat heeft een simpele reden: de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) hield er de vinger aan de pols. In een enkel geval was de BVD zelfs de uitvoerder, zoals toen een agent die in de Rode Jeugd onder de naam ‘Zwart’ opereerde, een illegale Duitser met een pakket explosieven over de grens naar de Bondsrepubliek begeleidde.

Onwetendheid
Een bijzondere ontmoeting tussen Nederlanders en de RAF vond plaats in Zuid-Jemen. In de zomer van 1976 was een groep van vijftien mensen naar dat land afgereisd om een guerrillatraining te volgen in een kamp van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina. In dezelfde periode zat daar ook een aantal RAF-leden dat zich op nieuwe acties aan het beraden was. Het werd voor de Nederlandse groep een ontnuchterende ontmoeting. De ervaren Duitsers ergerden zich enorm aan de onkunde en onwetendheid van de Nederlandse beginnelingen. Ze behandelden de Nederlanders neerbuigend en lieten duidelijk merken hen ongeschikt te achten voor de gewapende strijd. Kennelijk vonden deze Nederlanders dat zelf ook, want vrijwel alle Jemen-gangers maakten na terugkeer in Nederland snel een einde aan hun loopbaan in de stadsguerrilla.

Eind jaren zeventig was het Rood Verzetsfront (RVF), dat haar basis had op een boerderij in Drente, een belangrijk centrum van activiteiten ter ondersteuning van de RAF. Welke vorm die ondersteuning had, is althans voor wat het ondergrondse deel betreft moeilijk te achterhalen. Bovengronds deed het RVF aan propaganda door informatiebijeenkomsten te organiseren en de Knipselkrant uit te geven. In die Knipselkrant verschenen onder meer teksten van gedetineerde RAF-leden, die door hun advocaten uit de gevangenis waren gesmokkeld.

Het beleggen van bijeenkomsten over de RAF en het uitbrengen van RAF-teksten had toen overigens al enige traditie in Nederland. Pionier op dat terrein was de journalist Boudewijn Chorus. Voor het Utrechtse uitgeverijtje Spuw vertaalde Chorus ‘Ontwerp van de stadsguerilla’ van de RAF en ‘Handboek voor de stadsguerillero’ van de Braziliaan Carlos Marighela. Na de Duitse Herfst in 1977 publiceerde hij een apologie van de RAF onder de titel ‘Als op ons geschoten wordt…’. In woord en geschrift legde Chorus telkens weer uit waarom het in de Bondsrepubliek wel tot gewapend verzet moest komen, om er steevast aan toe te voegen dat de situatie in Nederland niet met die in Duitsland kon worden vergeleken.

Politiestaat
politiestaatDe meer dan warme belangstelling voor de RAF in sommige links-radicale kringen kwam voort uit de angst dat de Bondsrepubliek zich in de richting van een politiestaat ontwikkelde en dat Nederland in die ontwikkeling zou worden meegesleurd. In feite werd die angst door veel Nederlanders gedeeld. Maar de grote meerderheid meende dat informatie, debat en een kritische pers betere middelen waren om de dreigende politiestaat af te wenden dan rechtstreekse steun aan de RAF. Zo dacht ook een organisatie als de Rode Hulp erover. Zij informeerde over de Duitse terreurbestrijding, protesteerde tegen het gevangenisregime waaraan RAF-leden werden onderworpen en voerde actie voor de RAF-gedetineerden die tegen hun behandeling in hongerstaking waren gegaan.

Aan de Rode Hulp waren de namen verbonden van onder meer Augustins advocaat Pieter Herman Bakker Schut, uitgever Rob van Gennep, psychiater Sjef Teuns en de journalisten Rudie Kagie, Rudie van Meurs en Boudewijn Chorus. Toen een groepje radicale leden de Rode Hulp tot een illegale organisatie dreigde om te vormen, trokken ze zich schielijk terug. Al snel vonden ze een nieuw onderdak: het Medisch-Juridisch Comité Politieke Gevangenen. De lijnen van dat comité naar de RAF waren kort. Bakker Schut verdedigde naast Augustin ook leden van de RAF die deel uitmaakten van de harde kern. Daarnaast gold Rob van Gennep in RAF-kringen als iemand bij wie men gerust kon aankloppen, al zijn er geen aanwijzingen dat de linkse uitgever enig aandeel had in de illegale activiteiten van zijn bezoekers.

