jan
01
1978
0

De RAF – in de Nederlandse media

De Nederlandse media waren in de jaren zeventig in het algemeen op de van de hand van de RAF, zeker binnen de geëngageerde stroming van New Journalism.  Toen Nederland eind jaren zeventig op eigen bodem werd geconfronteerd met gewelddadigheden van de RAF, kwam hierin een omslag.

protestDe naoorlogse Nederlandse weerstand tegen Duitsland was waarschijnlijk nooit groter dan in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Vreemd genoeg had de Tweede Wereldoorlog gedurende de jaren vijftig niet zo veel aandacht gekregen. Nederland was zo druk met de wederopbouw dat voor verwerking van de oorlog geen aandacht meer was.

Dit veranderde in de jaren zestig. Algemeen wordt het uitzenden van de televisieserie ‘De Bezetting’ als begin van deze ontwikkeling beschouwd. In de veel bekeken serie werd de nadruk gelegd op het barbaarse karakter van de Duitse bezetter die het vredige, goedlopende leven van de Nederlanders wreed verstoorde. Veel mensen waren er van overtuigd dat Duitsers een ander karakter hadden dan Nederlanders. Er zou sprake zijn van een typisch Duitse volksaard. ‘De Duitser’ hield niet alleen van worst en bier en kuilen in het strand, maar was ook per definitie lichtgeraakt en van nature slaafs en onderdanig. Bovendien werd vaak benadrukt dat de democratie in de Bondsrepubliek nog heel jong was. De vergelijking met de Republiek van Weimar was snel gemaakt: ook een jonge democratie die relatief snel in de ban raakte van een ‘grote leider’.

Aan het einde van de jaren zestig laaide, in Nederland, net als in de rest van Europa, het studenten- en jongerenprotest op. Het anti-fascisme en de strijd tegen al wat autoritair was stond zeer hoog in het vaandel. Duitsland gold, in het licht van haar recente verleden, als afschrikwekkend voorbeeld. Een ander belangrijk kenmerk van de protestgeneratie was dat de jongeren sympathiseerden met hun collega’s in het buitenland. Dus ook met de West-DuitseAusserparlementarische Opposition (APO), de intellectuelen- en studentenbewegingen die zware kritiek hadden op het functioneren van de Duitse democratie en de consumptiemaatschappij.

New Journalism
De idealen van de jongeren kregen steeds meer invloed op de journalistiek. Er ontstond een nieuwe stroming die bekend kwam te staan als New Journalism. Voorheen probeerden journalisten het nieuws zo neutraal en objectief mogelijk te brengen, maar wel met respect voor de autoriteiten en de eigen zuil. New Journalism bracht daar verandering in. Een goede journalist moest juist geëngageerd zijn. De gewone burgers moest worden verteld dat zij door de kapitalistische machthebbers werden onderdrukt. Pas als zij zich hiervan bewust werden, was een andere maatschappij mogelijk. Het beroep van journalist werd populair en veel babyboomers kozen het als werkterrein. Dat had gevolgen voor de berichtgeving over de Rote Armee Fraktion. De RAF deelde een belangrijk doel met New journalism. Beide bewegingen streefden ernaar de massa wakker te schudden uit haar door de kapitalistische, conservatie bovenlaag veroorzaakte ‘sluimertoestand’. Veel journalisten konden daarom enige sympathie opbrengen voor de groep en vonden de bestrijdingsmethoden van de Bondsrepubliek buiten alle proporties. In de verslaggeving werd dan ook vaak de kant van de ‘actievoerders’ gekozen. Vertegenwoordigers van de Duitse regering werden vrijwel nooit aan het woord gelaten om hun kant van het verhaal toe te lichten. Verslaggevers en geïnterviewden verklaarden altijd wel tegen geweld te zijn, maar benadrukten daarbij ook steeds dat de regering het geweld met de dood van Benno Ohnesorg begonnen was.

