nov
21
2006
1

Das Leben der Anderen (2006)

das leben der anderen

das leben der anderen

Stasi-officier Gerd Wiesler (Mühe) krijgt opdracht het appartement van de succesvolle toneelschrijver Georg Dreyman (Koch) van afluisterapparatuur te voorzien. Hij vestigt zich op de kale zolder van het wooncomplex, waar hij via zijn koptelefoon wordt ingevoerd in het behaaglijke leven van Dreyman. De eenzame Wiesler wordt heimelijk verliefd op de vriendin van Dreyman. Het brengt hem in een lastig parket. Debuterend regisseur Henckel von Donnersmarck maakte een meeslepende thriller én een verhaal over individuele vrijheid en ethiek binnen een repressief systeem. Das Leben der Anderen kreeg een wagonlading prijzen, waaronder een Oscar.

geregisseerd door Florian Henckel von Donnersmarck
met Ulrich Mühe, Sebastian Koch en Martina Gedeck

Zeker een aanrader voor onze regering

Written by in: Films | Tags: , ,
mrt
22
2005
0

Met de wapens (2005)

met_de_wapensIn sneltreinvaart en in een aanstekelijke stijl geeft Jos Houtsma de lezer een ook vandaag de dag nog relevante blik in het brein van de activist die heilig overtuigd is van het eigen gelijk.

De belevingswereld van Duitse radicale idealisten interesseerde mij vooral omdat ik denk dat die overeenkomsten heeft met de belevingswereld van de radicale moslimterroristen van tegenwoordig. Ook daar zullen mensen tussen zitten die buiten de maatschappij vallen of zich op de rand tussen de maatschappij en de criminaliteit bevinden. Ook daar heb je fanatici en idealisten en geweldsverslaafden. Ook daar loopt het uit de hand. De personages in deze roman waren al snel levensecht en hoewel het prachtige plot zich pas aan het einde van het boek ineens ontvouwde, nestelden de hoofdpersonen zich al meteen in mijn hoofd en bleef ik nieuwsgierig hoe het hen verging. Je kunt je afvragen in hoeverre de auteur de sfeer van het radicalisme in de jaren zeventig getroffen heeft. Was hij zelf één van deze idealisten of juist niet? Hoe objectief is zijn schets? In ieder geval vond ik dit boek zeer de moeite waard. Ik vind het een genoegen om de indruk van de auteur te lezen van deze periode en deze mensen, ongeacht het waarheidsgehalte daarvan. Misschien zullen sommigen hier wel moeite mee hebben (Zo niet, lees dan ook eens “De Autobiografie van Stalin”, door Richard Lourie). Een boek om over na te denken en te bespreken!

mrt
01
2005
0

Politiek geweld in duitsland

Politiek-geweld-in-duitslandDenkbeelden en debatten.

Welke rol speelt geweld in de politiek? In Duitsland is daar als in geen ander land over nagedacht. Radicalen van links en rechts raakten gedurende de twintigste eeuw steeds opnieuw in de verleiding om met geweld een politieke oplossing te forceren. De traditie van het Duitse idealisme bleek te sterk. Taaie autocratische structuren lieten zich gelden. De gebroken verhouding tot de Duitse natie eiste haar tol. Het onvoltooide, beschamende verleden drong tot zuivering door geweld. Auteurs uit Nederland, Duitsland en Oostenrijk schrijven over deze Duitse worsteling met politiek geweld. Het gaat onder meer over de verwerking van traumatische geweldservaringen in de Eerste Wereldoorlog en het Derde Rijk, over geweld in de politieke arena van de Republiek van Weimar en over Rudi Dutschke, de RAF en de linkse kritiek op het ‘geweld der kameraden’. Nieuwe perspectieven op geweld worden betrokken op de Duitse geschiedenis, vanuit historisch, filosofisch, politicologisch en sociologisch standpunt.

Paperback Auteurs: Jacoo Pekelder & Frits Boterman (red.)
386 pagina’s | Mets en Schilt Uitgevers | maart 2005

dec
05
1999
0

Begrepen Onbehagen; Politie en Rote Armee Fraktion Verzoend

Begrepen-onbehagenDe Nederlandse politie gaat hard optreden tegen de toenemende agressie tegen politiemensen, zowel fysiek als verbaal. Niet alleen met behulp van het strafrecht. Individuele politiemensen krijgen steun bij het indienen van civiele claims tegen degenen die hen aanvallen. De korpsen zelf gaan proberen het ziekteverzuim als gevolg van agressie te verhalen op de daders.

Er zijn echter ook andere verhalen. Zoals dat van rechercheur Herman van Hoogen. Deze hielp in 1977 tijdens een hevig vuurgevecht met gevaar voor eigen leven in Amsterdam-Osdorp twee leden van de Duitse Rote Armee Fraktion (RAF) aan te houden. Toch zette hij zich zeven jaar later in voor vervroegde vrijlating van het tweetal, Christof Wackernagel en Gert Schneider, nadat deze in de (Duitse) gevangenis tot inkeer waren gekomen. Dit (succesvolle) gebaar leidde tot een blijvende vriendschap.

Maar wat was dit voor een gebaar: een staaltje politiële professionaliteit, psychische verwerking van een traumatische gebeurtenis, verraad of een uniek geval van vergeving en verzoening? Deze vragen staan centraal in een publicatie die werd geredigeerd door dr. Frans Denkers, algemeen adviseur van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland, die vorige maand onverwachts overleed op 59-jarige leeftijd.

Denkers, van huis uit psycholoog, heeft zich vooral ingezet voor `zelfredzaamheid’, het mobiliseren van burgers in plaats van alle heil te verwachten van de Sterke Arm. In 1993 legde hij zijn credo neer in een boek met de titel Op eigen kracht de onveiligheid de baas; de politie van pretentieuze probleemoplosser naar bescheiden ondersteuner. Op initiatief van Denkers ging het Amsterdamse korps samenwerken met de Katholieke Universiteit Nijmegen, waar hij in 1975 promoveerde op Criminologie en beleid, in het project `christelijk-humanistische waarden en conflicten’. Begrepen onbehagen is daarvan een resultaat. Het boek heeft drie delen. Denkers schreef een inleiding over de RAF. Deel twee, dat zelfstandig kan worden gelezen, wordt geopend door Van Hoogen en bevat de reacties van 22 uiteenlopende personen, variërend van collega’s tot plattelandsvrouwen en wetenschappers. Deel drie bevat een analyse en conclusies, wederom van de hand van Denkers.

Van Hoogen zelf legt er de nadruk op dat zijn gedrag niets heeft te maken met `vergeving’. Vergeven kan je alleen mensen met wie je een emotionele band hebt. Het zou de politieman weinig hebben gedaan als het tweetal de vijftien jaar waartoe het werd veroordeeld wegens poging tot moord volledig had moeten uitzitten. Dat zou hij wel `stom’ hebben gevonden: `het is het eerste geval dat ik meemaak waarin mensen anders de lik uitgaan dan ze erin zijn gekomen. Toch het beginsel waar ons hele strafrechtssysteem op is gebaseerd?’

Kogelscherf

De reacties lopen zoals te verwachten uiteen. De politiecollega die een gemene kogelscherf van de RAF uit zijn knie moest laten halen vraagt zich af wat hij zou doen als hij het tweetal zou ontmoeten, bijvoorbeeld bij de presentatie van dit boek. `Alsnog schadevergoeding eisen waarschijnlijk, want die heb ik van het korps ook nooit gehad. Geen cent voor mijn bebloede kleren’. Zijn bijdrage heeft het kopje `verraad’.

Voor de goede orde: Van Hoogen heeft niet zelf de publiciteit gezocht; dat deed de toenmalige Amsterdamse recherchechef K. Sietsma, die inmiddels is overgestapt naar de particuliere beveiligingswereld. Hij vindt de belangrijkste les `dat een dialoog verre te prefereren is boven een confrontatie’. De RAF blijft echter in meerdere opzichten een bijzonder geval. De voornaamste bevinding van de afsluitende analyse is dan ook dat de stellingname van Van Hoogen moeilijk valt te generaliseren.

Bijzonder als hij is, valt de zaak-Van Hoogen toch niet helemaal los te zien van het poldermodel dat van oudsher kenmerkend is voor onze politie en justitie. Dat model contrasteert nogal met het proces van escalatie dat de geschiedenis van de RAF te zien geeft. Vijfentwintig jaar geleden kon ik daarvan een glimp opvangen als lid van een kleine Nederlandse delegatie die een onderzoek instelde naar de Haftbedingungen van Ronald Augustin, een `terrorist’ van Nederlandse afkomst die in hongerstaking was gegaan. Daaraan kwam pas een eind toen hij met veel gewapend politievertoon terecht was gekomen in een universiteitskliniek. Hij vertrouwde namelijk geen officiële gevangenisarts.

Had er dan niet even een andere dokter in de cel kunnen komen? Dat was formeel niet mogelijk, was het antwoord van de Duitse gevangenisautoriteiten. De delegatieleden keken elkaar aan: in Nederland zou een beetje gevangenisdirecteur gewoon een vertrouwenspersoon regelen. Dat was vijfentwintig jaar geleden en inmiddels zijn de verhoudingen in Nederland danig verhard, zij het niet vanwege terroristische activiteiten maar vanwege de drugshandel. Het strafklimaat is grimmiger geworden en rechters zijn geneigd allerlei onorthodoxe opsporingsmethoden voetstoots te accepteren. Daartegen staat een advocatuur die iedere vormfout probeert uit te buiten.

Dat mist zijn uitwerking op de politiepraktijk niet. Typerend is ook dat steeds vaker een claim wordt ingediend tegen de staat wanneer een zaak niet tot veroordeling leidt. De rechters zijn niet scheutig met het toekennen van schadevergoeding, maar er zal steeds minder aan deze logische tegenhanger van een hardere lijn tegen burgers zijn te ontkomen. Een claimgrage politie kan tegenclaims verwachten. Deze ontwikkeling heeft zeker goede kanten. Ook een juridische claim kan per slot van rekening leiden tot een dialoog en bevordert in elk geval de duidelijkheid.

Toch bevat de geschiedenis van Van Hoogen en de RAF ook een waarschuwing. Claims tegen onverlaten moeten voor de politiekorpsen bijvoorbeeld niet een excuus zijn om de begeleiding van de eigen mensen te verslonzen. Typisch een thema waarvoor Denkers zich heeft ingezet. De voornaamste boodschap is: duidelijkheid is prima maar polarisatie is funest. Het ging Van Hoogen waarschijnlijk dus toch gewoon om professionaliteit.

Auteur: Frans Denkers, Herman van Hoogen, Christof Wackernagel e.a.: Boek | Ingenaaid | 328 bladzijden | Nederlands | 1999

ISBN-10: 9054586710

ISBN-13: 9789054586715 | ISBN-10: 9054586710

Begrepen Onbehagen.Politie en Rote Armee Fraktion verzoend. Koninklijke Vermande, Gewapende strijd

jan
01
1981
0

The Wave (1981)

The_waveOm zijn leerlingen de atmosfeer in het Duitsland van de jaren ’30 duidelijk te maken speelt geschiedenisleraar Burt Ross een gewaagd experiment: hij noemt zichzelf leider van een nieuwe beweging, De Golf, en uit ideeën over macht, discipline, en meerderwaardigheid. Zijn studenten volgen hem, en de gehele school raakt onder invloed van de beweging.

Written by in: Films | Tags: , , , , ,
jun
02
1967
0

Benno Ohnesorg doodgeschoten door een Stasi-informant

Het nieuws dat de Duitse student Benno Ohnesorg in 1967 werd doodgeschoten door een Stasi-informant heeft begrijpelijkerwijs voor nogal wat ophef gezorgd in Duitsland. De achtergrond;  Benno Ohnesorg nam op 2 juni 1967 deel aan een betoging tegen een bezoek van de Iraanse Sjah, de pro-westerse dictator van Iran, toen nog Perzië, aan Berlijn. Deze demonstratie liep hevig uit de hand. Of beter gezegd: de demonstranten werden aangevallen: eerst door supporters van de Sjah en daarna door de west-Duitse politie. De Sjah-supporters waren zogenaamd Iraanse studenten die het ‘moderniserende’ bewind van de Sjah steunden. De tegen-demonstranten vonden hen al meteen een vreemd gezelschap; brede mannen met ingestudeerde leuzen…
Het geweld begon toen deze ’studenten’ de stokken van hun protestborden gebruikten om demonstranten mee te lijf te gaan. De west-Duitse politie ging vervolgens over tot het met grof geweld uit elkaar jagen van de demonstratie. In de chaos en verwarring die hierop volgde werd Benno Ohnesorg door de politie-agent Karl-Heinz Kurras doodgeschoten. Benno Ohnesorg stierf op straat, geraakt door twee kogels in zijn achterhoofd. Kurras beweerde uit zelfverdediging gehandeld te hebben; hij zou bedreigd zijn door met messen gewapende jongeren. Ohnesorg was pacifist, lid van een evangelische studentengroep en wilde leraar worden – de betoging van 2 juni was de eerste demonstratie waar hij aan deelnam.

benno-ohnesorg1

Voor de Duitse linkse beweging werd zijn dood symbolisch. Als reactie op de moord – een ander woord past niet – besloot een deel van de beweging dat het tijd was om naar de wapens te grijpen. Een van de grondleggers van de Rote Armee Fraction verklaarde op een vergadering dat de andere kant ‘begonnen was met schieten’ en dat gewapend geweld de enige effectieve vorm van verzet was tegen een staat waar ‘de generatie die Auschwitz had veroorzaakt’  zo’n grote rol in speelde. Een andere gewapende groep noemde zich de ‘Beweging van 2 Juni’ – daarmee de politie en de pers verplichtend om in elk bericht over hun acties de dood van Benno Ohnesorg te vermelden.

En nu is dus gebleken dat Kurras een lid was van de Oost-Duitse Communistische partij, de SED, en als informant werkte voor de Stasi. Maakt het eigenlijk iets voor de beoordeling van wat er die dag gebeurde? Rechtse bladen in Duitsland proberen nu natuurlijk Benno Ohnesorg’s dood in schoenen van de DDR te schuiven. Ook als er geen bewijs is voor complotheorie dat Kurras opdracht had om een demonstrant te doden om zo de BRD te destabiliseren, dan nog, zo wordt betoogd, is hij als SED-lid niet typisch voor de ‘democratische Duitse rechtsorde’. Duits links heeft de verkeerde mensen de dood van Ohnesorg aangewreven in deze interpretatie.

Maar eigenlijk maakt het voor de beoordeling van zijn dood niet zoveel uit dat Kurras een Stasi agent was, hoe interessant dit nieuws op zich is. Het blijft namelijk een feit dat Karrus tot twee keer is vrijgesproken door die ‘democratische’ West-Duitse autoriteiten. Kurras was misschien niet typisch voor de west-Duitse politie maar de BRD justitie vond het nou ook weer niet zo erg dat hij een zeventwintigjarige op straat vermoord had. In 1970 keerde hij al terug in actieve dienst bij de politie – ook was zijn verklaring tijdens het proces,  dat hij een waarschuwingsschot gelost had, dat demonstranten messen hadden getrokken etc., door tientallen getuigen tegengesproken. Er is nog een tweede kant aan de zaak: de linkse studenten van eind jaren zestig kwamen in opstand tegen een gebrek aan democratie, tegen onderdrukking in het buitenland (de Duitse regering was niet alleen bevriend met een dictator als de Sjah maar steunde bijv. ook de Vietnam-oorlog) en eisten meer gelijkheid en rechtvaardigheid in het eigen land. In een of andere vorm gingen deze verwijten ook op voor de DDR en de rest van het Oost-Blok. Het grootste deel van Duits links besefte dat: DDR fans waren dun gezaaid – de beperkte samenwerking tussen RAF-leden en delen van de Stasi was bijvoorbeeld van later datum en niet echt typisch.
Kurras was dus een informant voor een onderdrukkend regime en de democratische rechtsorde van de BRD pleitte hem vrij. De onthullingen uit het Stasi archief veranderen weinig aan de betekenis van Ohensorg’s dood – wat ze wel laten zien is hoe de klein de verschillen tussen de machthebbers in Oost- en West waren.

Onze sponsor Colani | Ontwerp: Oppositie 2.0 door colani.nl