Kortom, in de jaren zeventig en ook nog in de jaren tachtig bestonden er verschillende soorten contacten tussen Nederlanders en de RAF. Maar op een enkele uitzondering na (Augustin), hadden die contacten niet het karakter van, zoals dat juridisch heet, ‘lidmaatschap van een criminele organisatie’.

jan
01
1978
0

De RAF – in de Nederlandse media

De Nederlandse media waren in de jaren zeventig in het algemeen op de van de hand van de RAF, zeker binnen de geëngageerde stroming van New Journalism.  Toen Nederland eind jaren zeventig op eigen bodem werd geconfronteerd met gewelddadigheden van de RAF, kwam hierin een omslag.

protestDe naoorlogse Nederlandse weerstand tegen Duitsland was waarschijnlijk nooit groter dan in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Vreemd genoeg had de Tweede Wereldoorlog gedurende de jaren vijftig niet zo veel aandacht gekregen. Nederland was zo druk met de wederopbouw dat voor verwerking van de oorlog geen aandacht meer was.

Dit veranderde in de jaren zestig. Algemeen wordt het uitzenden van de televisieserie ‘De Bezetting’ als begin van deze ontwikkeling beschouwd. In de veel bekeken serie werd de nadruk gelegd op het barbaarse karakter van de Duitse bezetter die het vredige, goedlopende leven van de Nederlanders wreed verstoorde. Veel mensen waren er van overtuigd dat Duitsers een ander karakter hadden dan Nederlanders. Er zou sprake zijn van een typisch Duitse volksaard. ‘De Duitser’ hield niet alleen van worst en bier en kuilen in het strand, maar was ook per definitie lichtgeraakt en van nature slaafs en onderdanig. Bovendien werd vaak benadrukt dat de democratie in de Bondsrepubliek nog heel jong was. De vergelijking met de Republiek van Weimar was snel gemaakt: ook een jonge democratie die relatief snel in de ban raakte van een ‘grote leider’.

Aan het einde van de jaren zestig laaide, in Nederland, net als in de rest van Europa, het studenten- en jongerenprotest op. Het anti-fascisme en de strijd tegen al wat autoritair was stond zeer hoog in het vaandel. Duitsland gold, in het licht van haar recente verleden, als afschrikwekkend voorbeeld. Een ander belangrijk kenmerk van de protestgeneratie was dat de jongeren sympathiseerden met hun collega’s in het buitenland. Dus ook met de West-DuitseAusserparlementarische Opposition (APO), de intellectuelen- en studentenbewegingen die zware kritiek hadden op het functioneren van de Duitse democratie en de consumptiemaatschappij.

New Journalism
De idealen van de jongeren kregen steeds meer invloed op de journalistiek. Er ontstond een nieuwe stroming die bekend kwam te staan als New Journalism. Voorheen probeerden journalisten het nieuws zo neutraal en objectief mogelijk te brengen, maar wel met respect voor de autoriteiten en de eigen zuil. New Journalism bracht daar verandering in. Een goede journalist moest juist geëngageerd zijn. De gewone burgers moest worden verteld dat zij door de kapitalistische machthebbers werden onderdrukt. Pas als zij zich hiervan bewust werden, was een andere maatschappij mogelijk. Het beroep van journalist werd populair en veel babyboomers kozen het als werkterrein. Dat had gevolgen voor de berichtgeving over de Rote Armee Fraktion. De RAF deelde een belangrijk doel met New journalism. Beide bewegingen streefden ernaar de massa wakker te schudden uit haar door de kapitalistische, conservatie bovenlaag veroorzaakte ‘sluimertoestand’. Veel journalisten konden daarom enige sympathie opbrengen voor de groep en vonden de bestrijdingsmethoden van de Bondsrepubliek buiten alle proporties. In de verslaggeving werd dan ook vaak de kant van de ‘actievoerders’ gekozen. Vertegenwoordigers van de Duitse regering werden vrijwel nooit aan het woord gelaten om hun kant van het verhaal toe te lichten. Verslaggevers en geïnterviewden verklaarden altijd wel tegen geweld te zijn, maar benadrukten daarbij ook steeds dat de regering het geweld met de dood van Benno Ohnesorg begonnen was.