Soms leek het wel of de Nederlandse journalisten tot de sympathisanten van de RAF behoorden. Hun oordeel was vaak niet mild. Veel journalisten namen de beschuldigingen van de RAF en haar advocaten klakkeloos over en spraken van onmenselijke toestanden in de gevangenis. Op TV werd openlijk getwijfeld aan de verklaring van de Duitse overheid dat Meinhof, Baader, Ensslin en Raspezelfmoord hadden gepleegd. Ook ging veel aandacht uit naar deRadikalenerlass, de serie wetten waarmee de Bondsrepubliek probeerde het terrorisme te beteugelen. Vooral de praktijk van de Berufsverbote uit deze serie kreeg veel kritiek. Mensen van wie bekend was dat zij de democratie niet erkenden mochten niet in overheidsdienst werken. Dat betekende in de Bondsrepubliek dat zij dan ook geen leraar, advocaat of treinmachinist mochten worden. Sommige deelstaten gingen hierin erg ver en vonden al snel dat iemand de democratie niet steunde. Nederland sprak er schande van. De PvdA schreef een brandbrief naar haar zusterpartij, de SPD. Er kwam een SPD-delegatie naar Amsterdam om de ruzie te sussen, maar veel PvdA’ers bleven verontwaardigd. Ook journalisten protesteerden hevig. Ze gebruikten termen als ‘heksenjacht’ en op televisie verschenen veel interviews met ogenschijnlijk nette jonge Duitsers die een Berufsverbot hadden gekregen omdat ze ooit in een demonstratie hadden meegelopen.

Sympathie
ulrikemeinhofEr is geen opinieonderzoek bekend waarin aan de Nederlandse bevolking werd gevraagd hoe zij tegenover de RAF stond. De opvattingen die uit de media klinken zijn natuurlijk niet per se dezelfde als die van ‘de man in de straat’. Maar de meeste Nederlandse jongeren konden wel sympathie opbrengen voor hun tegen het establishment strijdende leeftijdsgenoten. Bovendien was de RAF in wezen anti-Duits. Zij vocht namelijk tegen alles wat veel Nederlanders in Duitsland verafschuwden. Bijvoorbeeld tegen de oud-nazi’s die vaak nog belangrijke posten in de maatschappij bekleedden en tegen de ‘slaafse volgzaamheid’ van de Duitse burgers. Oudere Nederlanders hadden minder op met de radicale jongeren maar konden zich vaak wel vinden in hun kritiek op de Bondsrepubliek. Het harde optreden van de regering tegen de RAF riep bij velen – onterecht – herinneringen op aan de vervolgingen van andersdenkenden in de jaren dertig en veertig in Duitsland.

Het tij keerde na de Duitse Herfst in 1977. Het gebruikte geweld in deze periode ging velen te ver. Tijdens de vliegtuigkaping was het leven van 91 onschuldige mensen in gevaar gebracht. Bovendien hadden leden van de RAF een uitstapje naar Nederland gemaakt. De ontvoerde Schleyer was tijdelijk ondergebracht in Den Haag en daarom verbleven er ook enkele terroristen in dit land. De politie kwam ze op het spoor en probeerde ze in te rekenen. Dit leidde in Utrecht en in Amsterdam tot schietpartijen. In Utrecht kwam hierbij een politieman om het leven. Het geweld dat de RAF gebruikte breidde zich uit. Er vielen nu zelfs doden en gewonden in Nederland. Daardoor was het Duitse terrorisme niet langer een ver-van-mijn-bed-show. In Nederland leek men ook gevaar te lopen. Het klimaat in Nederland veranderde. De argwaan tegen Duitsland bleef nog even bestaan, maar de sympathie voor de RAF stierf snel af.

jan
01
1972
0

De tweede generatie – De Duitse herfst, 1972-1977

De arrestatie van de grondleggers van de RAF in 1972 betekent allesbehalve het einde van de terreur. Een nieuwe generatie sympathisanten beschouwt de gevangenschap van Baader en trawanten als bewijs van de misdadigheid van het politieke systeem en verheft bevrijding van de boegbeelden tot haar voornaamste doelstelling.

holgermeinsHet geweld in West-Duitsland komt aanvankelijk uit een andere hoek in deze periode. Bij een gijzeling van Israëlische atleten door Palestijnse terroristen tijdens de Olympische Spelen van 1972 in München sterven elf Israëliërs, vijf Palestijnen en een Duitse agent. In 1974 steekt een storm van publiek protest op nadat RAF-lid Holger Meins op 9 november in gevangenschap is overleden aan een hongerstaking, waarmee hij protesteerde tegen de omstandigheden waaronder de eerste generatie RAF-leden wordt vastgehouden. Een dag later brengen vermoedelijk leden van de Bewegung 2. Juni de rechter Günter von Drenkmann om het leven. Vanaf het jaar daarop eist de RAF echter weer alle aandacht op – en nog nadrukkelijker dan voorheen.

Isoleercel
Op 25 april 1975 overvallen zes RAF-leden de Duitse ambassade in Stockholm. Zij gijzelen elf medewerkers en eisen dat onder andere Baader, Meinhof en Ensslin worden vrijgelaten. De economisch en de militair attaché worden geëxecuteerd. Kort voordat de Zweedse politie het gebouw wil bestormen, brengen de gijzelnemers – waarschijnlijk per ongeluk – hun springstof tot ontploffing. Eén van hen sterft direct, een tweede overlijdt later in het ziekenhuis.

Op 9 mei 1976 doen de bewakers van de Stammheim-gevangenis ’s ochtends een macabere vondst: Ulrike Meinhof heeft zichzelf opgehangen in haar isoleercel. Er was al enige tijd sprake van geestelijke verwijdering tussen haar en de overige gevangenen. De advocaten van de gevangenen, alsmede sympathisanten van de RAF, geloven niet in zelfmoord en spreken van executie van staatswege. Het bewijs hiervoor wordt nooit geleverd.

Op 7 april 1977 wordt de hoogste procureur-generaal bij het Hooggerechtshof in Karlsruhe, Siegfried Bubeck, samen met zijn chauffeur en begeleider in zijn dienstwagen doodgeschoten.

Op 30 juli wordt de bankier Jürgen Ponto op brutale wijze vermoord. Wanneer RAF-sympathisante Susanne Albrecht samen met twee collega’s de villa van Ponto betreedt, koesteren Ponto en zijn vrouw geen argwaan. Zij kennen Albrecht namelijk als een goede vriendin. De bankier wordt in zijn eigen huis doodgeschoten.

Vliegtuig
mogadishuHet geweld bereikt een climax in een zes weken durende periode in de herfst van 1977. Duitsland houdt massaal de adem in. De geweldsgolf, die de geschiedenisboekjes zal ingaan als ‘de Duitse herfst’, kost aan meer dan tien mensen het leven en doet de Duitse rechtsstaat in haar voegen kraken.

Het begint met de gewelddadige ontvoering van werkgeversvoorzitter Hanns Martin Schleyer, op 5 september in Keulen. Zijn vier begeleiders komen om in een ware kogelregen. Schleyer wordt gedwongen de regering per videobericht te smeken om vrijlating van de gevangen RAF-leden. Kanselier Helmut Schmidt (SPD) zweert niet met terroristen te zullen onderhandelen.

De spanning wordt verder opgevoerd wanneer vier Arabische terroristen op 13 oktober een vliegtuig van Lufthansa kapen dat met 86 inzittenden onderweg is van Mallorca naar Frankfurt. Het vliegtuig, de Landshut, belandt via een tussenstop in Jemen op het vliegveld van de Somalische hoofdstad Mogadishu. De kapers, die in contact staan met de RAF, dreigen de inzittenden te zullen executeren als de bondsregering weigert de gevangenen vrij te laten. De piloot, Jürgen Schumann, is tijdens een tussenstop reeds geëxecuteerd – strikt genomen dus geen moord door de RAF. Schmidt buigt echter niet. Omdat verdere executies dreigen, geeft Schmidt op 18 oktober het groene licht voor bestorming van het toestel door anti-terreurtroepen van de elite-eenheid GS9. Drie kapers worden omgebracht; de inzittenden blijven ongedeerd. Helmut Schmidt spreekt van “het meest dramatische moment in mijn leven sinds de oorlog.” De bondskanselier laat tranen van opluchting.

Zelfmoord
stammheidtodDezelfde nacht nog begaan de RAF-leden van het eerste uur zelfmoord in hun cel in Stuttgart. Andreas Baader en Jan-Carl Raspe beroven zich van het leven met pistolen die door hun advocaten naar binnen zijn gesmokkeld; Gudrun Ensslin hangt zichzelf op. Irmgard Möller overleeft ternauwernood de vier messteken die zij zichzelf toebrengt. De gevangenen zouden tot zelfmoord hebben besloten toen hen ter ore kwam dat de vliegtuigkaping was beëindigd en de kans dus was verkeken dat zij spoedig zouden vrijkomen. Maar net als na de dood van Ulrike Meinhof weigeren veel Duitsers te geloven in zelfmoord. Complottheorieën steken de kop op, mede omdat Irmgard Möller altijd zal blijven beweren dat geen sprake is geweest van zelfmoord maar van executies door staatsdienaren. Ook hiervoor wordt het bewijs nooit geleverd.

Een dag na de bestorming van de Landshut en de collectieve zelfmoord wordt het levenloze lichaam van Hanns Martin Schleyer aangetroffen in de kofferbak van een auto in de Franse stad Mulhouse. De bloedige climax maakt een einde aan de grootste uitdaging op het terrein van de binnenlandse politiek tot dan toe voor de Bondsrepubliek. De ‘Duitse herfst’ is voorbij.

apr
01
1971
0

Concept Urban Guerrilla (vertaling nog nabewerken)

eerstegenxpostergroot1Het concept van de stedelijke guerrilla
Tussen ons en de vijand te stellen een duidelijke scheidslijn! Mao
Als de vijand ons is vechten, het is goed en niet slecht:
Ik geloof dat het was voor ons – het is voor individuen, voor een feest, een leger of een school – is slecht als de vijand geen front maken tegen ons – omdat in dit geval zou dan betekenen dat we zijn met zetten de vijand onder een deken. Als we vochten door de vijand, dan is dat goed, want het is een bewijs dat we hebben gemaakt tussen onszelf en de vijand een duidelijke scheidslijn. Als we tegenkomen de vijand krachtig, trekt ons in de donkerste kleuren, en laat ons toe om te gaan voor niets, dan is dat nog beter, omdat het getuigt dat wij hebben getrokken, niet alleen tussen ons en de vijand een duidelijke scheidslijn, maar dat onze Werk heeft ook schitterende resultaten. Mao Tse Tung, 26 Mei 1939
I. Specifieke antwoorden op specifieke vragen
Ik ben er stellig volhouden dat iemand die geen onderzoek heeft gedaan, kan geen stem hebben. Mao Sommige kameraden hebben al klaar met hun mening over ons. Voor hen is het een “demagogie van de burgerlijke pers,” deze “anarchistische groep” met de socialistische beweging in het algemeen in contact. Door het gebruik van het verkeerd en verklikkerssfeer, werpt haar anarchistische begrip van die van de Springer pers niet. In zo’n beroerde niveau dat we willen met niemand praten.
Veel kameraden willen weten wat wij denken. De brief aan “883” van Mei 70 is te algemeen, werd de band, die werd Michele Ray 1, waarvan fragmenten het “niveaus zijn gepubliceerd, in ieder geval niet authentiek en kwam uit de context privatistic discussie. De Ray wilde het gebruiken als een herinnering voor een apart artikel op zich. Ze bedrogen ons, of we hebben ze overschat. Als onze praktijk zo haastig als sommige van de tekst daar, hadden ze ons al. De “spiegel” van de Ray heeft een geldprijs van $ 1000 betaald voor.
Dat bijna alles in de kranten over ons – en hoe ze schrijven: alles – is een leugen, natuurlijk. Ontvoering plannen met Willy Brandt ons stempel op de politieke jackass, het verband tussen de ontvoering van een kind en ons te zijn gewetenloze criminelen die in de keuze van de middelen. Dat gaat in de ‘beveiligde gegevens in “beton”, waar, echter, waren al de triviale details van de affaire slechts zusammengeschludert. Dat er met ons, “ambtenaren en soldaten”, zoals dat een persoon iemand “dienstbaar is” dat iemand ooit “moet worden geliquideerd, dat de kameraden die van ons gescheiden, noch wat zou hebben te vrezen van ons, dat wij met geeft de uitgestrekte geweer toegang tot huisvesting of paspoorten had dat “terroristische groepen zou worden uitgeoefend” – dit is gewoon vuil. (lees verder…)

apr
01
1971
0

Das Konzept Stadtguerilla (org. Duitse versie)

eerstegenxpostergroot1Das Konzept Stadtguerilla
Zwischen uns und dem Feind einen klaren Trennungsstrich ziehen! Mao

Wenn der Feind uns bekämpft, ist das gut und nicht schlecht:
Ich bin der Meinung, daß es für uns – sei es für den Einzelnen, für eine Partei, eine Armee oder eine Schule – schlecht ist, wenn der Feind nicht gegen uns Front macht – denn in diesem Fall würde es doch bedeuten, daß wir mit dem Feind unter einer Decke steckten. Wenn wir vom Feind bekämpft werden, dann ist das gut; denn es ist ein Beweis, daß wir zwischen uns und dem Feind einen klaren Trennungsstrich gezogen haben. Wenn uns der Feind energisch entgegentritt, uns in den schwärzesten Farben malt und gar nichts bei uns gelten läßt, dann ist das noch besser; denn es zeugt davon, daß wir nicht nur zwischen uns und dem Feind eine klare Trennungslinie gezogen haben, sondern daß unsere Arbeit auch glänzende Erfolge gezeitigt hat. Mao Tse Tung, 26. Mai 1939

I. Konkrete Antworten auf konkrete Fragen
Ich beharre fest darauf, daß jemand, der keine Untersuchung angestellt hat, auch kein Mitspracherecht haben kann. Mao Einige Genossen sind mit ihrem Urteil über uns schon fertig. Für sie ist es eine “Demagogie der bürgerlichen Presse”, diese “anarchistische Gruppe” mit der sozialistischen Bewegung überhaupt in Verbindung zu bringen. Indem sie ihn falsch und denunziatorisch benutzen, hebt sich ihr Anarchismusbegriff von dem der Springerpresse nicht ab. Auf einem so miesen Niveau möchten wir uns mit niemandem unterhalten.
Viele Genossen wollen wissen, was wir uns dabei denken. Der Brief an “883” vom Mai 70 war zu allgemein; das Tonband, das Michele Ray 1 hatte, wovon Auszüge im “Spiegel” erschienen sind, war ohnehin nicht authentisch und stammte aus dem Zusammenhang privatistischer Diskussion. Die Ray wollte es als Gedächtnisstütze für einen selbständigen Artikel von sich benutzen. Sie hat uns reingelegt, oder wir haben sie überschätzt. Wäre unsere Praxis so überstürzt wie einige Formulierungen dort, hätten sie uns schon. Der “Spiegel” hat der Ray ein Honorar von 1000 Dollar dafür bezahlt.
Daß fast alles, was die Zeitungen über uns schreiben – und wie sie es schreiben: alles -, gelogen ist, ist klar. Entführungspläne mit Willy Brandt sollen uns zu politischen Hornochsen stempeln, die Verbindung zwischen einer Kindsentführung und uns zu Verbrechern, die in der Wahl der Mittel skrupellos sind. Das geht bis in die “gesicherten Einzelheiten” in “Konkret”, wo allerdings schon die für die Sache belanglosen Details nur zusammengeschludert wurden. Daß es bei uns “Offiziere und Soldaten” gäbe, daß jemand jemandem “hörig” sei, daß jemals jemand “liquidiert” werden sollte, daß Genossen, die sich von uns getrennt haben, noch was von uns zu befürchten hätten, daß wir uns mit der vorgehaltenen Knarre Zutritt zu Wohnungen oder Pässe verschafft hätten, daß “Gruppenterror” ausgeübt würde – das alles ist nur Dreck. (lees verder…)

jun
01
1970
0

Het rode leger opbouwen (vertaling nog nabewerken)

Het Rode Leger Building!

Kameraden van 883 – er is geen zin uit te leggen aan de verkeerde mensen het recht te willen. We hebben lang genoeg gedaan. De bevrijding van Baader-actie, we hebben niet de intellectuele blaaskaken, de Hosenscheißern verklaren Allesbesser-kennis, maar het potentieel revolutionaire delen van de natie.
Dat betekent dat degenen die kunnen onmiddellijk begrijpen de overtreding, omdat ze zelf gevangenen. De chatter op de “links” niets te geven, omdat het niet is gevolgd en actie. Ze hebben er genoeg van! De jongeren in de buurt Märkischen uit te leggen aan haar bevrijding de Baader-actie, de meisjes in de Eichenhof in Ollenhauerstrasse in Heiligensee, de jongens in het programma Jeugd in het Jeugd Hulp kantoor, in het groene huis in een pijnboom basis. Gezinnen met veel kinderen, de jonge werknemers en leerlingen, de belangrijkste studenten, de gezinnen in de herontwikkeling van gebieden, de werknemers van Siemens en AEG-Telefunken van de SEL en Osram, de gehuwde werknemers, die in het huishouden en de kinderen zal ook het creëren van het akkoord – dammit! (lees verder…)

mei
02
1970
0

Ulrike Meinhof

Ulrike Meinhof wordt geboren op 7 oktober 1934 in de Noord-Duitse stad Oldenburg. Haar vader, een museumdirecteur, overlijdt in 1939. Haar moeder sterft in 1949 aan kanker. De veertienjarige Ulrike komt onder voogdij van een vriendin van haar moeder, Renate Riemeck. Deze historica en professor brengt Meinhof in aanraking met het socialistische en pacifistische gedachtegoed.

meinhof1Meinhof gaat onder andere filosofie en sociologie studeren, maar zij breekt haar studies vroegtijdig af. Ze raakt betrokken bij de studentenbeweging SDS en leert Klaus Rainer Röhl kennen, de uitgever van het linkse studentenblad Konkret. Meinhof treedt bij het blad in dienst; tot 1969 zal zij blijven schrijven. In 1961 trouwt zij met Röhl. Het jaar daarop krijgt het echtpaar een tweeling, Bettina en Regine. Het huwelijk loopt in 1967 echter op de klippen en een jaar later verhuist Meinhof naar West-Berlijn. Daar raakt zij in contact met Andreas Baader en Gudrun Ensslin, die zij interviewt voor Konkret. Meinhof ontwikkelt in hoog tempo sympathie voor de strijd van het tweetal en betuigt in haar artikelen steun.

Meinhof raakt actief betrokken bij de stadsguerilla wanneer zij in mei 1970meehelpt bij de gewapende bevrijding van Baader. De voormalige pacifiste heeft zich ontwikkeld tot terroriste. De Baader-Meinhof-Gruppe, de naam waaronder de RAF bekend komt te staan, is een feit. Meinhof geldt als het intellectuele fundament van de organisatie.

Ook Meinhof reist in de zomer van 1970 naar Jordanië om daar, in een Palestijns kamp, een militaire training te ondergaan. Eenmaal terug raakt zij betrokken bij een reeks misdaden. In juni 1972 wordt Meinhof opgepakt. In 1973 en 1974 gaat ook zij meedere keren in hongerstaking. Gedurende deze periode heeft zij voor het laatst contact met haar twee kinderen. Ook daarin is Ulrike Meinhof niet uniek: Gudrun Ensslin en Andreas Baader laten eveneens hun kinderen achter voor hun strijd tegen de staat.

Op 29 november 1974, een half jaar voor aanvang van het eigenlijke RAF-proces, wordt Meinhof veroordeeld tot acht jaar cel voor poging tot moord bij de bevrijding van Baader, in 1970. In december wordt Meinhof verenigd met de andere RAF-gevangenen in de Stammheim-gevangenis. Daar treedt een geestelijke verwijdering op tussen Meinhof en de overige leden, vooral Ensslin. Na vier jaar gevangenschap, waarvan drie in afzondering, houdt Meinhof het niet meer uit. In de nacht van 8 op 9 mei 1976 hangt zij zichzelf op in haar isoleercel. Hoewel direct na haar dood gespeculeerd wordt over de mogelijkheid dat zij door bewakers of geheim agenten is vermoord, wordt nooit definitief bewijs geleverd voor de complottheorieën. Ulrike Meinhof wordt op 41-jarige leeftijd begraven in de West-Berlijnse wijk Mariendorf.

meinhofmeinhof3meinhof4meinhof2

jan
01
1970
0

Rote Armee Fraktion

RAF-LogoDe Rote Armee Fraktion (Duits, Ned.: Rode-Legerfractie) was de actiefste naoorlogse linkse extremistische terreurgroep in Duitsland. De RAF stond ook wel bekend onder de naam Baader-Meinhof-Groep. De groep werd in 1970 opgericht door onder meer Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Horst Mahler, die later gezelschap kregen van Ulrike Meinhof. De groep was verantwoordelijk voor 34 moorden en talrijke bankovervallen en bomaanslagen. In 1998 meldde de RAF dat ze zichzelf had opgeheven.

Achtergrond
Vooral in de studentenbeweging ontstond er aan het eind van de jaren zestig steeds meer onvrede over het feit dat veel bestuurders uit het Nazi-tijdperk nog steeds ‘waakten’ over de fundamenten van de Duitse samenleving. Doel van de groep was zich ondergronds tegen “het systeem” te verzetten. De Rote Armee Fraktion ageerde verder ook sterk tegen de in Duitsland heersende “kapitalistische staat”. De naam van de groep was afgeleid van het Russische Rode Leger, de term “Fraktion” (een eenheid binnen de Communistische Partij) werd toegevoegd om het verband met de internationale Marxistische strijd te benadrukken. De organisatiestructuur en handelwijzen waren grotendeels geïnspireerd door de Tupamaros, de linkse stadsguerrilla uit Uruguay. Het is bekend dat er banden waren met het toenmalige (communistische) Oost-Duitsland. Zo werd aan Inge Viett, lid van de RAF én de Beweging van de Tweede Juni, onderdak verschaft door de toenmalige DDR. Buiten de rechtstreekse politieke belangen in het kader van de Koude Oorlog had de DDR er belang bij om op de hoogte te zijn van op handen zijnde acties van beide groeperingen, teneinde haar Stasi-spionnen in het Westen geen gevaar te laten lopen als gevolg van de verhoogde paraatheid van de regering van de Bondsrepubliek.

Eerste generatie (lees verder…)

mei
02
1968
0

De eerste generatie – 1968 – 1972

In de nacht van 2 op 3 april 1968 stichten Andreas Baader en Gudrun Ensslin samen met twee handlangers brand in twee warenhuizen in Frankfurt am Main. Er vallen geen gewonden. De volgende dag worden de daders opgepakt. Zij verklaren te hebben gehandeld uit protest tegen “de volkerenmoord in Vietnam”.

BAADER-ENSSLIN, BRANDSTIFTER-PROZESS.Door warenhuizen in brand te steken zouden de met Amerika sympathiserende Duitsers aan den lijve ondervinden wat de bevolking van Vietnam ondergaat. Publicitaire ondersteuning krijgen de daders van Ulrike Meinhof, columniste van het linkse studentenblad Konkret uit Hamburg en lid van de verboden Kommunistische Partei Deutschlands. De juridische verdediging van Ensslin berust bij Otto Schily, destijds advocaat en tegenwoordig minister van Binnenlandse Zaken. Baader wordt bijgestaan door Horst Mahler, die na het proces de advocatuur vaarwel zegt en tot de RAF toetreedt. De daders worden tot drie jaar cel veroordeeld. Ensslin en Baader duiken onder in Frankrijk. Baader wordt later teruggevonden en verdwijnt in april 1970 alsnog in de cel.

Uniform
Zijn gevangenschap duurt niet lang. Op 14 mei 1970 wordt hij door Ensslin, Meinhof – die in de tussentijd tot de groep is toegetreden – en enkele handlangers op gewelddadige wijze bevrijd uit een gebouw van de West-Berlijnse universiteit, waar hij aan een onderzoek moest meewerken. Bij de schietpartij raakt een medewerker van het instituut zwaargewond. De gewapende overval geldt als geboorteakte van de RAF. In de volksmond raakt de terreurorganisatie vanwege haar kopstukken bekend als Baader-Meinhof-Gruppe.

Op 15 juni verklaart Ulrike Meinhof, het ideologische brein van de beweging: “Iemand in een uniform is geen mens (…). Het is verkeerd met zo iemand te discussiëren, en natuurlijk mag er worden geschoten”.

De RAF maakt werk van het terrorisme. Tussen juni en augustus 1970 doorlopen Baader, Meinhof, Ensslin en anderen een paramilitaire opleiding in een trainingskamp van de Palestijnse terreurbeweging El Fatah in Jordanië. Na terugkeer in West-Duitsland plegen zij ettelijke bomaanslagen en bankovervallen. Daarbij maken zij honderdduizenden D-Mark buit. Enkele RAF-leden worden gearresteerd, waaronder Horst Mahler, advocaat van Baader tijdens het warenhuis-proces. De stadsguerilla is definitief begonnen.

Het eerste dodelijke slachtoffer van het RAF-terrorisme valt ruim een jaar na de geboorte van de RAF, op 15 juli 1971. De dode valt aan de kant van de terroristen: de door de politie gezochte Petra Schelm komt in Hamburg om het leven tijdens een vuurgevecht met agenten. Niet lang daarna maakt de RAF haar eerste slachtoffer. Op 22 oktober schiet Irmgard Möller politiechef Norbert Schmid dood bij een persoonscontrole, eveneens in Hamburg.

Bomaanslagen
eerstegen-posterHet daaropvolgende jaar neemt het geweld hand over hand toe. In mei 1972 vinden binnen een tijdsbestek van twee weken bomaanslagen plaats op Amerikaanse legeronderdelen in Frankfurt en Heidelberg, het hoofdbureau van de politie in Augsburg en het hoofdkantoor van uitgeverij Springer (die onder andere het rechts-populistische tabloid Bild uitgeeft) in Hamburg. De bloedige balans: vier dode Amerikaanse soldaten en 74 gewonden. De RAF legitimeert de aanslagen met een verwijzing naar “de massamoordenaars van Vietnam”. Met het excessieve geweld verspeelt de RAF de laatste sympathie die zij tot dan toe had genoten onder de West-Duitse bevolking.

In de zomer van 1972, twee jaar na het ontstaan van de RAF, wordt in een arrestatiegolf de kern van wat bekend kwam te staan als ‘eerste generatie’ opgepakt. Op 1 juni worden Andreas Baader, Holger Meins en Jan-Carl Raspe in Frankfurt ingerekend. Op 7 juni is het in Hamburg de beurt aan Gudrun Ensslin. Op 15 juni volgt de arrestatie van Ulrike Meinhof in Hannover en op 9 juli van Klaus Jünschke en Irmgard Möller in Offenbach. Baader, Meinhof, Ensslin en de anderen worden opgesloten in gevangenissen verspreid over de Bondsrepubliek. Later worden zij overgebracht naar de zwaarbeveiligde Stammheim-gevangenis in Stuttgart, waar in mei 1975 hun proces begint. De oprichters van de RAF zullen niet meer vrijkomen.

jun
02
1967
0

Benno Ohnesorg doodgeschoten door een Stasi-informant

Het nieuws dat de Duitse student Benno Ohnesorg in 1967 werd doodgeschoten door een Stasi-informant heeft begrijpelijkerwijs voor nogal wat ophef gezorgd in Duitsland. De achtergrond;  Benno Ohnesorg nam op 2 juni 1967 deel aan een betoging tegen een bezoek van de Iraanse Sjah, de pro-westerse dictator van Iran, toen nog Perzië, aan Berlijn. Deze demonstratie liep hevig uit de hand. Of beter gezegd: de demonstranten werden aangevallen: eerst door supporters van de Sjah en daarna door de west-Duitse politie. De Sjah-supporters waren zogenaamd Iraanse studenten die het ‘moderniserende’ bewind van de Sjah steunden. De tegen-demonstranten vonden hen al meteen een vreemd gezelschap; brede mannen met ingestudeerde leuzen…
Het geweld begon toen deze ’studenten’ de stokken van hun protestborden gebruikten om demonstranten mee te lijf te gaan. De west-Duitse politie ging vervolgens over tot het met grof geweld uit elkaar jagen van de demonstratie. In de chaos en verwarring die hierop volgde werd Benno Ohnesorg door de politie-agent Karl-Heinz Kurras doodgeschoten. Benno Ohnesorg stierf op straat, geraakt door twee kogels in zijn achterhoofd. Kurras beweerde uit zelfverdediging gehandeld te hebben; hij zou bedreigd zijn door met messen gewapende jongeren. Ohnesorg was pacifist, lid van een evangelische studentengroep en wilde leraar worden – de betoging van 2 juni was de eerste demonstratie waar hij aan deelnam.

benno-ohnesorg1

Voor de Duitse linkse beweging werd zijn dood symbolisch. Als reactie op de moord – een ander woord past niet – besloot een deel van de beweging dat het tijd was om naar de wapens te grijpen. Een van de grondleggers van de Rote Armee Fraction verklaarde op een vergadering dat de andere kant ‘begonnen was met schieten’ en dat gewapend geweld de enige effectieve vorm van verzet was tegen een staat waar ‘de generatie die Auschwitz had veroorzaakt’  zo’n grote rol in speelde. Een andere gewapende groep noemde zich de ‘Beweging van 2 Juni’ – daarmee de politie en de pers verplichtend om in elk bericht over hun acties de dood van Benno Ohnesorg te vermelden.

En nu is dus gebleken dat Kurras een lid was van de Oost-Duitse Communistische partij, de SED, en als informant werkte voor de Stasi. Maakt het eigenlijk iets voor de beoordeling van wat er die dag gebeurde? Rechtse bladen in Duitsland proberen nu natuurlijk Benno Ohnesorg’s dood in schoenen van de DDR te schuiven. Ook als er geen bewijs is voor complotheorie dat Kurras opdracht had om een demonstrant te doden om zo de BRD te destabiliseren, dan nog, zo wordt betoogd, is hij als SED-lid niet typisch voor de ‘democratische Duitse rechtsorde’. Duits links heeft de verkeerde mensen de dood van Ohnesorg aangewreven in deze interpretatie.

Maar eigenlijk maakt het voor de beoordeling van zijn dood niet zoveel uit dat Kurras een Stasi agent was, hoe interessant dit nieuws op zich is. Het blijft namelijk een feit dat Karrus tot twee keer is vrijgesproken door die ‘democratische’ West-Duitse autoriteiten. Kurras was misschien niet typisch voor de west-Duitse politie maar de BRD justitie vond het nou ook weer niet zo erg dat hij een zeventwintigjarige op straat vermoord had. In 1970 keerde hij al terug in actieve dienst bij de politie – ook was zijn verklaring tijdens het proces,  dat hij een waarschuwingsschot gelost had, dat demonstranten messen hadden getrokken etc., door tientallen getuigen tegengesproken. Er is nog een tweede kant aan de zaak: de linkse studenten van eind jaren zestig kwamen in opstand tegen een gebrek aan democratie, tegen onderdrukking in het buitenland (de Duitse regering was niet alleen bevriend met een dictator als de Sjah maar steunde bijv. ook de Vietnam-oorlog) en eisten meer gelijkheid en rechtvaardigheid in het eigen land. In een of andere vorm gingen deze verwijten ook op voor de DDR en de rest van het Oost-Blok. Het grootste deel van Duits links besefte dat: DDR fans waren dun gezaaid – de beperkte samenwerking tussen RAF-leden en delen van de Stasi was bijvoorbeeld van later datum en niet echt typisch.
Kurras was dus een informant voor een onderdrukkend regime en de democratische rechtsorde van de BRD pleitte hem vrij. De onthullingen uit het Stasi archief veranderen weinig aan de betekenis van Ohensorg’s dood – wat ze wel laten zien is hoe de klein de verschillen tussen de machthebbers in Oost- en West waren.

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl