In de nacht van 4 op 5 juni 1974 vonden Amerikaanse soldaten in het Berliner Grunewald het lichaam van een stervende jongeman. Het ging om de 22-jarige Ulrich Schmücker, die tot de kringen van de Beweging van de Tweede Juni hoorde, en door leden van het kommando
‘Schwarzer Juni’ als verrader werd doodgeschoten, de eerste fememord (een moord door eigen rechter te spelen) in de geschiedenis van de Bondsrepubliek. Schmücker werd door de Duitse politie ‘gedraaid’ nadat hij bij de voorbereidingen van een bomaanslag was gearresteerd. (lees verder…)
02
2010
Stefan Aust – De lokvogel
28
2010
Geheimschriften en codes
Van mijn verzameling boeken over de RAF en de MOSSAD.
Dit boekje bevat allerlei methodieken op het gebied van codes en geheimschriften.
Zeer frequent gebruikt door gevangenen en terroristen onderling, voor uitwisseling van berichten.
De RAF gebruikte in de Stammheim gevangenis gebruik van de Ottendorf-code: Dit met het boek Moby Dick.
Voor deze code heb je een tekst nodig, die heel onschuldig lijkt! Je kunt het beste een boek pakken. Als je een tekst hebt kun je de code maken:
- Maak een boodschap
- Zoek dan de letters in de tekst
- Schrijf dan eerst het paginanummer op, dan de regel en dan de letter van die regel.
Bijvoorbeeld: (lees verder…)
05
2010
Rood verzetsfront – aanzetten tot stadsguerrilla in Nederland – een reconstructie
Nederland werd in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw geconfronteerd met groepen die een gewelddadige omverwerping van de bestaande politieke orde nastreefden. Rood Verzetsfront – Aanzetten tot stadsguerrilla in Nederland is een historische reconstructie gezien vanuit het perspectief van de sympathisanten van de Rote Armee Fraktion in Nederland. Gebaseerd op interviews met ex-leden van het Rood Verzetsfront, geheime documenten van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, de Centrale Recherche Informatiedienst en de Oost-Duitse geheime dienst Stasi, biedt dit boek een spannende inkijk in de keuken van het politieke activisme van die jaren.
Auteur: Moussault, P.
Paperback
352 pagina’s | Papieren Tijger | januari 2009
04
2010
Terug van weggeweest – Red Rat
Begin jaren ’80 maakte stripheld RedRat onmiskenbaar onderdeel uit van het alternatieve interieur van menig kraakpand. Na jaren van afwezigheid zagen onlangs twee nieuwe stripalbums van Johannes van de Weert het daglicht.
Wat heeft de kraakbeweging opgeleverd en wat hebben we er nu nog aan? Als het aan de meerderheid van de Tweede Kamer ligt is de vraag stellen hem meteen beantwoorden: niets. Toch hebben we het aan kraakacties te danken dat oude stadswijken behouden zijn gebleven en dat er anders over stadsplanning wordt gedacht dan dertig jaar geleden. De kale en technocratisch aangelegde Wibautstraat in Amsterdam is een levend bewijs van hoe PvdA-bestuurders destijds over de stad dachten.
Andere voorbeelden zijn de vele kleine theatertjes en kleinschalige podia die de kraakbeweging in de loop van de jaren heeft opgeleverd. Cultuuruitingen. In stripvorm is dat goed te zien in het werk van Johannes van de Weert met zijn RedRat strips. De feestdag, het tweede deel van de roemruchte avonturen van RedRat, ontstond in 1980 naar aanleiding van de rellen tijdens de kroning van Beatrix, in de strip ‘Beapix’ genaamd, op 30 april van dat jaar.
Ironie en cynisme
De uitgaven werden verzorgd door Stichting Raket uit Rotterdam, die gelieerd was aan de kraakbeweging. De strip werd uitgegeven in eenvoudige zwart-wit lijntekeningen, waarbij RedRat samen met andere ratten en woelmuizen de ‘linkse rakkers’ waren, terwijl de ‘kapitalisten’ werden getekend als varkens. De tekenstijl was rudimentair, eenvoudig, enigszins gehaast en nonchalant. Maar tegelijk ook weer heel precies en uiterst zorgvuldig.
De strips van RedRat brengen in het begin van de jaren ’80 het leven van krakend en actievoerend Nederland in beeld. RedRat loopt in de albums deel 1 tot en met 10 dwars door het strijdtoneel en geeft ironische en cynische commentaren op de samenleving en op de acties tegen woningnood en onrecht. RedRat is bepaald geen held, eerder een onschuldige voorbijganger die door maatschappelijke strubbelingen van hot naar her, en van het kastje naar de muur wordt gedreven.
Ik herinner me een nummer waarin RedRat Berlijn bezoekt, waarna je hem vervolgens door Kreuzberg, Oost-Berlijn en de Kurfürstendam ziet lopen. De verschillende strijdtonelen worden weliswaar afstandelijk maar tegelijk op betrokken wijze getekend. Steeds heb je het idee dat RedRat zich in geen van deze gebeurtenissen ook echt thuis voelt. Hij observeert vooral.
Het laatste dubbele deel van RedRat verscheen in 1983. “Destijds had ik het idee dat ik alles wel zo’n beetje gezegd had, voor zover het de avonturen van RedRat betrof. Tien delen vond ik ook wel genoeg, was toe aan ander tekenwerk”, vertelt Van de Weert. In 1984 verscheen van zijn hand het stripboek Uitverkoop!, over de opkomst van de NSB in de jaren ’30. Twee jaar later maakte hij No pasaran!, een stripverhaal over Nederlanders ten tijde van de Spaanse burgeroorlog in 1936.
Nieuwe avonturen
Groot was mijn verrassing toen onlangs RedRat deel 11 en 12 van de drukpers rolde. Na meer dan 25 jaar gesappel aan de onderkant van de samenleving beleeft mijn stripheld van weleer nieuwe avonturen! RedRat voelt zich nog steeds niet thuis in de grote stad. Van zijn oude idealen is niet veel terecht gekomen. Hij aanschouwt met verbazing levensgrote reclameborden die tot consumptie oproepen en probeert zijn leven zin te geven door New Age cursussen te volgen in de ‘KlooiBibio’.
In de ‘Spirituele Krijgersgroep’ probeert RedRat met oerstrijdkreten vanuit zijn binnenste het oude krakersgevoel weer bij zichzelf op te roepen. Maar hij voelt zich nog steeds alleen. Als hij op straat een kraker meent te herkennen en deze begroet met ‘hoi’, krijgt hij als antwoord: ‘Bek houwe! Ouwe lul! Fascist’. Zijn ouders zitten alleen nog maar achter het internet en kijken TeeVee. Als hij na een zoektocht naar zichzelf uiteindelijk met een speer de straat op loopt, wordt hij op grond van de nieuwe terreurwetten opgepakt door een anti-terreurteam.
Hilarisch zijn de gebeurtenissen in RedRat deel 12 De Spijt, waarin een terugblik op de wilde RaRa-jaren van Snijtand Kippenek wordt opgetekend. [RaRa pleegde in de jaren ’80 en ’90 aanslagen wegens apartheid in Z-Afrika en het Nederlandse asielbeleid –red.] De oude krakers lopen met spijtgevoelens door de strip en ‘Feekske Helsema’ roept op TeeVee nog eens dat het “ontzettend fout” is geweest wat ze destijds allemaal hebben gedaan.
RedRat beleeft de aanslagen van de Duitse guerrillaorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF) op warenhuizen en de ‘onteigening van geld’ opnieuw, samen met terroriste Ulrike. Na de arrestatie wordt hij bevrijd en gaat hij er vandoor achter op de scooter van Ulrike. Ze duiken onder op een zolder. Uiteindelijk verlaat Ulrike hem met achterlating van een briefje: “RedRat, ik moet verder, maar der Kampf geht weiter, Ulrike.”
Ondanks de onmiskenbare flirt met de gewelddadige jaren ’80 en de RAF is de strip zelfkritisch en beschouwelijk. De kritiek op de multiculturele samenleving wordt er net zo ironisch in beschreven als de neoliberale uitwassen van de jaren ’90. Daardoor is de strip aan te bevelen voor zowel fortuynistische oudkrakers, modepunks, babypunks, oudlinkse actievoerders als nieuwe lichting.
Aktiesyndroom
In zijn woning in Amsterdam-Oost leg ik Johannes van de Weert de vraag voor of hij à la Wijnand Duyvendak in De Spijt last heeft van een ‘posttraumatisch aktiesyndroom’. Daar moet hij wat meewarig om lachen. “Hoe kan je nu achteraf zeggen dat het helemaal nergens goed voor was? Ik kwam naar Amsterdam en er waren duizenden krakers bezig een alternatief leven op te bouwen. Theaters, sauna’s bioscopen en restaurants. Allemaal in eigen beheer en met een enorm positieve sfeer. Ook dát was kraken.”
Die sfeer van weleer is wat Van de Weert betreft totaal verdwenen. “Amsterdam is zo vreselijk commercieel en vervreemdend geworden. De tijd van de alternatieve subcultuur is echt voorbij. Ik woon weliswaar nog steeds in Amsterdam-Oost, maar het is mijn wijk niet meer. De bevolkingssamenstelling is dusdanig veranderd, dat een sociaal leven in de wijk niet meer plaatsvindt. Tenminste, niet iets waar ik bij betrokken ben.”
Hij ervaart soms aan den lijve dat krakers hem met verwondering aankijken. “Laatst zag ik een punker met een tekening van mij op zijn T-shirt. ‘Die is wel door mij getekend’, denk ik dan. Maar voor die punker ben ik een ouwe lul. Jongerencultuur… het is niet goed daar te lang in te blijven hangen. De huidige kraakcultuur, met hun capuchonnetjes en hun nep-punkkleren is een karikatuur van wat wij ooit zelf bedacht hebben. Krakers bedenken nog maar heel weinig zelf vandaag de dag.”
Gedurende de RedRat-loze jaren heeft Van de Weert onder meer samen met zijn vrouw Mariël zeven boeken in eigen beheer uitgegeven. “Ik verzorgde de tekeningen, zij schreef de begeleidende teksten.” Het werk gaat onder meer over hun kindertijd, en over Zen die een wandeling maakt door de bergen. In deel 11 van RedRat behandelt Van de Weert onder meer yoga, sjamanendans en jezelf ontdekken.
“Ben jij dat soms zelf, die bij spiritueel centrum ‘KlooiBibio’ naar binnen stapt?”, wil ik weten. Van de Weert: “Ik heb in de jaren ’90 in Oibibio van Ronald Jan Heijn gewerkt. Voor mij ging het al snel teveel de commerciële kant op. Bedrijven lieten hun personeel daar trainen. Vreselijk. Je mag van dat soort esoterische trainingen natuurlijk geen handel maken. Maar ik heb er wel de inspiratie voor Het Heimwee mee opgedaan.”
RAF sympathisant
Wat voor weerslag de affaire ‘Kippenek’ met Duyvendak op de tekenaar zelf heeft gehad, die immers als zanger van de Rotterdamse punkband Rondos in de jaren ’80 zijn sympathieën voor de gewapende Duitse guerrillaorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF) niet onder stoelen of banken stak, laat zich raden. Als 17-jarige verbleef hij in Berlijn waar op dat moment huisdoorzoekingen plaatsvonden bij sympathisanten van de RAF.
“Fascinerend vond ik dat”, zegt Van de Weert. “Ik beschouw de activiteiten van de RAF als verzet tegen het onverwerkte nazi-verleden. Nazi-rechters werden gewoon na de oorlog weer in de rechtbanken aan het werk gezet. De jeugd van na 1968 kwam daar terecht tegen in opstand.” Maar het bleef altijd bij het koesteren van warme sympathieën. “Het dodelijke geweld van de RAF ging mij veel te ver. Ik ben tekenaar, geen terrorist.”
Naast zijn tekenwerk geeft Van de Weert lezingen over Germaanse mystiek, runentekens en esoterie binnen het christendom. “Dat ik Germaanse runentekens interessant vind, klinkt natuurlijk heel verdacht. Maar ik hou mij daar nu eenmaal mee bezig. Ik heb überhaupt wel wat met de Duitse geschiedenis.”
Onlangs verscheen Black and White Statement, een verzamel cd-box van de Rondos, een herinneringsuitgave met foto’s, teksten, muziek en striptekeningen die het Rondos-collectief destijds in hun Rotterdamse kraakpand gemaakt heeft. Prachtig samengesteld, en met nostalgische waarde voor alle punkfans. Wat mij stoort zijn de hamer en sikkel als illustratie op de box. “Dat moet je als popart-illustratie uit de toenmalige tijd zien”, verklaart Van de Weert. “Het is geen oproep om de communistische tijden weer te doen herleven.”
Op dit moment interesseert Van de Weert zich helemaal niet meer voor politiek. Hij leest ook geen kranten. “Al het Haagse gedoe is voor mij banaal. Ik probeer iets goed met mijn eigen leven te doen. Zoveel mogelijk in zelfbeheer en zo weinig mogelijk commercieel. In die zin zijn de idealen wel helder gebleven. Er volgen ook nieuwe RedRat stripalbums. Het gaat gewoon door.”
De Avonturen van RedRat deel 11 en 12, ‘het heimwee’ en ‘de spijt’. Uitgeverij Papieren Tijger. ISBN 9789067282369. 72 pagina’s. € 15,-.
A Black & White Statement. Een verzamelbox met 2 cd’s + 4 boekwerken.
01
2010
Rood Verzetsfront, aanzetten tot stadsguerrilla in Nederland
Nederland werd in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw geconfronteerd met groepen die een gewelddadige omverwerping van de bestaande politieke orde nastreefden. Een voormalig lid van het Rood Verzetsfront dook in de archieven voor het gelijknamige boek.
Hoe schrijf je een boek over je eigen actieverleden? Waar haal je de informatie vandaan? Alleen uit je eigen geheugen? Hoe betrouwbaar is dat geheugen? Hoe eerlijk ben je tegenover jezelf en anderen? Vragen die Paul Moussault moest beantwoorden toen hij een boek ging schrijven over het Rood Verzetsfront waar hij indertijd zelf deel van heeft uitgemaakt.
Hij heeft dit heel handig opgelost, door veel geschreven bronnen te gebruiken. Alle BVD-rapporten uit die tijd zijn bij de AIVD opgevraagd, aangevuld met persoonlijke dossiers en dat van de organisaties waar hij bij heeft gehoord. Weliswaar maakt de AIVD veel regels in de opgevraagde rapporten wit, maar volgens de Moussault blijft er genoeg interessants over. Tot slot zijn de archieven van de mensen die nog met hem in het kader van het boek wilden praten, geraadpleegd.
Gewelddadig verzet (lees verder…)
22
2009
Werden de rode brigades gemanipuleerd?
In Amsterdam werd in januari 1991 bekendgemaakt dat Lex Hester, vaste medewerker van de linkse boekhandel Het Fort van Sjakoo, een lange carrière in dienst van de PID en de anti-terrorismeafdeling van de CRI, de Bijzondere Zaken Centrale (BZC) doorlopen had. Hester was onder meer een groot verzamelaar van literatuur van en over `gewapende groepen’. Zijn archief was legendarisch. De laatste jaren gaf hij ook een heftig blaadje uit, Het Info, dat vertaalde persverklaringen van verzetsgroepen publiceerde. De uitgave werd geheel bekostigd door zijn werkgever. Hester had goede contacten met het kleine scenetje van RAF-aanhangers in Nederland en – naar later bleek – radicale groepen in andere landen. Ook `Kamphuis’ onthulde aan een journalist dat hij in zijn politieke periode doorgedrongen was tot de harde kern van de RAF. Beide hebben veel meer gedaan dan alleen infiltreren. Tijd om eens na te gaan wat er waar is van de wilde verhalen dat het `terrorisme’ in Europa, en misschien ook in Nederland, onvermoede roergangers heeft gehad.(2)
Bruine brigades?
(Een populaire grap in Italië: Een opgewonden bode rent bij minister-president Andreotti naar binnen: “Meneer de premier, Aldo Moro is zojuist ontvoerd!” Andreotti: “Wat, is het nu al negen uur?”)
Vooral uit Italië kwamen met grote regelmaat geruchten over terroristisch dubbelspel. Met name de bloedig verlopen ontvoering van de christendemocratische leider Aldo Moro in 1978, bracht velen aan het twijfelen over de linkse signatuur van de Rode Brigades. Theoretisch was de ontvoering midden in Rome voor een linkse club al gekkenwerk maar er waren ook geruchten over bewijzen… Hoe kwam bijvoorbeeld een fotokopieermachine, die aantoonbaar in het bezit van de geheime dienst SID geweest was, bij de Brigades om hun pamfletten mee te reproduceren? Waarom kreeg (naar later pas bleek) de speciale onderzoeksrechter voor de ontvoering geen middelen om te werken en werd er niet binnengevallen op de plek waar Moro vastgehouden werd terwijl ze daar aanwijzingen voor hadden? En wat te denken van de aanwijzingen dat een deel van de kogels die bij de ontvoering afgevuurd werden (die vijf lijfwachten het leven kostten), zou stammen uit speciale militaire opslagplaatsen?
In een opzienbarende documentaire van de BBC (uitgezonden op 10 juni 1992) zit Alberto Franceschini, een van de oprichters van de Rode Brigades, in zijn gevangeniscel te piekeren. Hij uit vertwijfeld het vermoeden dat zijn organisatie op de een of andere manier gemanipuleerd werd. Hij vertelt dat hij graag wil weten wie dat was, “wie hem gebruikt heeft”, wie zijn leven kapotgemaakt heeft. Een van de belangrijkste leden van de Brigades die bij de ontvoering betrokken was, Morucci, zou volgens dezelfde uitzending na de ontvoering gepakt zijn met een notitieboekje vol telefoonnummers van geheime diensten.
Los van al deze duistere feitjes past een komplottheorie in Italië goed in een strategie die daar bij extreem-rechts was ontdekt: de `strategie van de spanning’. Deze strategie werd in uitgewerkte vorm aangetroffen in de kantoren van Aginter Press in Portugal. Toen dat bij de Anjerrevolutie in 1974 werd opgerold, bleek het een internationaal knooppunt van `spanningsstrategen’ te zijn. Deze hadden een plan ontwikkeld om de bevolking en politici door obscure moordpartijen en aanslagen dusdanig onzeker te maken dat ze een duidelijke keuze tegen linkse experimenten zouden maken en vóór een autoritaire militaristische staat. Fascistische commando’s waren daarbij bereid om voor de terreur te zorgen maar deze moest – om meerdere redenen – afgewisseld worden door (op het oog) linkse terroristische acties. De `linkse’ terreur kon geënsceneerd worden, met het gevaar dat dat ontdekt werd en zou terugslaan op de opdrachtgevers. Een andere optie was om het geweld over te laten aan authentieke linkse groepen die door infiltratie (of andere vormen van manipulatie) `gestuurd’ werden.
28
2009
Sympathie voor de RAF – Jacco Pekelder
Herfst 1977: niet alleen Duitsland is in de ban van de RAF, maar ook Nederland wordt geteisterd door linkse Duitse terroristen. RAF-leden en politieagenten bestoken elkaar in wilde schietpartijen in Den Haag, Utrecht en Amsterdam.
Advocaten, artsen en activisten bieden hun diensten aan. Zij maken deel uit van een Nederlands netwerk van RAF-sympathisanten dat al in de jaren ervoor is ontstaan.
Dertig jaar later stelt Jacco Pekelder de vraag wie die Nederlandse sympathisanten waren en waar hun sympathie voor de RAF vandaan kwam. Daarnaast houdt hij het overheidsoptreden tegen het licht.
In de geschiedenis van de Rote Armee Fraktion (RAF) speelt Nederland een bijrol. Het was een toevluchtsoord voor leden van de RAF. De ontvoerde industrieel Hanns Martin Schleyer werd er korte tijd vastgehouden. De RAF maakte hier ook dodelijke slachtoffers. Knut Folkers, Christof Wackernagel en Gert Schneider werden aangehouden en uiteindelijk uitgeleverd. (lees verder…)
01
2009
Bettina Röhl
Dat kwam jullie natuurlijk heel erg rauw op het dak vallen. De beschuldiging aan het adres van Daniël Cohn Bendit, dat die 34 jaar geleden in zijn boek, pedofiele teksten geschreven heeft. En dan moet je nog bedenken, dat ik een groot bewonderaar van de Rode Dany ben. Toen we in 1980 op de barricades van de Vondelstraat stonden, kwam Daniël Cohn Bendit helemaal uit Frankfurt om met de krakers te praten. Hij dacht misschien dat de revolutie opnieuw uitgebroken was. Helaas lag ik toen net te slapen.
Als er nu échte Europese verkiezingen zouden zijn, waarbij je ook kandidaten van andere landen kon stemmen, dan zou ik serieus overwegen om Daniël Cohn Bendit te stemmen. En veel andere Nederlanders zouden Filip de Winter stemmen, of één van die Berlusconi flitjes. Je moet toch wát!!
De beschuldiging aan het adres van Daniël Cohn Bendit kwam voor het eerst in 2001 van Bettina Röhl, de dochter van de beroemde Duitse terroriste Ulrike Meinhof. Ze vindt, dat de revolutionairen van ’68 en de heimelijke symphatisanten van de RAF en Beweging 2e Juni, nu hun verantwoordelijk moeten nemen en hun daden moeten opbiechten. Joschka Fischer wordt door haar ervan beschuldigd dat hij in een woongroep met terroristen heeft gewoond en dat hij stenen naar politieagenten heeft gegooid. Over Daniël Cohn Bendit schrijft ze in de Bild-Zeitung over de pedofiele passages in zijn boek “Le Grand Bazar”.
Waarom is Bettina Röhl zo gefrustreerd over haar jeugd en over de daden van haar moeder? Wie zijn haar ouders Ulrike Meinhof en Klaus Rainer Röhl eigenlijk? In de jaren vijftig zijn Klaus Rainer en Ulrike lid van de verboden communistische partij KPD. Later behoren ze bij de Duitse elite en wonen in het sjieke Hanburgse Blankenese. De studenten van de ’68 revolte komen bij hen aan huis. De studentenleider Rudi Dutschke leert schieten in de kelder van de Röhls. Klaus Rainer geeft het blad linkse blad Konkret uit. Ulrike Meinhof komt op de televisie en maakt discussieprogramma’s.
Tot dan toe nog niets aan de hand. Totdat de journaliste Ulrike Meinhof een interview met de gevangen terrorist Andreas Baader maakt en verliefd op hem wordt. Ze helpt hem bevrijden en gaat er met de terrorist vandoor. Het zorgrecht voor de tweeling Bettina en Regine wordt voorlopig aan de vader toegekend. De terroristische vrienden van Ulrike Meinhof helpen mee de kinderen te ontvoeren en naar Sicilië te brengen. De zeven jaar oude kinderen wonen enkele maanden bij een hippie-paar op het strand. Intussen worden plannen gesmeed om de kinderen in Palestijns kinder-trainingskamp in Libanon op te laten voeden. Yasser Arafat hoort echter van deze plannen en steekt er een stokje voor. Het zou zijn contacten met de ondergrondse communistische partij in gevaar brengen.
De vader hoort van een ex-lid van de RAF waar zijn kinderen verblijven en laat de kinderen terug ontvoeren. Daarna leiden de kinderen een normaal burgerlijk leven en Bettina maakt het Gymnasium af. Ze wordt journaliste en neemt 30 jaar later wraak.
In 2002 hoort de tweeling dat de hersenen van hun moeder Ulrike Meinhof nog in de Universiteitskliniek van Magdeburg worden bewaard voor nader onderzoek. Een hersenoperatie in 1962 zou de gedragsverandering van Ulrike hebben veroorzaakt. De tweeling eist echter dat de hersenen alsnog bij het lichaam van hun moeder wordt begraven.
Ik weet niet wat jullie ervan denken, maar ik kan me de woede van Bettina Röhl wel een beetje voorstellen.
Zie ook: interview met Ulrike Meinhof hieronder:
Ulrike Meinhof 2 juni 1967 over de studentenbeweging:
Ulrike Meinhof over de dood van Beno Ohnesorg. In 2009 blijkt overigens dat de student door een agent van de DDR is doodgeschoten.
In 1967 denkt Ulrike Meinhof nog, dat Kurras, de moordenaar van Benno Ohnesorg, een idiote politieagent is.
Gepubliceerd op 8 juni 2009
22
2009
Links terrorisme en romantiek: Het Baader-Meinhof Complex
“Vorige week is bekend geworden dat de West-Berlijnse politieman die op 2 juni 1967 de Duitse student Benno Ohnesorg (26) doodschoot (afbeelding rechts), een medewerker van de Oost-Duitse Stasi was. De Stasi was de gevreesde Oost-Duitse veiligheidsdienst. Met de dood van Benno Ohnesorg begon de snelle radicalisering van de Duitse studentenbeweging die uiteindelijk uitmondde in terreur. Maar de revolutionaire studenten dachten dat de politie van het kapitalistische regime een onschuldige student had doodgeschoten. De agent werd wel vervolgd en vrijgesproken, omdat hij per ongeluk had geschoten. Maar daarmee was al ‘Der Baader Meinhof Komplex’ geboren.
Interessant is te weten dat die student tijdens een demonstratie tegen het bezoek van sjah van Perzië aan West-Duitsland om het leven kwam. Daarom werd hij ook in de links- terroristische kringen van Iran verheerlijkt als een slachtoffer van het ‘Duitse liberaal- fascisme’. In Iran zijn ze nu een illusie armer geworden. De held werd omgebracht door de agenten van de heilstaat. Een agent die ook nog werd betaald: 550 Mark in 1955, in 1966 zelfs 4.500 Mark. Weinig romantiek! De romantici handelen in een reële en onromantische wereld.”