Soms leek het wel of de Nederlandse journalisten tot de sympathisanten van de RAF behoorden. Hun oordeel was vaak niet mild. Veel journalisten namen de beschuldigingen van de RAF en haar advocaten klakkeloos over en spraken van onmenselijke toestanden in de gevangenis. Op TV werd openlijk getwijfeld aan de verklaring van de Duitse overheid dat Meinhof, Baader, Ensslin en Raspezelfmoord hadden gepleegd. Ook ging veel aandacht uit naar deRadikalenerlass, de serie wetten waarmee de Bondsrepubliek probeerde het terrorisme te beteugelen. Vooral de praktijk van de Berufsverbote uit deze serie kreeg veel kritiek. Mensen van wie bekend was dat zij de democratie niet erkenden mochten niet in overheidsdienst werken. Dat betekende in de Bondsrepubliek dat zij dan ook geen leraar, advocaat of treinmachinist mochten worden. Sommige deelstaten gingen hierin erg ver en vonden al snel dat iemand de democratie niet steunde. Nederland sprak er schande van. De PvdA schreef een brandbrief naar haar zusterpartij, de SPD. Er kwam een SPD-delegatie naar Amsterdam om de ruzie te sussen, maar veel PvdA’ers bleven verontwaardigd. Ook journalisten protesteerden hevig. Ze gebruikten termen als ‘heksenjacht’ en op televisie verschenen veel interviews met ogenschijnlijk nette jonge Duitsers die een Berufsverbot hadden gekregen omdat ze ooit in een demonstratie hadden meegelopen.

Sympathie
ulrikemeinhofEr is geen opinieonderzoek bekend waarin aan de Nederlandse bevolking werd gevraagd hoe zij tegenover de RAF stond. De opvattingen die uit de media klinken zijn natuurlijk niet per se dezelfde als die van ‘de man in de straat’. Maar de meeste Nederlandse jongeren konden wel sympathie opbrengen voor hun tegen het establishment strijdende leeftijdsgenoten. Bovendien was de RAF in wezen anti-Duits. Zij vocht namelijk tegen alles wat veel Nederlanders in Duitsland verafschuwden. Bijvoorbeeld tegen de oud-nazi’s die vaak nog belangrijke posten in de maatschappij bekleedden en tegen de ‘slaafse volgzaamheid’ van de Duitse burgers. Oudere Nederlanders hadden minder op met de radicale jongeren maar konden zich vaak wel vinden in hun kritiek op de Bondsrepubliek. Het harde optreden van de regering tegen de RAF riep bij velen – onterecht – herinneringen op aan de vervolgingen van andersdenkenden in de jaren dertig en veertig in Duitsland.

Het tij keerde na de Duitse Herfst in 1977. Het gebruikte geweld in deze periode ging velen te ver. Tijdens de vliegtuigkaping was het leven van 91 onschuldige mensen in gevaar gebracht. Bovendien hadden leden van de RAF een uitstapje naar Nederland gemaakt. De ontvoerde Schleyer was tijdelijk ondergebracht in Den Haag en daarom verbleven er ook enkele terroristen in dit land. De politie kwam ze op het spoor en probeerde ze in te rekenen. Dit leidde in Utrecht en in Amsterdam tot schietpartijen. In Utrecht kwam hierbij een politieman om het leven. Het geweld dat de RAF gebruikte breidde zich uit. Er vielen nu zelfs doden en gewonden in Nederland. Daardoor was het Duitse terrorisme niet langer een ver-van-mijn-bed-show. In Nederland leek men ook gevaar te lopen. Het klimaat in Nederland veranderde. De argwaan tegen Duitsland bleef nog even bestaan, maar de sympathie voor de RAF stierf snel af.

jan
01
1977
0

Derde generatie – 1977 – 1998

Het RAF-terrorisme is na de ‘Duitse herfst’ van 1977 over haar hoogtepunt heen. Een tiental oudgedienden legt de wapens neer en duikt met behulp van de Oost-Duitse geheime dienst, de Stasi, onder in de DDR. Zij worden vrijwel allemaal direct na de Wende van ‘89/’90 gearresteerd. Bovendien worden in 1982 de kopstukken Christian Klar, Brigitte Mohnhaupt en Adelheid Schulz gearresteerd.

gezochtMaar net als na de uitschakeling van de eerste generatie, staat na de ‘Duitse herfst’ een nieuwe groep aanhangers klaar om het terroristische stokje over te nemen. De relatief onbekende ‘derde generatie’ richt zich, in tegenstelling tot haar voorgangers, niet op de bevrijding van gearresteerde RAF-leden, maar op de vorming van een ‘anti-imperialistisch front’. Prioriteit is het plegen van aanslagen op het Amerikaanse leger en representanten van ‘het kapitaal’.

Identiteitsbewijs
Het eerste doelwit is NAVO-chef Alexander Haig. Hij ontsnapt in juni 1979 aan de dood bij een aanslag. Halverwege de jaren tachtig volgt een nieuwe eruptie van geweld, de laatste grote aanslagenserie van de RAF. Op 1 februari 1985 wordt Ernst Zimmerman, directeur van een wapenconcern dat onderdelen levert voor de Tornado-straaljagers van de Bundeswehr, in zijn slaapkamer geëxecuteerd. In augustus van dat jaar vindt een bomaanslag plaats op de Amerikaanse legerbasis in Frankfurt. Daarbij sterven twee Amerikaanse militairen. Vlak van tevoren hebben de terroristen een Amerikaanse soldaat omgebracht om zijn identiteitsbewijs te bemachtigen, nodig om toegang te verkrijgen tot de legerbasis en het explosief te kunnen plaatsen. Als reactie op de brede, publieke kritiek die zij met deze koelbloedige moord oogst, stuurt de RAF een verklaring naar het dagblad Frankfurter Rundschau. Daarin rechtvaardigt zij de moord: “De militaire bases, inrichtingen en commandocentrales van de Amerikaanse strijdkrachten en de NAVO zijn oorlogsgebied.” Vijf maanden later klinkt het in een opmerkelijk grote mate van zelfkritiek echter: “We zeggen nu dat het doodschieten van de G.I. een fout was.” De publieke sympathie voor de RAF is echter nagenoeg verdwenen.

Op 9 juli 1986 sterft Karl Heinz Beckurts, manager bij elektronicaconcern Siemens en sterk pleitbezorger van het gebruik van kernenergie, door een bom die naast zijn auto ontploft. Ook zijn chauffeur overlijdt. Op 10 oktober wordt de topdiplomaat Gerold von Braunmühl van dichtbij doodgeschoten. Eén van de afgevuurde kogels is afkomstig uit het pistool waarmee negen jaar eerder Hanns Martin Schleyer is omgebracht.

Stuiptrekkingen
herrhausenDe laatste moorden van de RAF vinden plaats tijdens de sowieso al turbulente periode rondom de val van de Berlijnse Muur en de Duitse eenwording. Op 30 november 1989, drie weken na de val van de Muur, bloedt bankpresident Alfred Herrhausen dood nadat zijn gepantserde dienstauto op een door de RAF geplaatste mijn is gereden. Op 1 april 1991 wordt Detlev Karsten Rohwedder, baas van de Treuhand (de overheidsinstelling die na 1990 de Oost-Duitse industrie moet privatiseren), in zijn slaapkamer doodgeschoten. Rohwedder is het laatste slachtoffer van een organisatie die door de Duitse eenwording en het mislukken van de wereldrevolutie is ingehaald.

De allerlaatste stuiptrekkingen vinden plaats op 27 juni 1993, wanneer terrorist Wolfgang Grams sterft bij zijn arrestatie door de elite-eenheid GS9 in Bad Kleinen. Volgens officieel onderzoek sloeg Grams, om arrestatie te ontlopen, de hand aan zichzelf, maar – net als na de dood van Meinhof, Baader en Enslinn – doen geruchten de ronde over een executie. Nadat in 1996 de wegens de moord op Alfred Herrhausen gezochte Christoph Seidler zichzelf heeft aangegeven, geeft de RAF in 1998 – dertig jaar nadat Andreas Baader en Gudrun Ensslin met hun brandstichting in Frankfurt de Bondsrepubliek een nieuwe fase van haar geschiedenis inloodsten – een verklaring af waarin zij haar strijd voor beëindigd verklaart. “Revolutionairen verlangen naar een wereld waarin niemand beslist over het recht op leven en dood.” Een opmerking die rijkelijk laat komt voor de minimaal 35 dodelijke slachtoffers van de Rote Armee Fraktion.

jan
01
1972
0

De tweede generatie – De Duitse herfst, 1972-1977

De arrestatie van de grondleggers van de RAF in 1972 betekent allesbehalve het einde van de terreur. Een nieuwe generatie sympathisanten beschouwt de gevangenschap van Baader en trawanten als bewijs van de misdadigheid van het politieke systeem en verheft bevrijding van de boegbeelden tot haar voornaamste doelstelling.

holgermeinsHet geweld in West-Duitsland komt aanvankelijk uit een andere hoek in deze periode. Bij een gijzeling van Israëlische atleten door Palestijnse terroristen tijdens de Olympische Spelen van 1972 in München sterven elf Israëliërs, vijf Palestijnen en een Duitse agent. In 1974 steekt een storm van publiek protest op nadat RAF-lid Holger Meins op 9 november in gevangenschap is overleden aan een hongerstaking, waarmee hij protesteerde tegen de omstandigheden waaronder de eerste generatie RAF-leden wordt vastgehouden. Een dag later brengen vermoedelijk leden van de Bewegung 2. Juni de rechter Günter von Drenkmann om het leven. Vanaf het jaar daarop eist de RAF echter weer alle aandacht op – en nog nadrukkelijker dan voorheen.

Isoleercel
Op 25 april 1975 overvallen zes RAF-leden de Duitse ambassade in Stockholm. Zij gijzelen elf medewerkers en eisen dat onder andere Baader, Meinhof en Ensslin worden vrijgelaten. De economisch en de militair attaché worden geëxecuteerd. Kort voordat de Zweedse politie het gebouw wil bestormen, brengen de gijzelnemers – waarschijnlijk per ongeluk – hun springstof tot ontploffing. Eén van hen sterft direct, een tweede overlijdt later in het ziekenhuis.

Op 9 mei 1976 doen de bewakers van de Stammheim-gevangenis ’s ochtends een macabere vondst: Ulrike Meinhof heeft zichzelf opgehangen in haar isoleercel. Er was al enige tijd sprake van geestelijke verwijdering tussen haar en de overige gevangenen. De advocaten van de gevangenen, alsmede sympathisanten van de RAF, geloven niet in zelfmoord en spreken van executie van staatswege. Het bewijs hiervoor wordt nooit geleverd.

Op 7 april 1977 wordt de hoogste procureur-generaal bij het Hooggerechtshof in Karlsruhe, Siegfried Bubeck, samen met zijn chauffeur en begeleider in zijn dienstwagen doodgeschoten.

Op 30 juli wordt de bankier Jürgen Ponto op brutale wijze vermoord. Wanneer RAF-sympathisante Susanne Albrecht samen met twee collega’s de villa van Ponto betreedt, koesteren Ponto en zijn vrouw geen argwaan. Zij kennen Albrecht namelijk als een goede vriendin. De bankier wordt in zijn eigen huis doodgeschoten.

Vliegtuig
mogadishuHet geweld bereikt een climax in een zes weken durende periode in de herfst van 1977. Duitsland houdt massaal de adem in. De geweldsgolf, die de geschiedenisboekjes zal ingaan als ‘de Duitse herfst’, kost aan meer dan tien mensen het leven en doet de Duitse rechtsstaat in haar voegen kraken.

Het begint met de gewelddadige ontvoering van werkgeversvoorzitter Hanns Martin Schleyer, op 5 september in Keulen. Zijn vier begeleiders komen om in een ware kogelregen. Schleyer wordt gedwongen de regering per videobericht te smeken om vrijlating van de gevangen RAF-leden. Kanselier Helmut Schmidt (SPD) zweert niet met terroristen te zullen onderhandelen.

De spanning wordt verder opgevoerd wanneer vier Arabische terroristen op 13 oktober een vliegtuig van Lufthansa kapen dat met 86 inzittenden onderweg is van Mallorca naar Frankfurt. Het vliegtuig, de Landshut, belandt via een tussenstop in Jemen op het vliegveld van de Somalische hoofdstad Mogadishu. De kapers, die in contact staan met de RAF, dreigen de inzittenden te zullen executeren als de bondsregering weigert de gevangenen vrij te laten. De piloot, Jürgen Schumann, is tijdens een tussenstop reeds geëxecuteerd – strikt genomen dus geen moord door de RAF. Schmidt buigt echter niet. Omdat verdere executies dreigen, geeft Schmidt op 18 oktober het groene licht voor bestorming van het toestel door anti-terreurtroepen van de elite-eenheid GS9. Drie kapers worden omgebracht; de inzittenden blijven ongedeerd. Helmut Schmidt spreekt van “het meest dramatische moment in mijn leven sinds de oorlog.” De bondskanselier laat tranen van opluchting.

Zelfmoord
stammheidtodDezelfde nacht nog begaan de RAF-leden van het eerste uur zelfmoord in hun cel in Stuttgart. Andreas Baader en Jan-Carl Raspe beroven zich van het leven met pistolen die door hun advocaten naar binnen zijn gesmokkeld; Gudrun Ensslin hangt zichzelf op. Irmgard Möller overleeft ternauwernood de vier messteken die zij zichzelf toebrengt. De gevangenen zouden tot zelfmoord hebben besloten toen hen ter ore kwam dat de vliegtuigkaping was beëindigd en de kans dus was verkeken dat zij spoedig zouden vrijkomen. Maar net als na de dood van Ulrike Meinhof weigeren veel Duitsers te geloven in zelfmoord. Complottheorieën steken de kop op, mede omdat Irmgard Möller altijd zal blijven beweren dat geen sprake is geweest van zelfmoord maar van executies door staatsdienaren. Ook hiervoor wordt het bewijs nooit geleverd.

Een dag na de bestorming van de Landshut en de collectieve zelfmoord wordt het levenloze lichaam van Hanns Martin Schleyer aangetroffen in de kofferbak van een auto in de Franse stad Mulhouse. De bloedige climax maakt een einde aan de grootste uitdaging op het terrein van de binnenlandse politiek tot dan toe voor de Bondsrepubliek. De ‘Duitse herfst’ is voorbij.

apr
01
1971
0

Das Konzept Stadtguerilla (org. Duitse versie)

eerstegenxpostergroot1Das Konzept Stadtguerilla
Zwischen uns und dem Feind einen klaren Trennungsstrich ziehen! Mao

Wenn der Feind uns bekämpft, ist das gut und nicht schlecht:
Ich bin der Meinung, daß es für uns – sei es für den Einzelnen, für eine Partei, eine Armee oder eine Schule – schlecht ist, wenn der Feind nicht gegen uns Front macht – denn in diesem Fall würde es doch bedeuten, daß wir mit dem Feind unter einer Decke steckten. Wenn wir vom Feind bekämpft werden, dann ist das gut; denn es ist ein Beweis, daß wir zwischen uns und dem Feind einen klaren Trennungsstrich gezogen haben. Wenn uns der Feind energisch entgegentritt, uns in den schwärzesten Farben malt und gar nichts bei uns gelten läßt, dann ist das noch besser; denn es zeugt davon, daß wir nicht nur zwischen uns und dem Feind eine klare Trennungslinie gezogen haben, sondern daß unsere Arbeit auch glänzende Erfolge gezeitigt hat. Mao Tse Tung, 26. Mai 1939

I. Konkrete Antworten auf konkrete Fragen
Ich beharre fest darauf, daß jemand, der keine Untersuchung angestellt hat, auch kein Mitspracherecht haben kann. Mao Einige Genossen sind mit ihrem Urteil über uns schon fertig. Für sie ist es eine “Demagogie der bürgerlichen Presse”, diese “anarchistische Gruppe” mit der sozialistischen Bewegung überhaupt in Verbindung zu bringen. Indem sie ihn falsch und denunziatorisch benutzen, hebt sich ihr Anarchismusbegriff von dem der Springerpresse nicht ab. Auf einem so miesen Niveau möchten wir uns mit niemandem unterhalten.
Viele Genossen wollen wissen, was wir uns dabei denken. Der Brief an “883” vom Mai 70 war zu allgemein; das Tonband, das Michele Ray 1 hatte, wovon Auszüge im “Spiegel” erschienen sind, war ohnehin nicht authentisch und stammte aus dem Zusammenhang privatistischer Diskussion. Die Ray wollte es als Gedächtnisstütze für einen selbständigen Artikel von sich benutzen. Sie hat uns reingelegt, oder wir haben sie überschätzt. Wäre unsere Praxis so überstürzt wie einige Formulierungen dort, hätten sie uns schon. Der “Spiegel” hat der Ray ein Honorar von 1000 Dollar dafür bezahlt.
Daß fast alles, was die Zeitungen über uns schreiben – und wie sie es schreiben: alles -, gelogen ist, ist klar. Entführungspläne mit Willy Brandt sollen uns zu politischen Hornochsen stempeln, die Verbindung zwischen einer Kindsentführung und uns zu Verbrechern, die in der Wahl der Mittel skrupellos sind. Das geht bis in die “gesicherten Einzelheiten” in “Konkret”, wo allerdings schon die für die Sache belanglosen Details nur zusammengeschludert wurden. Daß es bei uns “Offiziere und Soldaten” gäbe, daß jemand jemandem “hörig” sei, daß jemals jemand “liquidiert” werden sollte, daß Genossen, die sich von uns getrennt haben, noch was von uns zu befürchten hätten, daß wir uns mit der vorgehaltenen Knarre Zutritt zu Wohnungen oder Pässe verschafft hätten, daß “Gruppenterror” ausgeübt würde – das alles ist nur Dreck. (lees verder…)

jan
28
1971
0

Brigitte Mohnhaupt

Brigitte Mohnhaupt wordt beschouwd als kopstuk van de tweede generatie RAF-leden. Zij zit tot maart 2007 vast vanwege de moord op bankier Jürgen Ponto in 1977.

brigitte_mohnhaupt_4x2 Brigitte Mohnhaupt wordt geboren in juni 1949. Zij groeit op als kind van gescheiden ouders: op elfjarige leeftijd, in 1960, gaan haar vader en moeder uit elkaar. Brigitte blijft bij haar moeder. Als achttienjarige, in 1967, schrijft zij zich in aan de universiteit van München.

Tijdens haar studie filosofie komt Brigitte in aanraking met de RAF. Vanaf 1971 raakt zij steeds nauwer betrokken bij de groep. Eerst is dat vooral logistiek en organisatorisch. Zij levert bijvoorbeld wapens aan Baader en Meinhof. In juni 1972 wordt zij in Berlijn gearresteerd en veroordeeld tot gevangenisstraf.

Na haar vrijlating, in 1977, ontpopt zij zich al snel tot kopstuk van de tweede generatie RAF-leden. Zij is rechtstreeks betrokken bij de moord op topjurist Siegfried Buback, bankier Jürgen Ponto en werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer. In 1978 wordt zij in Joegoslavië voor de tweede keer opgepakt. Na een half jaar staat zij echter weer op vrije voeten.

Wederom raakt zij betrokken bij een aanslag, in 1981. Ditmaal op de Amerikaanse generaal Frederik Kroesen, die ternauwernood ontkomt. Na haar derde arrestatie, in 1982, komt Mohnhaupt er niet zo genadig vanaf. Zij wordt tot vijf maal levenslang veroordeeld voor de mislukte moordpoging op Kroesen en voor haar aandeel in het geweld van de ‘Duitse herfst’ van 1977. Volgens de rechtbank heeft zij de fatale schoten gelost op bankier Ponto.

Brigitte Mohnhaupt zat tot 27 maart 2007 vast in de gevangenis in Aichach, in Beieren.
brigitte_mohnhaupt_3x2brigitte_mohnhaupt_2x3 brigitte_mohnhaupt_2x1

nov
28
1970
0

Holger Meins

Holger Meins is vooral bekend vanwege de hongerdood die hij stierf in 1974, toen hij in gevangenschap verkeerde voor zijn aandeel in de terreur van de eerste generatie RAF-leden.

holger_meins_7x194Meins wordt geboren op 26 oktober 1941 in Hamburg. Zijn vader is instrumentenmaker. Na de middelbare school gaat Meins in 1962 naar de hogeschool voor beeldende kunst in Hamburg. In 1966 verhuist hij naar West-Berlijn en gaat studeren aan de Duitse academie voor film en televisie. Twee jaar later wordt hij van de opleiding uitgesloten vanwege deelname aan een bezetting van het academiegebouw. Het jaar daarop treedt Meins toe tot Kommune I, een experimentele woongemeenschap die bekend c.q. berucht is vanwege de vrije (seksuele) omgang tussen mannen en vrouwen en de afwezigheid van een strikt privé-domein voor de bewoners.

Eind 1970, nadat BaaderEnsslin en Meinhof zijn teruggekeerd uit Jordanië, raakt Meins betrokken bij de RAF. Hij werkt mee aan een aantal bankovervallen. In 1972 wordt hij samen met Andreas Baader en Jan-Carl Raspe opgepakt. Tijdens zijn gevangenschap krijgt Meins steeds grotere meningsverschillen met de overige RAF-leden. Meins wordt praktisch uit de groep verbannen. Uitgekerend hij is van alle hongerstakers de enige die tot het uiterste gaat: op 9 november 1974 – hij weegt dan nog slechts 39 kilo – overlijdt Holger Meins in een gevangenis in Wittlich (Rheinland-Pfalz) aan een hartstilstand.

Hij wordt begraven in Hamburg.

holger_meins_3x2holger_meins_4x2holger_meins_5x2holger_meins_6x2

jun
01
1970
0

Het rode leger opbouwen (vertaling nog nabewerken)

Het Rode Leger Building!

Kameraden van 883 – er is geen zin uit te leggen aan de verkeerde mensen het recht te willen. We hebben lang genoeg gedaan. De bevrijding van Baader-actie, we hebben niet de intellectuele blaaskaken, de Hosenscheißern verklaren Allesbesser-kennis, maar het potentieel revolutionaire delen van de natie.
Dat betekent dat degenen die kunnen onmiddellijk begrijpen de overtreding, omdat ze zelf gevangenen. De chatter op de “links” niets te geven, omdat het niet is gevolgd en actie. Ze hebben er genoeg van! De jongeren in de buurt Märkischen uit te leggen aan haar bevrijding de Baader-actie, de meisjes in de Eichenhof in Ollenhauerstrasse in Heiligensee, de jongens in het programma Jeugd in het Jeugd Hulp kantoor, in het groene huis in een pijnboom basis. Gezinnen met veel kinderen, de jonge werknemers en leerlingen, de belangrijkste studenten, de gezinnen in de herontwikkeling van gebieden, de werknemers van Siemens en AEG-Telefunken van de SEL en Osram, de gehuwde werknemers, die in het huishouden en de kinderen zal ook het creëren van het akkoord – dammit! (lees verder…)

mei
02
1970
0

Ulrike Meinhof

Ulrike Meinhof wordt geboren op 7 oktober 1934 in de Noord-Duitse stad Oldenburg. Haar vader, een museumdirecteur, overlijdt in 1939. Haar moeder sterft in 1949 aan kanker. De veertienjarige Ulrike komt onder voogdij van een vriendin van haar moeder, Renate Riemeck. Deze historica en professor brengt Meinhof in aanraking met het socialistische en pacifistische gedachtegoed.

meinhof1Meinhof gaat onder andere filosofie en sociologie studeren, maar zij breekt haar studies vroegtijdig af. Ze raakt betrokken bij de studentenbeweging SDS en leert Klaus Rainer Röhl kennen, de uitgever van het linkse studentenblad Konkret. Meinhof treedt bij het blad in dienst; tot 1969 zal zij blijven schrijven. In 1961 trouwt zij met Röhl. Het jaar daarop krijgt het echtpaar een tweeling, Bettina en Regine. Het huwelijk loopt in 1967 echter op de klippen en een jaar later verhuist Meinhof naar West-Berlijn. Daar raakt zij in contact met Andreas Baader en Gudrun Ensslin, die zij interviewt voor Konkret. Meinhof ontwikkelt in hoog tempo sympathie voor de strijd van het tweetal en betuigt in haar artikelen steun.

Meinhof raakt actief betrokken bij de stadsguerilla wanneer zij in mei 1970meehelpt bij de gewapende bevrijding van Baader. De voormalige pacifiste heeft zich ontwikkeld tot terroriste. De Baader-Meinhof-Gruppe, de naam waaronder de RAF bekend komt te staan, is een feit. Meinhof geldt als het intellectuele fundament van de organisatie.

Ook Meinhof reist in de zomer van 1970 naar Jordanië om daar, in een Palestijns kamp, een militaire training te ondergaan. Eenmaal terug raakt zij betrokken bij een reeks misdaden. In juni 1972 wordt Meinhof opgepakt. In 1973 en 1974 gaat ook zij meedere keren in hongerstaking. Gedurende deze periode heeft zij voor het laatst contact met haar twee kinderen. Ook daarin is Ulrike Meinhof niet uniek: Gudrun Ensslin en Andreas Baader laten eveneens hun kinderen achter voor hun strijd tegen de staat.

Op 29 november 1974, een half jaar voor aanvang van het eigenlijke RAF-proces, wordt Meinhof veroordeeld tot acht jaar cel voor poging tot moord bij de bevrijding van Baader, in 1970. In december wordt Meinhof verenigd met de andere RAF-gevangenen in de Stammheim-gevangenis. Daar treedt een geestelijke verwijdering op tussen Meinhof en de overige leden, vooral Ensslin. Na vier jaar gevangenschap, waarvan drie in afzondering, houdt Meinhof het niet meer uit. In de nacht van 8 op 9 mei 1976 hangt zij zichzelf op in haar isoleercel. Hoewel direct na haar dood gespeculeerd wordt over de mogelijkheid dat zij door bewakers of geheim agenten is vermoord, wordt nooit definitief bewijs geleverd voor de complottheorieën. Ulrike Meinhof wordt op 41-jarige leeftijd begraven in de West-Berlijnse wijk Mariendorf.

meinhofmeinhof3meinhof4meinhof2

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl